Sportgedrag onder de loep bij de Katwijkse derby
Als onder de grijze hemel de blauwe rook optrekt, de vuurwerkknallen nog door menig oorschelp galmen en de confettikanonnen zijn opengebarsten, kan de wedstrijd beginnen. Quick Boys – VV Katwijk. Eén van Nederlands grootste wedstrijden in het amateurvoetbal. Grote wedstrijden trekken veel bekijks. De vijandigheid is groot, want welke ploeg is na vandaag het beste team van het dorp? Onder die zware omstandigheden is één iemand geheel onpartijdig begonnen aan de wedstrijd. Hij moet alles in goede banen zien te leiden. Hoe gedragen spelers, supporters en scheidsrechter zich tijdens dit topaffiche?
Het is 13:25. Sportpark Nieuw Zuid in Katwijk is afgeladen vol. De geur van bier en broodjes bal is flink aanwezig. Vanwege het koude weer en de wind die van zee komt is menig jas nog dichtgeritst. Dat brengt wel veel blauwwitte sjaaltjes tevoorschijn. De derby van Katwijk staat op het punt van beginnen. Aan twee kanten komt er een behoorlijke lading confetti het veld op. Achter het ene doel knalt er blauwe confetti uit, aan de andere kant van het veld spat de oranje confetti als een vlammenzee het groene veld op. Als de spelers het veld opkomen begint een ware vuurwerkshow. Knallen die ze in Noordwijk nog zullen horen. Roodgloeiende fakkels branden bij de diehard supporters en wanneer alles lijkt te zijn gedoofd, ontpopt zich een blauw rookgordijn. Als een vloedgolf werpt de rook zich over het veld, waardoor de wedstrijd wat is uitgesteld. Tussen die blauwe rook popt plots een felgeel shirtje op. Het is het enige gele shirt tussen de blauwwitte van Quick Boys en de oranje van VV Katwijk. Terwijl sommige supporters nog hoestend onder de rook uit proberen te komen blaast de man in het gele shirt op zijn fluit en is de wedstrijd los. Deze man is Sander de Brito Roque en hij is de scheidsrechter van deze derby. ‘Dit is op dit moment in de Tweede Divisie de grootste wedstrijd die je kan fluiten.’
Toenemende agressie
Om scheidsrechters te beschermen is er een nieuwe regel in leven geblazen. De KNVB heeft besloten dat alleen nog maar de aanvoerder in conclaaf mag gaan met de scheidsrechter. Ieder ander die zich eraan waagt, wordt bestraft met een gele kaart. Dit heeft onder andere te maken met het toenemende geweld op de voetbalvelden. Zo heeft de KNVB recentelijk cijfers naar buiten gebracht waarin een stijging te zien is wat betreft het aantal rode kaarten, stakingen en zware tuchtzaken. Hoe komt het toch dat er rond die populaire sport zoveel heisa is?
Bij Quick Boys – VV Katwijk valt het vooralsnog mee. De eerste helft verloopt wat tam. Er zijn weinig kansen, maar ook weinig incidenten op het veld. Zo is het publiek ook nog niet enorm actief. De wat hardere supportersgroepen hebben interacties met die van de tegenpartij. Ze hitsen elkaar een beetje op en kopiëren elkaars gedraag. Het gaat weinig over de wedstrijd zelf.
“Als ik geliefd had willen zijn was ik zanger of acteur geworden”
Wat helpt is de rust van de scheidsrechter. De Brito Roque: ‘Dit is mijn dertiende seizoen op dit niveau, dus je kent iedereen en iedereen kent mij. Ik weet ook dat als ik normaal met mensen omga, mensen ook negen van de tien keer normaal met mij omgaan. Ik beleef zo’n wedstrijd best relaxed. Ik ben iemand die zich niet vaak druk maakt. Ook niet in het dagelijks leven en dat helpt in het veld.’ Daarnaast vindt de arbiter dat soms wat naar je hoofd krijgen als scheidsrechter er ook een beetje bij hoort. ‘Als ik geliefd had willen zijn was ik zanger of acteur geworden en geen scheidsrechter. Weet je, je doet het voor sommige mensen nooit goed. Tuurlijk roepen mensen wel eens wat, maar ze roepen het tegen Sander als scheidsrechter en niet tegen mij als persoon. Het hoort er een beetje bij in zo’n wedstrijd. Dan ligt er net meer druk op.’
Verschillende aanleidingen
Volgens de experts zijn er verschillende aanleidingen voor het agressieve gedrag op sportvelden. Agressiedeskundige Caroline Koetsenruijter laat haar visie los op de KNVB Bekerfinale van 2023. Bij EenVandaag zegt ze: ‘Ik begrijp dat er spanning en frustratie is, maar elkaar uitschelden, elkaar duwen, continu proberen de scheidsrechter uit balans te brengen; dat hoort er niet bij. Het loont bijvoorbeeld om de scheidsrechter te beïnvloeden of de wedstrijd uit balans te brengen. En zo lang agressie loont, zal het blijven.’ Het gaat om de wedstrijd tussen Ajax en PSV waar in de eerste helft, die inclusief blessuretijd 51 minuten duurde, slechts 25 minuten daadwerkelijk is gevoetbald. De rest werd gevuld met ruzie en opstootjes. Ook de trainers lieten zich volgens Koetsenruijter niet goed uit over die situaties. Zo zei Ruud van Nistelrooij bijvoorbeeld dat die agressie erbij hoort.
Dat brengt ons bij de volgende aanleiding: voorbeeldgedrag. Zo zei Koetsenruijter ook: ‘wat zij laten zien op het veld, sijpelt door in wat kinderen zelf aan gedrag laten zien. Niet alleen op het sportveld, maar ook daarbuiten. Voetballers en trainers zijn rolmodellen.’ Dit geldt ook op een ander vlak. Namelijk het gedrag van ouders langs de lijn. Volgens Charlotte Nijs van het EenVandaag opiniepanel hebben één op de vier ouders uit hun onderzoek wel eens wat geroepen naar een scheidsrechter. ‘Ouders denken vaak dat hun kind de nieuwe Johan Cruijff is, dus mag daar niets voor in de weg komen.’ Hoogleraar sport, risico en veiligheid aan de University of Twente Nicolette van Veldhoven geeft aan dat ouders zich soms niet eens bewust zijn van hun eigen gedrag. ‘Het heeft ook een beetje met de voetbalcultuur te maken waar je iets in wil veranderen. Eigenlijk moet je een soort opvoedingscursus voor ouders hebben.’ Het begint dus in veel gevallen bij het gedrag van de profs en de ouders. Zo lopen er langs het veld in Katwijk veel kinderen rond, die alles met glinsterende ogen opvangen en kopiëren.
Dan is er nog de gelegenheidstheorie. De gelegenheidstheorie telt drie onderdelen: de gemotiveerde dader, een geschikt doelwit en sociale controle. ‘Zijn ze alle drie sterk aanwezig, dan is de kans op ongewenst gedrag zeer groot’, zegt een artikel van Babette Hagedoren, David Romijn en Johan Steenbergen. Het voorbeeld dat zij daarbij geven: ‘als een speler voorafgaand aan een wedstrijd het voornemen heeft om zich onsportief te gedragen (gemotiveerde dader) omdat hij ten koste van alles wil winnen (geschikt doelwit) en de coach grijpt niet in (sociale controle), dan is de kans op misdragingen zeer groot.’
Sfeer ongezelliger
De tweede helft begint. Quick Boys speelt nu richting het doel waar haar eigen supporters achter zitten. Vanaf de kantine is goed zichtbaar hoe de duinen boven het veld uit torenen en ogen als stadiontribunes. Sommige mensen gebruiken de duinen ook daadwerkelijk als staantribune. Het duingras gaat als een soort wave langs het veld. De wedstrijd begint een iets intensere vorm aan te nemen. Er worden wat spelers gewisseld, er zijn meer overtredingen. Kortom, meer actie voor Sander de Brito Roque. De sfeer slaat al helemaal om wanneer de uitploeg in de 49e minuut met 0-1 voorkomt. Spits Brandsma kopt raak waardoor het oranje Katwijkpubliek uit z’n dak gaat. Merkbaar is, dat bij iedere beslissing die de scheidsrechter maakt, het publiek feller reageert. Het is overduidelijk dat de frustratie van de tegengoal hoog zit en de tijd begint te dringen. Dat is dus ook het moment dat De Brito Roque meer naar zijn hoofd krijgt. Opmerkelijk genoeg heeft hij daar zelf weinig last van. ‘Ik heb het voordeel dat ik fluit met een headset. Je krijgt er bijna niks van mee. Je focus ligt er niet op. Je bent bezig met wat er binnen de lijnen gebeurd. Ondanks dat mensen wat roepen is het negen van de tien keer heel vluchtig.’ Maar hoe zit het dan binnen de lijnen? De spelers ervaren de druk net zo. Quick Boys moet scoren, Katwijk moet de voorsprong zien te behouden. Opstootjes liggen op de loer, maar de arbiter van dienst weet ze in de kiem te smoren. Een tekenend moment is een akkefietje waarbij Katwijkverdediger Sinteur boos achter een tegenstander aan wil gaan. De Brito Roque pakt hem dringend vast, bijna omhelzend. De boosheid lijkt te verdwijnen en de storm is gaan liggen. ‘Dat ik een speler soms omhelzend tegenhoud is misschien wat onorthodox, maar het helpt wel. Dat komt ook doordat ik zo’n speler heel lang ken. Bij dit soort wedstrijden kunnen net wat andere dingen. Dat willen spelers vaak ook. Men wil een intense wedstrijd met passie. Dat vraagt ook iets van je als scheidsrechter.’
Alle opgekropte woede bij het fanatieke thuispubliek stapelt zich op als Quick Boys haar kansen maar blijft missen. Ballen vallen naast, over of vliegen richting de cornervlag. Tot de laatste minuut, waarbij Quick Boys een corner verdient. De bal beland in een kluts en wordt via invaller Admiraal tegen het net geschoten. De ontlading is gigantisch. Alsof Katwijk een vulkaan was die eindelijk tot uitbarsting kwam. Alle opgekropte frustratie uit zich in gejuich. Het geluid van de springende supporters is oorverdovend. Niemand had het nog over de scheidsrechter.
Verschillende oorzaken kunnen dus ten grondslag liggen aan het gedrag dat wordt vertoond op de voetbalvelden. Bij Quick Boys – Katwijk is het voorbeeldgedrag van volwassenen bijvoorbeeld goed te zien, omdat zij zichzelf soms in het fanatisme verliezen. Ook spelers kunnen in zo’n heetgebakerde wedstrijd weleens een grens over gaan. Daar is de gelegenheidstheorie in terug te zien. De wil om te winnen en daar alles aan doen, brengt weleens wat conflicten teweeg tussen spelers. Aan de scheidsrechter dan de taak om rustig te blijven, zoals Sander de Brito Roque de wedstrijd in goede banen wist te leiden.