STIP aan de horizon

Afstuderen als communicatiestudent

Het leven van een student is in de basis vrij simpel. Je kiest een opleiding, zorgt ervoor dat je na ieder schooljaar doorgaat naar het volgende en tegen het einde van de opleiding ga je afstuderen. Maar hoe ziet dat er eigenlijk uit? Wat komt er allemaal bij kijken als je als student daadwerkelijk afstudeert? De 21-jarige Emma van Schie is afstuderend student. Momenteel zit zij in de laatste fase van het vierde jaar van haar opleiding Communicatie aan de Haagse Hogeschool. Naast het maken van een allesbepalend verslag loopt zij voor haar afstuderen ook nog eens stage bij gemeente Alphen aan den Rijn. Kortom, een volgeboekte agenda in de laatste maanden van haar opleiding.

Het Alphense gemeentehuis is volledig van glas. Zowel het gebouw zelf als de kantoorruimtes binnen zijn transparant. ‘Zo laten we zien dat we transparant zijn voor de Alphense burger’, vertelt Emma terwijl ze de trappen van het gemeentehuis oploopt. De zelfverzekerde houding en relaxte uitstraling tonen aan dat deze stagiaire zich helemaal thuis voelt op haar werkplek. Je krijgt het gevoel alsof ze al jaren door de gangen van dit hypermoderne gemeentehuis rondloopt. Nadat we door het atrium lopen waar een kunstwerk van een vliegende Icarus boven je zweeft, opent Emma de deuren van de raadszaal. Een beeltenis van de koning en koningin kijkt uit over een lege zaal, gevuld met een houten vloer, witte stoelen en microfoons. ‘Ga maar gewoon ergens zitten hoor.’ Zodoende.

Het begint voor Emma bij het vinden van een stageplek. In mei 2023 weet ze immers al dat ze vanaf november dat jaar een stageplek moet hebben om te kunnen afstuderen. ‘Ik moest zoeken naar een afstudeerstage in de vorm van een meewerkstage. Toen kwam ik terecht bij een open stageverzoek van de gemeente. In eerste instantie wist ik niet goed of het wat voor mij was, maar mijn moeder heeft mij overgehaald.’ Het was voor de jonge studente nog wel lastig in te schatten of een stage bij de gemeente echt leuk zou zijn. Het beeld heerst over het algemeen dat een gemeentehuis wat stoffig is, maar dat viel reuze mee: ‘Ik had echt het idee in een oud team terecht te komen en ik was vrij onzeker over mijn communicatieve vaardigheden. Ik wist niet zo goed of het wat voor mij was, maar heb wel gewoon mijn cv en motivatiemail gestuurd. Toen kreeg ik later te horen dat dat een van de betere inzendingen was. Vervolgens had ik een sollicitatiegesprek met twee meiden van mijn leeftijd. Dat was echt ontzettend leuk en zij vertelde mij dat ze heel enthousiast waren. Daar werd ik op mijn beurt ook enorm enthousiast van.’

STIP

Ik werk voor het Stage Informatiepunt, ofwel STIP’, vervolgt Emma haar verhaal. STIP is niet alleen voor stagiairs, maar ook door stagiairs. Het verklaart waarom Emma binnen is gebracht door twee vrouwen van haar leeftijd. Bij STIP regelt Emma alles wat met stages te maken heeft. Daarnaast is ze verantwoordelijk voor het contact met stakeholders, zoals middelbare scholen en is ze verantwoordelijk voor alle communicatieve uitingen voor STIP en team P&O (Personeel & Organisatie). ‘Ik ben verantwoordelijk voor het contact met stakeholders, vooral met de snuffelstageweek voor middelbare scholieren. Ik ben verantwoordelijk geweest voor het bellen van sollicitanten, het organiseren van stagemarkten en het ontwikkelen van producten zoals banners, posters en visitekaartjes.’ Deze visitekaartjes zijn hieronder te zien.

‘Meestal loop ik het gemeentehuis binnen tussen acht en negen uur ’s ochtends, zodat ik een goede werkplek kan claimen. Verder ben ik vrij om mijn dag in te roosteren zoals ik dat zelf wil. Ik ben wel verantwoordelijk voor het aantal uren dat ik moet lopen, maar ik zou dat bijvoorbeeld ook deels vanuit huis kunnen doen.’ Er komt dus nogal wat eigen verantwoordelijkheid bij kijken, maar dat is geen probleem voor de Alphense. ‘Dat vind ik heel fijn. Het zegt ook iets over wat ze van mij en mijn werk vinden. Je krijgt het idee dat ze denken ‘Emma kan dat wel, dus Emma krijgt die verantwoordelijkheid’. Ik heb ook van collega’s gehoord dat ze hopen dat ik een keer op mijn bek ga. Eerst dacht ik ‘oké. Nou, bedankt’. Nu denk ik dat ze gelijk hebben. Als je hier geen fouten maakt kan je er ook niet echt van leren. Er is niemand die ineens zegt dat ik het dan niet meer goed doe.’ Dit is het schoolvoorbeeld van de ontwikkeling die Emma doormaakt op haar stage. De angst om fouten te maken verdwijnt langzamerhand naar de achtergrond. Niet alleen daar is ontwikkeling in te zien, want ze is naar eigen zeggen ook proactiever geworden. ‘Ik zit er wat meer bovenop. In het begin liep ik vaker achter de feiten aan. Dan vroeg ik wat ik moest doen. Als ik nu iets zie dat ik niet nice vind, dan pak ik dat aan. Zoals bijvoorbeeld de vacatures. Die vind ik niet nice, dus ga ik het aanpakken.’

“De weg ernaartoe maakt niet uit,
het gaat om wat je ervan leert”

De belangrijkste les is dat het niet uitmaakt of je het in één keer allemaal goed doet, maar wat je daarvan leert en meeneemt. ‘In mijn eerste jaar heb ik dat bijvoorbeeld meegemaakt met een opdracht omdat ik niet voldeed aan de eisen. Dat had ik twee keer en daar was ik kapot van. Daarna ging het nog eens mis in het tweede jaar. Toen ik het de vierde keer moest doen heb ik het helemaal omgegooid en heb ik een 8,3 gehaald. De weg ernaartoe maakt niet uit, maar het gaat om wat je ervan leert.’

Beroepsproduct

Wat Emma precies doet bij de gemeente is inmiddels duidelijk. Wat uiteindelijk de opdracht is vanuit de Haagse Hogeschool is nog niet helemaal helder. Normaal zou je in een afstudeerjaar een scriptie moeten schrijven en een probleem moeten onderzoeken. ‘Ik moet dat niet’, zegt Emma stellig. ‘Bij mij op school zeggen ze dat een scriptie vaak onderin een laatje beland bij een organisatie waar je stage hebt gelopen. Dat vinden ze zonde, omdat er best wel veel werk in zit. Bovendien is er een slagingspercentage van onder de vijftig procent. Dat is slecht voor de school en ook veel te lastig. Daarom hebben ze bedacht dat ik beroepsproducten moet maken die aantonen dat ik startbekwaam ben als communicatieprofessional. Dat is voor mij heel fijn omdat ik dan tijdens de stage aan de slag kan met mezelf ontwikkelen, professioneel en persoonlijk en dat is voor de organisatie heel fijn omdat ze dan kunnen zien wat ik kan. Van die beroepsproducten maak ik een verantwoording. Die geeft aan hoe ik het heb gedaan, welk stappenplan ik heb gebruikt, waarom ik het heb gedaan en waarom ik alternatieven niet heb gebruikt. Tijdens het CGI-gesprek, het criterium gericht interview, moet ik verantwoorden waarom ik bepaalde keuzes heb gemaakt. Op basis van die informatie kunnen mijn assessoren bepalen of ik startbekwaam ben en afstudeer. Dat is wel een hele mond vol, haha.’

De beroepsproducten waar Emma haar tijd in heeft gestoken bestaan uit twee communicatieplannen. In zo´n plan zit bijvoorbeeld een tijdsplanning, een draaiboek, een strategie en communicatiemiddelen. Omdat STIP vrij nieuw is, is het voor haar makkelijker geweest om een communicatieplan te schrijven om bijvoorbeeld meer stagiairs te betrekken. ‘Gemeente Alphen aan den Rijn is best een vergrijzende organisatie. De gemiddelde leeftijd is ongeveer 47 jaar, dat is niet zo heel oud, maar niet aantrekkelijk voor mijn generatie. Daarnaast heerst er een algemeen imago op gemeentelijke instanties. Namelijk dat het niet aantrekkelijk is omdat ze stoffig zouden zijn. Maar dat is dus totaal niet zo. Ik hoop dat de gemeente wat aan mijn communicatieplan heeft en dat ik ermee afstudeer. Ik vind het heel fijn dat ik op deze manier echt heb bijgedragen aan de innovatie van de organisatie.’

Druk en stress

Eind april loopt de stageperiode van Emma af. Om te kunnen blijven, moet je als stagiair natuurlijk aan kunnen tonen dat je startbekwaam bent. Als je daarnaast ook nog eens middenin je afstudeerfase zit, is het voor te stellen dat er wat spanning bij komt kijken. ‘Het is heel stressvol’, zegt Emma grijnzend. ‘Tijdens mijn stage was ik niet zo druk bezig met het willen blijven, want ik had mijn volledige focus op mijn eindportfolio. Daar had ik wel stress genoeg van, want vanuit school kreeg ik weinig handvatten. Sowieso wilde ik dit heel graag in één keer halen omdat ik heel graag zo snel mogelijk begin aan mijn carrière. Ik wil trots zijn op wat ik doe. Dat ben ik nu, dus die stress heeft me ook wel wat opgeleverd.’ Stress hebben levert in sommige gevallen dus duidelijk wat op. Aan de wijze waarop de communicatiestudent aan tafel zit, krachtig en professioneel, zou je absoluut niet afzien dat ze snel onder druk komt te staan. Toch was die druk er wel degelijk. ‘Ik legde mezelf heel erg die druk op omdat ik het gewoon in één keer wilde halen. Nu ligt het uit mijn handen, dus ebt die druk wel weg. Het is wel raar om te beseffen dat dit is waar je je opleiding mee afsluit.’

Volgens stresssocioloog Suzan Kuijsten kan stress ook in je voordeel werken. Volgens Kuijsten sla je de plank zelfs volledig mis als je stress probeert te vermijden. ‘Stress is een prachtig mechanisme. Zonder stress zou niemand ooit iets wezenlijks hebben gepresteerd’, zegt ze op libelle.nl. Stress zorgt ervoor dat wij mensen aanstaan. Denk daarbij aan hard werken, maar ook het moeten halen van je trein of het afleggen van een belangrijk examen.

In een onderzoek van Eline S. Francken over stress onder studenten wordt gerefereerd naar een eerder onderzoek over studentenstress op hogeschool Inholland. Daar ondervonden 13 van de 15 ondervraagde studenten stress tijdens de opleiding. De volgende oorzaken, of stressoren, kwamen daarin naar voren: relaties, gebrek aan bronnen, academische- en omgevingsfactoren, verwachtingen, diversiteit, overgang naar het hoger onderwijs en andere stressoren. Stress door relaties werd het meest aangegeven. Inholland benoemd studiedruk, prestatiedruk, hoge verwachtingen van anderen en van zichzelf, persoonlijke omstandigheden en het combineren van studie, werk en een sociaal leven als stressoren waar studenten het meest mee te maken krijgen.

‘Ik ben er niet heel goed mee omgegaan, haha. Soms moest ik even ontstressen door ergens uit te huilen. Vooral als ik het er met iemand over had, merkte ik dat het toch wel heel spannend was. Maar ik had wel de juiste mensen om me heen en die had ik ook nodig. Het contact met medestudenten was fijn, want die voelden hetzelfde als ik.’

Blijven

Inmiddels heeft Emma gehoord dat ze mag blijven werken in het gemeentehuis. Sinds maandag 22 april is zij in dienst als communicatie medewerker van P&O en STIP. Er wacht haar nog maar één laatste stap: afstuderen. Dat ligt in de handen van twee assessoren. Op 13 mei wacht haar een assessmentgesprek met twee docenten van de Haagse Hogeschool. De spanning zal dus nog even blijven, maar het werkende leven kan beginnen.