Schreeuwende oliebollen en spannende mattenkloppers
Het plezier van een bevlogen basisschoolleraar.
[aesop_image img=”https://svjmedia.nl/camielbeekers/wp-content/uploads/sites/50/2019/11/IMG_1526.jpg” panorama=”on” imgwidth=”150%” imgheight=”500px” credit=”Foto door: Camiel Beekers” align=”center” lightbox=”on” captionsrc=”custom” caption=”Meester Bert geniet van zijn werk als docent. ‘Ik zorg ervoor dat kinderen hun basisschooltijd onthouden.'” captionposition=”left” revealfx=”inplace” overlay_revealfx=”off”]
Achter de schoolbanken bij Bert Kops (65 jaar) lijkt er niks aan de hand in het onderwijs. Toch is er grote onrust: stakingen, toenemend lerarentekort en een stijgende werkdruk voor docenten. Ook Meester Bert zou eigenlijk minder gaan werken, maar staat nu door het lerarentekort nog steeds voor de klas. Is het werken in het onderwijs ondanks de onrust nog wel leuk?
“Vandaag is er een journalist in de klas, hij komt kijken of ik wel aardig genoeg ben”, introduceert de meester aan groep 7 van De Dromenvanger. Een leerling in de klas reageert: “Dan moet u wel uw mattenklopper wegstoppen.” De andere kinderen beginnen te fluisteren en doen hun hand voor hun mond om hun lach te verbergen. “Heeft u echt een mattenklopper in de klas?”, roept een leerling. Meester Bert zegt met een lach op zijn gezicht en zogenaamde angst in zijn stem: “Zullen we de mattenklopper voor na de pauze bewaren.”
Meester Bert werkt al 45 jaar op deze basisschool in Oud Heusden. Hij heeft een geruite docentenblouse aan en een grote vierkante bril, waarachter zijn vrolijke ogen lijken te twinkelen wanneer hij les geeft. Met kleine en snelle pasjes beweegt de docent zich overal door de klas. Als een arend houdt hij iedere leerling continu nauwlettend in de gaten. De moeilijke woorden van de opdrachten worden met veel geduld uitgelegd. “Volière is Frans, is er iemand die weet wat een volière is?” “Iemand die wordt gefouilleerd?”, vraagt een leerling. “Nou je schrijft het iets anders, het heeft te maken met vogels.” Hier en daar legt hij zijn hand op de schouder van een leerling, wanneer hij deze iets vraagt. De kinderen kijken continu naar de docent. In een opvallende stilte hoor je alleen de stem van Bert, die de stof geduldig uitlegt.
[aesop_image img=”https://svjmedia.nl/camielbeekers/wp-content/uploads/sites/50/2019/11/IMG_1532.jpg” panorama=”on” imgwidth=”150%” imgheight=”400px” credit=”Foto door: Camiel Beekers” align=”center” lightbox=”on” captionsrc=”custom” caption=”Met veel geduld legt Bert Kops de lesstof uit.” captionposition=”left” revealfx=”inplace” overlay_revealfx=”off”]
Op de basisschool had de 65-jarige Bert in eerste instantie een generatiepact regeling gesloten. Vanwege zijn leeftijd zou de docent drie dagen, in plaats van vijf dagen, in de week gaan werken. De school kon alleen geen nieuwe docent voor die twee dagen vinden. Daarom staat Bert nu vier dagen per week voor de klas en op maandag valt een andere docent in. “Dit is de minst erge oplossing”, vertelt Bert. Het vermindert zijn werkdruk, aangezien de meester de lessen voor de invallers moet voorbereiden. Hij is namelijk verantwoordelijk voor de klas en de vijf lesdagen. “Dit zorgt voor minder onrust in de klas, op school en voor mij. Ik hoef nu maar één keer een les voor te bereiden en daarna kan ik zelf mijn week indelen. En die extra dag in de week? Ach, ik had het liever anders gezien, maar ik vind het niet erg. Ik heb nog genoeg energie en vind het werk nog steeds leuk”, legt Bert uit terwijl hij ondertussen goed de kinderen in de gaten houdt.
De Dromenvanger is niet de enige school die moeite heeft om leraren te vinden. Onderzoeksbureau DUO Onderwijsonderzoek schatte aan het begin van dit schooljaar een tekort van zo’n 1.380 leraren. Terwijl die schatting een jaar eerder nog 1.260 leraren bedroeg. Dit heeft onder andere te maken met een afname van studenten aan de lerarenopleiding (PABO). Volgens het CBS waren er in het schooljaar 2003-2004 nog een kleine tienduizend eerstejaarsstudenten aan de PABO, terwijl dat in het schooljaar 2017-2018 al minder dan de helft was. Het onderzoeksinstituut CentERdata verwacht dat het lerarentekort met de jaren blijft toenemen. Zo zou Nederland in 2023 maar liefst 4.150 leraren tekort komen.
[aesop_image img=”https://svjmedia.nl/camielbeekers/wp-content/uploads/sites/50/2019/11/IMG_1523.jpg” panorama=”on” imgwidth=”150%” imgheight=”400px” credit=”Foto door: Camiel Beekers” align=”center” lightbox=”on” captionsrc=”custom” caption=”Bert krijgt al jarenlang van leerlingen apenknuffels. Hij heeft er zelfs een constructie voor moeten maken om de knuffels in op te hangen. ” captionposition=”left” revealfx=”inplace” overlay_revealfx=”off”]
Apenkoppen
In het klaslokaal hangt een grote constructie met wel honderden apenknuffels eraan. Ook is in iedere hoek van de klas wel een apenknuffel te vinden. Tussen de les door roept regelmatig een leerling naar de meester: “Hé, apenkop!” Wanneer de pauze voorbij is loopt meester Bert naar de kast en haalt een schilderij van een aap tevoorschijn. “Een collega van mij noemde mij altijd apenkop, daarom heeft hij mij dit gegeven”, vertelt de meester aan de klas. “Mijn leerlingen begonnen sindsdien mij ook voor apenkop uit te schelden, maar op een gegeven moment ga ik natuurlijk iets terug zeggen.” De klas begint nerveus te lachen en sommige kinderen beginnen ongeduldig te bewegen op hun stoel. De meester haalt een plaatje van een oliebol tevoorschijn. “Dus als de klas super vervelend is, dan noem ik ze een stelletje… ‘oliebollen’.” “APENKOP, APENKOP, APENKOP!” De kinderen schreeuwen zo hard als ze kunnen door de klas terwijl ze met hun vuisten ritmisch op de tafel slaan. De meester legt uit dat het woord ‘oliebol’ de vrijstelling geeft om hem apenkop te noemen.
Na deze intermezzo gaan de kinderen allemaal weer rustig zitten. De meester kijkt met een rechte rug en een grote lach op zijn gezicht om zich heen. Opeens is het weer muisstil in de klas, als Bert de volgende opdracht uitlegt. Naderhand vertelt hij dat hij hiervan enorm geniet. “Ik vind het geweldig dat de kinderen het gevoel hebben dat ze zelf de herrie produceren. Terwijl ik ervoor zorg dat ze herrie maken. Daarna weten ze dat ze weer aan de slag moeten gaan.” Bij Bert in de klas kun je gek doen, maar als er gewerkt moet worden dan gebeurt dat ook. “Hiermee zorg ik ervoor dat ze hun stoom kunnen afblazen en hun schooltijd onthouden, want alleen speciale dingen zul je onthouden.”
[aesop_image img=”https://svjmedia.nl/camielbeekers/wp-content/uploads/sites/50/2019/11/IMG_1537.jpg” panorama=”on” imgwidth=”150%” imgheight=”400px” credit=”Foto door: Camiel Beekers” align=”center” lightbox=”on” captionsrc=”custom” caption=”De meester wordt regelmatig voor ‘apenkop’ uitgemaakt, maar hij pakt de kinderen terug door ze ‘oliebollen’ te noemen.” captionposition=”left” revealfx=”inplace” overlay_revealfx=”off”]
In een recent rapport van DUO Onderwijsonderzoek komt naar voren dat 92 procent van de medewerkers in het basisonderwijs tevreden tot zeer tevreden is. Toch werd er 6 november door leraren gestaakt in heel Nederland voor een verlaging van de werkdruk en vermindering van de loonkloof tussen basis- en voortgezet onderwijs. Ook Bert merkt dat de werkdruk toeneemt. “Als je ziet wat ik allemaal administratief moet bijhouden, nakijken en wat ik daarnaast nog moet doen, dan is dat heel veel.” Maar Bert kan dat wel aan en vindt het niet nodig om te staken. “Ik heb gelukkig heel veel energie en maar weinig slaap nodig, dat is mijn redding. Staken vind ik nu niet nodig, dat heb ik bij de staking op 15 maart al gedaan.” Daarnaast is Bert na 45 jaar op de Dromenvanger nog steeds even gemotiveerd als in het begin. “Ik vind het onderwijs gewoon leuk en interessant, vooral het werken en de interactie met de kinderen. Iedere dag is anders.”
[aesop_image img=”https://svjmedia.nl/camielbeekers/wp-content/uploads/sites/50/2019/11/IMG_1502.jpeg” panorama=”on” imgwidth=”150%” imgheight=”400px” credit=”Foto door: Camiel Beekers” align=”center” lightbox=”on” captionsrc=”custom” caption=”De werkdruk voelt de docent ook. ‘Ik moet heel veel administratief werk doen, maar ik ben nog steeds even gemotiveerd.'” captionposition=”left” revealfx=”inplace” overlay_revealfx=”off”]
Mattenklopper
Na rekenen, taalvaardigheid en een les over de actualiteiten gaan steeds meer kinderen in de klas met elkaar praten. Bert moet vaker kinderen aantikken om ervoor te zorgen dat ze aan het werk gaan. “Doe je boeken even weg”, roept de meester. “Toen ik vroeger aan het lesgeven was, waren er een aantal ondeugende leerlingen in mijn klas. Als ze iets deden wat niet mocht, zei ik altijd dat ze moeten oppassen dat ze niet met mijn mattenklopper te maken krijgen.” De leerlingen hangen aan de lippen van de meester, die opeens het verhaal over de mysterieuze mattenkloppers uit de doeken doet. “Toen ik destijds jarig was kreeg ik van die leerling een mattenklopper cadeau.” “Waar is die mattenklopper dan?” De meester luistert niet naar de vraag van een leerling en gaat stoïcijns door met zijn verhaal. “Later heb ik van meerdere ondeugende kinderen mattenkloppers gekregen, zodoende heb ik er nu vier. En als leerlingen in mijn les heel vervelend worden, gebruik ik gewoon mijn mattenkloppers”, vertelt de meester gekscherend.
Al jaren maakt meester Bert een mysterie van zijn mattenkloppers. Hij vertelt zijn verhaal met een twinkeling in zijn ogen en een grote grijns op zijn gezicht. “Mijn mattenkloppers zijn altijd op school gebleven, maar ik heb ze natuurlijk verstopt. Want de directeur mag hier niet achter komen.” De leerlingen kijken vol spanning om hun heen, of ze een glimp van het simpele voorwerp zouden kunnen opvangen. “Maar ik vertel alleen waar ze zijn aan leerlingen die ik kan vertrouwen, dus ik ga eens goed rondkijken in de klas wie die kinderen zijn.” Bert kijkt nu wel iets serieuzer naar de kinderen. “Vertel het asjeblieft!” “Mij kunt u vertrouwen!” Door de klas klinkt het smeken van de kinderen.
De meester loopt plots stilletjes naar een kast. Hij verrekt geen spier en kijkt serieus. Je hoort de kinderstoelen schuiven, leerlingen gaan achter hun tafel staan en steken hun nek uit om goed te kunnen zien wat meester Bert gaat doen. De kinderen kunnen het niet goed zien dus volgen ze Bert naar de kast. Plotseling wordt de spannende stilte doorbroken door veel lawaai. De kinderen beginnen te lachen en te gillen. Ze rennen snel terug naar hun tafel, want… de meester heeft de verborgen mattenklopper uit de kast gehaald en in zijn hand. Meester Bert buldert ook van het lachen, terwijl hij een aantal kinderen speels aantikt. Gekscherend roept hij naar de leerling die hij net een onschuldige zachte tik heeft gegeven. “Je gaat toch niet tegen je moeder zeggen, dat ik je met de mattenklopper heb geslagen?”
[aesop_image img=”https://svjmedia.nl/camielbeekers/wp-content/uploads/sites/50/2019/11/IMG_1576.jpeg” panorama=”on” imgwidth=”150%” imgheight=”400px” credit=”Foto door: Camiel Beekers” align=”center” lightbox=”on” captionsrc=”custom” caption=”Er liggen een aantal mattenkloppers verstopt in de klas. Als leerlingen ondeugend zijn, moeten ze oppassen dat meester Bert ze geen (speelse) tik komt geven.” captionposition=”left” revealfx=”inplace” overlay_revealfx=”off”]