Al jaren zijn er lange wachtlijsten binnen de transgenderzorg. Trans personen moeten soms twee tot drie jaar wachten tot ze psychologische hulp kunnen krijgen. In dit artikel nemen we een kijkje in het aanbod van psychologische transgenderzorg in Nederland, per provincie. Want hoe is de transgenderzorg in Nederland eigenlijk verdeeld?
Uit de eerste datavisualisatie blijkt dat er tussen Nederlandse provincies grote verschillen zijn in het aantal zorgaanbieders op het gebied van psychologische transgenderzorg. Bovendien zijn er maar liefst drie provincies die geen enkele psychologische transgenderzorg bieden. Zo ook Overijssel, terwijl dat zeker niet de provincie met de minste inwoners is.
Datavisualisatie 1:
Monopoly
Sophie Schers – beleidsadviseur bij Transgender Netwerk Nederland (TNN) – houdt zich bezig met het dossier ‘transgenderzorg’ en politieke belangenbehartiging. Ze vertelt over de huidige verdeling van de transgenderzorg in Nederland: “We komen af van een monopoly in de transgenderzorg. Het was voor lange tijd bij het VU geconcentreerd. De afgelopen vier jaar is er een ontwikkeling ingezet voor het decentraliseren van de transgenderzorg. En dan heb ik het met name over de diagnostiek,” oftewel de psychologische zorg.
Als je kijkt naar Rotterdam, valt er iets op: “Er is daar helemaal géén aanbod, terwijl we daar bijna te maken hebben met een metropool. Maar er is ingezet op het ondersteunen van de zorgverleners die al bezig zijn met transgenderzorg.” Sophie vertelt dat er dus minder energie is gestoken in het vinden van meer nieuwe aanbieders: “De focus ligt eerst op het vergroten van de capaciteit van de huidige aanbieders. En daarna pas op het vinden van meer aanbieders.”
Van kleine tot grote capaciteit
Naast de geografische verdeeldheid, zitten er namelijk ook verschillen in de capaciteit van de verschillende transgenderzorgaanbieders. Het grootste deel van de zorgaanbieders heeft een kleine capaciteit, van minder dan vijftig. En slechts zes van de 28 aanbieders heeft een capaciteit van meer dan tweehonderd.
“Focussen op de aanbieders die er al zijn, kan ervoor zorgen dat zo’n organisatie verder professionaliseert en stabieler wordt. Uitbreiden is een kwetsbaar proces. Maar als je al een grote organisatie hebt met een stabiel beheer, dan kan je in potentie stabieler die ontwikkeling en groei inzetten in bepaalde regio’s.”
Datavisualisatie 2:
Verantwoording data:
De data is verzameld door in eerste instantie op zoek te gaan naar gegevens over de huidige transgenderzorg in Nederland; hoeveel instanties zijn er die (psychologische) transgenderzorg bieden? Vervolgens is er van landelijk niveau ingezoomd naar provinciaal niveau. Er is gekeken naar hoeveel van deze instanties er zijn in elke Nederlandse provincie, en hoe groot deze instanties zijn (de capaciteit). Daarnaast is er gekeken naar het aantal inwoners dat elke provincie heeft. Toen is de data verwerkt door de capaciteit voor psychologische transgenderzorg per provincie, en het aantal inwoners per provincie naast elkaar te leggen.
Een kanttekening hierbij is echter dat de capaciteit op deze manier niet alles prijsgeeft, want er zijn geen exacte cijfers bekend over de capaciteit, wanneer deze bijvoorbeeld ‘meer dan tweehonderd’ bedraagt. Dat betekent in theorie dat bijvoorbeeld twee zorgaanbieders met beide een middel capaciteit samen méér capaciteit kunnen hebben dan één grote zorgaanbieder.