Latijns-Amerikaanse invloeden in de Eredivisie
Over de stap naar Europa, Shakhtar Donetsk en de toekomst
Steeds meer Latijns-Amerikaanse voetballers verschijnen op de Nederlandse voetbalvelden. Waarom zoeken clubs zo ver buiten Nederland en waarom willen deze spelers eigenlijk in de Eredivisie spelen?
Voetbalclubs halen al sinds jaar en dag spelers uit het buitenland. Waar dit vroeger vooral Scandinaviërs waren, wijken scouts tegenwoordig uit richting Zuid-Amerika. Je zou haast kunnen zeggen dat Santiago Giménez de nieuwe Zlatan Ibrahimovic is en Antony de nieuwe Viktor Fischer. De Klassieker tussen Ajax en Feyenoord werd dit seizoen zelfs beslist door twee Mexicaanse doelpuntenmakers.
Flair, grinta en kapitaal
In Nederland zijn wij niet de enigen met een oogje op de Latijns-Amerikaanse markt. Een goed voorbeeld hiervan is Shakhtar Donetsk uit Oekraïne. Een club die, naast Oekraïense spelers, ieder jaar een groep Brazilianen binnen de selectie had. De Oekraïense competitie zit momenteel qua niveau zelfs onder de Eredivisie. Toch weten ze Brazilianen te halen. Jan Streuer is technisch directeur bij FC Twente, maar heeft een lange periode gewerkt als directeur scouting bij de Oekraïense club. Volgens hem zijn Brazilianen heel aantrekkelijke spelers. De creativiteit, brutaliteit en acties zijn sterke punten die Oekraïners minder bezitten. Streuer: “De eigenaar van de club was gecharmeerd van Braziliaans voetbal. Hij had de voorkeur om daar de spelers vandaan te halen.” Dat gebeurde dan ook. Streuer heeft het WK voor spelers onder de twintig goed in de gaten gehouden. Hier speelden Alex Teixeira en Douglas Costa zich in de kijker. “Die jongens waren toen nog erg jong en nog niet zo duur. We gingen ook vaak naar Brazilië toe.”
Waar Brazilianen het dus moeten hebben van hun flair en creativiteit, hebben bijvoorbeeld Mexicanen weer hele andere kwaliteiten. Het verschil tussen Mexicaanse spelers en bijvoorbeeld Nederlanders is de grinta die zij hebben. “Edson Alvarez is daar een goed voorbeeld van”, vertelt Daniel Reyes Villaseñor. Hij werkt als correspondent in Nederland voor verschillende sportmedia in Mexico. Grinta kan je omschrijven als een bepaalde honger en strijdlust in het veld. De drang om het echt te maken als voetballer is ook groter. Zo kan men in Nederland, buiten het voetbal om, wat makkelijker aan een goedbetaalde baan komen. In Mexico is dat anders. “De mentaliteit is anders. Ze moeten soms meer dan alles geven om de top te halen”, aldus Reyes Villaseñor.
Deze spelers brengen dus bepaalde kwaliteiten met zich mee die in Nederland ontbreken. Dat is echter nog niet alles. Ook buiten het veld om zijn er belangrijke factoren waarom investeren in Latijns-Amerikaanse voetballers geen slecht idee is. Het gaat namelijk ook om geld. Financieel was het voor Shakhtar Donetsk erg voordelig om Brazilianen te halen. Dat is in het geval van Douglas Costa en Alex Teixeira ook gebleken. Costa maakte voor 30 miljoen euro de overstap naar Bayern München terwijl Teixeira naar China vertrok en 50 miljoen opleverde. “Het is natuurlijk wel de bedoeling om daar goede deals mee te doen. Dat was lucratief voor de club en er komen dan ook weer nieuwe, jongere spelers”, vertelt Streuer. Dat deze spelers in waarde stijgen blijkt ook in de Eredivisie zo te zijn. Uit data blijkt dat Nederlandse clubs in de afgelopen tien jaar zo’n 211 miljoen hebben uitgegeven aan spelers uit Latijns-Amerika. De uiteindelijke som van alle bedragen die zijn binnengekomen voor deze spelers is zo’n 354 miljoen. Dat is dus al 143 miljoen euro winst, terwijl nog niet iedere speler een transfer heeft gemaakt. De grootste klapper werd gemaakt bij Ajax door Braziliaan Antony voor bijna honderd miljoen euro te verkopen aan Manchester United.
Flinke overstap
“De eredivisie is best groot in Mexico. Je kan elke week naar Feyenoord, Ajax of PSV kijken. ESPN heeft de uitzendrechten, dus het zit standaard in het tv-pakket.” De Eredivisie is een goede springplank voor Mexicanen. Volgens Reyes Villaseñor misschien wel de beste competitie voor Mexicanen die graag naar Europa willen. “Eerst twee of drie jaar in de Eredivisie, daarna een stap hogerop.” Het tempo ligt in Nederland al hoger dan de Mexicaanse competitie, maar nog lager dan bijvoorbeeld in Engeland, Italië of Spanje. Ideaal dus om eerste stappen te zetten op het Europese voetbalveld.
Dit bevestigt Rik Elfrink, PSV-watcher van Eindhovens Dagblad. Het niveau in Latijns-Amerika is prima, zegt hij, maar de stap naar een Premier League is dan misschien echt nog te groot. “Bij PSV heb je grotere speelkansen en krijg je meer tijd.” PSV heeft ook een goede historie met spelers uit de betreffende gebieden. Zo hebben Braziliaanse sterren Romário en Ronaldo hun eerste stappen bij PSV gezet. “Daar kan je ook wel mee aankomen als je op gesprek gaat met potentiële aanwinsten.” Zo is Lozano een goed voorbeeld. Hij heeft vanuit PSV de stap naar Napoli gemaakt. Het team uit Napels staat momenteel eerste in de Serie A.
Dat betekent niet dat die overstap voor iedereen even makkelijk is. Edson Álvarez vertelt bij ESPN bijvoorbeeld dat hij in het eerste jaar zijn vrouw en kind moest missen (ESPN NL, 2021). Dat zou volgens hem zelf ook invloed hebben gehad op zijn sportieve prestaties. Daarentegen vertellen andere spelers dat ze goed op zijn gevangen. Hirving Lozano voelde zich bijvoorbeeld gelijk thuis bij PSV (PSV TV, 2017) en Peruvianen Sergio Peña en Miguel Araujo vertellen ook dat hun club FC Emmen hen goed heeft ontvangen (FC Emmen, 2021).
De overstap naar Oekraïne vanuit een land als Brazilië is misschien nog wel groter dan die naar Nederland. Volgens Streuer hielp het enorm dat er al Brazilianen bij Shakhtar Donetsk speelden. “Het voordeel voor die spelers was dat ze er niet alleen zaten, maar met een grote groep. Voor de aanpassing was dat niet zo moeilijk.” Zo heeft Ajax bijvoorbeeld een vaste groep uit Zuid- en Midden-Amerika. Nieuwe spelers uit die regio kunnen zich dan makkelijker aanpassen. Veel spelers uit de Eredivisie spelen ook voor hun nationale ploeg. Zo kende Lozano voor zijn komst naar PSV al twee PSV’ers van het Mexicaanse team. Ook oud-PSV’er Gaston Pereiro kreeg het advies van voormalig Ajaxspits Luis Suarez om naar de Eredivisie te gaan.
Toekomst
Feyenoord-spits Giménez is op dit moment, samen met oud-PSV’er Hirving Lozano, de populairste speler in Mexico. Volgens Reyes Villaseñor weet Feyenoord daar maar al te goed mee om te gaan. “Ik denk dat Ajax een grote kans heeft gemist”, zegt hij zelfs. Giménez heeft de vrijheid om met pers uit Mexico te spreken, waar Ajax alles het liefst zo veel mogelijk via eigen media deelt. Hierdoor is de spits, en dus Feyenoord, veel toegankelijker voor de Mexicaanse voetbalsupporter. “Feyenoord begrijpt dat Santiago Giménez de sleutel is om naar Mexico te gaan. We praten over zo’n 145 miljoen Mexicanen in Mexico en de VS.” Als het tussen Ajax en Feyenoord gaat, zal het overgrote deel van voetballiefhebbend Mexico voor Feyenoord juichen, vertelt de Mexicaans sportjournalist. Giménez is dus een schoolvoorbeeld voor Mexicanen die de overstap naar Nederland ook wel zien zitten. Dus of de Eredivisie in de toekomst nog veel Mexicanen kan verwelkomen? Die kans zit er dik in. Zo was Luis Chavez, uitblinker voor Mexico op het WK in Qatar, al dichtbij een transfer naar Feyenoord afgelopen winter. Je hebt in Nederland ook de kans om Europees voetbal te spelen in de Champions League, Europa League of Conference League. Reyes Villaseñor: “Bijna iedere Mexicaan in Nederland was een succes. Ik weet dus zeker dat er nog meer zullen volgen.”
Een ander goed voorbeeld waaruit te herleiden valt dat er meer Latijns-Amerikaanse spelers richting de Eredivisie zullen komen, zijn samenwerkingen. Zo heeft Ajax recentelijk nog een samenwerkingsverband opgezet met Mexicaanse club CF Pachuca. PSV werkte al samen met het Mexicaanse Chivas Guadalajara en onlangs nog met Cruzeiro uit Brazilië. “In sommige landen wil men van ons leren, maar wij ook van hen”, vertelt Rik Elfrink. “Er gaan bijvoorbeeld jeugdspelers over en weer, trainingsmethodes worden uitgewisseld en commercieel is het ook interessant.”
Dataverantwoording: Voor mijn data heb ik gekeken naar Zuid- en Midden-Amerikaanse spelers die sinds seizoen 2012/2013 in de Eredivisie spelen/speelden tot seizoen 2022/2023. Een periode van tien jaar. Ik heb gekeken voor welke bedragen zij door hun eerste Nederlandse club zijn gekocht en ook weer zijn verkocht. Enkele regio’s heb ik uitgesloten. Landen als Suriname en Curaçao heb ik achterwege gelaten in mijn onderzoek. Dit omdat het merendeel van deze spelers in Nederland via jeugdopleidingen in het eerste elftal terecht zijn gekomen. Het zou geen juiste afspiegeling zijn van wat ik probeer aan te tonen, wanneer deze spelers wel in mijn dataset zouden staan. De data is door mijzelf verzameld en is afkomstig van de informatie die ik heb gekregen via Fbref.com. Om zeker te zijn van mijn zaak heb ik Transfermarkt.nl ook gebruikt. Deze site wordt door andere sportnieuwsmedia ook vaak gebruikt om te kijken naar de waarde van een speler of om zijn palmares te bekijken, zoals bijvoorbeeld Voetbalprimeur.nl. Om tot slot te kunnen zeggen dat hetgeen in mijn dataset staat klopt, heb ik Wikipedia aangehouden. Pas wanneer alle drie deze platformen wisten te melden dat de informatie die ik nodig had klopte, heb ik het verwerkt in de data.