Hoe Nederlanders genoten van het kaalknippen van vrouwen

Vernederd, kaalgeschoren en door de hele stad nagekeken worden. Dit overkwam de ‘moffenmeiden’ 75 jaar geleden, tijdens de bevrijding van Nederland. Maar waarom wilden Nederlanders toekijken naar deze vernedering? 

‘Het speelde zich gewoon af op straat. Om de jonge vrouwen stond een groepje mensen. Dit waren mensen die in het verzet zaten, maar vaak ook gewone mensen. De meiden werden ondertussen uitgescholden’, vertelt de 96-jarige Piet van der Peet. Als jongen van 22 was hij ooggetuige van de vernedering van Nederlandse vrouwen, tijdens de bevrijding van Arnhem in 1945. ‘De meiden werden midden op straat kaalgeknipt of geschoren. Er bleef wat kort haar over.’ Monika Diederichs, kind van een moffenmeid en schrijfster van het boek Wie geschoren wordt moet stil zitten, laat weten dat er weinig goede instrumenten waren om de vrouwen mee kaal te krijgen. ‘Men maakte gebruik van stroeve tondeuses en scharen. Haren werden uit het hoofd gerukt, soms zelfs tot bloedens aan toe. Daar werd dan vaak nog pek of menie (een dikke en roodkleurige verf) opgesmeerd.’ Ze noemt het kaalscheren daarom ook een ‘mishandeling’.

Deze vrouwen werden ervan verdacht een relatie met een Duitse soldaat te hebben. Ze werden daarom ‘moffenmeid’ genoemd. Auteur van het gelijknamige boek Moffenmeiden, Rianne Oosterom, heeft jarenlang onderzoek gedaan naar deze jongedames. ‘Ze hadden niet altijd een relatie. Soms waren meiden ook wel eens met een Duitse soldaat gesignaleerd’, vertelt ze. In haar boek is te lezen hoe een meisje, na het aannemen van een slok bier van een Duitse soldaat, is kaalgeschoren. ‘Er was een grote willekeur als het gaat om het kaalscheren.’

‘Het kaalknippen was een soort ritueel’, vertelt Oosterom. ‘Het was een collectieve straf om de orde in de samenleving te herstellen, zodat niemand het ooit nog eens in zijn hoofd zou halen met ‘de vijand’ om te gaan.’ De vrouwen werden vaak niet alleen kaalgeknipt, maar ook werden er hakenkruizen op hun hoofd gezet met pek of menie. ‘Door de vrouwen te merken en daarmee even buiten de samenleving te zetten, werd duidelijk gemaakt dat ze fout waren geweest in de oorlog.’

‘Ik liep toevallig over straat en zag het gebeuren, dus ik bleef wel even kijken’ – Piet van der Peet

De 95-jarige Agnes (wilt liever alleen met haar voornaam vermeld worden) zag op straat hoe haar buurmeisje tijdens de bevrijding werd opgehaald. ‘Bij ons in de straat hadden we er ook zo’n “eentje”. Ze werd opgehaald met een grootte platte wagen met een paard ervoor. Er stonden veel andere meiden omheen die het kaalknippen mee wilden maken. Ze zongen: ‘Knip, Knip, Kale kop. Met een hakenkruis erop. Meisjes die met de Duitsers gaan komen op de markt te staan’.’ Agnes was tijdens de bevrijding 21 jaar. Haar buurmeisje werd naar het marktplein van Eindhoven gebracht. De andere meisjes uit de buurt vroegen aan Agnes of ze mee ging kijken, maar Agnes weigerde. ‘Ik wilde niet zien wat er ging gebeuren. Ik had er toch wel een beetje medelijden mee. Ik vond het stom wat de Moffenmeisjes hadden gedaan, maar die meiden moesten daarna ook weer verder met hun leven.’

Wraak
Lang niet iedereen dacht er hetzelfde over als Agnes. Nederlanders gingen kijken vanwege wraakgevoelens. ‘Sommige vonden het terecht dat de vrouwen werden gestraft, ze waren boos’, vertelt Oosterom. Ook Diederichs ziet dit terug in haar onderzoek. ‘De meiden waren in de ogen van veel mensen fout geweest’, vertelt ze. ‘Nederlanders hadden tijdens de bezetting veel frustraties opgebouwd, de moffenmeiden waren daarvoor een zondebok.’

Agnes zag ook dat de frustraties tijdens de oorlog hoog opliepen. ’Een meisje had verkering met een Duitse officier. Ze had een fiets gekregen met rubberen banden, terwijl wij destijds op houten banden moesten fietsen.’ Er was tijdens de oorlog een tekort aan rubber. ‘Daarmee maakte ze de andere meiden erg jaloers.’ Mensen genoten dan ook van het kaalscheren tijdens de bevrijding 75 jaar geleden. In het boek van Diederichs worden 125 plaatsen aangewezen waar vrouwen zijn kaalgeschoren. Er waren vaak veel omstanders die op het knippen afkwamen. ‘Ik liep toevallig over straat en zag het gebeuren, dus ik bleef wel even kijken’, vertelt Van der Peet. ‘Ik vond het verdiend, maar ik had ook wel medelijden met de meiden net als anderen om mij heen. Maar er werd niet ingegrepen’ 

‘Knip, Knip, Kale kop. Met een hakenkruis erop. Meisjes die met de Duitsers gaan komen op de markt te staan’ – Agnes

‘Hoe groter het aantal omstanders is, hoe kleiner de kans is dat er iemand ingrijpt’, legt hoogleraar Roos Vonk uit in het boek Sociale Psychologie. ‘De reactie in een noodsituatie wordt gekenmerkt door de omgeving’. Dit zogenaamde ‘Bystander-effect’ verklaart waarom omstanders bleven kijken bij het kaalknippen. Volgens Oosterom was iedereen ‘uitzinnig blij’, want Nederland was bevrijd. ‘In die blijdschap werden de dames kaalgeschoren. Mensen konden elkaar erin meeslepen en ze durfden daardoor niet in te grijpen. Wie weet werden ze dan ook aangepakt.’

Trauma
Diederichs heeft brieven van omstanders gekregen die zich achteraf schuldig voelden. ‘Ze vertellen dat ze het eigenlijk vreselijk vinden dat ze destijds dachten dat kaalknippen juist was.’ Bij de dames groeide het haar in de loop der tijd weer aan, maar iedereen in de buurt wist wie er kaalgeschoren was. ‘Die vrouwen zijn daardoor erg getraumatiseerd’, laat Diederichs weten. ‘De meiden moesten ook weer verder met hun leven, maar ze hadden geen hulp meer van de Duitsers. Die waren allemaal weg’, herinnert Agnes zich. ‘Ze werden nagewezen en uitgelachen. Moffenmeid werden ze genoemd.’

Radio-item over moffenmeiden van 1 maart 2020: