De afgelopen maanden ervaart de schaakwereld een boom in populariteit. Hier liggen dus ook kansen voor bepaalde schaakbedrijven. Maar hoe maken zij hier gebruik van? Remmelt Otten, uitgever bij het internationale schaakbedrijf New in Chess, vertelt het ons.
New In Chess is een Engelstalige schaakuitgeverij in Alkmaar. De uitgeverij heeft ongeveer 10 tot 15 vaste medewerkers. Het is het enige internationale schaakblad ter wereld. “Maar in het land der blinden is één oog koning,” zegt Remmelt Otten,”in ieder geval zijn wij het belangrijkste schaakblad ter wereld.”
De eerste boom
In het begin van 2020 ging de wereld op slot. De coronapandemie sloot heel veel mensen op in hun huis. Als een resultaat hiervan gingen steeds meer mensen online schaken. “De hoeveelheid schakers online verdubbelde in april, maart, mei, juni”, zegt Otten. Zo kreeg chess.com, de grootste schaaksite ter wereld, er in april 2020 1.6 miljoen nieuwe leden bij, vergeleken met 670.000 in januari.
Deze groei werd verder aangewakkerd door de samenwerking tussen grote ‘streamers’ en bekende schaakspelers. Hikaru Nakamura, één van de beste schakers ter wereld, tekende als eerst schaakspeler ooit een contract met een e-sport team, specifiek met Team SoloMId (TSM). De grootste schaak streamers (mensen die de kost verdienen met live-uitzendingen, oftewel ‘streamen’,) behalen regelmatig een publiek van 10.000+ mensen per stream op de website Twitch.tv.
Deze boom was echter niet per se een kans voor New in Chess. “Wij hadden ons bedrijf al jaren eerder gedigitaliseerd, maar dit is niet ons segment. Je moet serieus beter willen worden, dan kunnen wij jou helpen.” vertelt Otten. Een groot deel van de nieuwe schaakspelers zijn namelijk beginners. Ze weten niet heel veel van schaken. “Uitgeven is een pyramide, de beginners zitten onderaan, de experts bovenaan, wij zitten in de top van de pyramide. Wij zijn voor de spelers die op een schaakclub spelen, of meedoen aan schaaktoernooien”, zegt Otten.
De online schaaksites groeiden enorm, maar New in Chess ervaarde weinig groei. “We hebben in maart 2020 onze digitale boeken te koop gezet op onze eigen online winkel, maar dat is het enige”, zegt Otten. Wel is het zo dat een aantal casual spelers zich ontwikkelden naar serieuze spelers. De omzet van de webwinkel bestaat nu voor zo’n tien procent uit de verkoop van deze online boeken, ook wel e-books genoemd.
De tweede boom
En toen, kwam de tweede boom. Of eigenlijk meer een explosie.
Op 23 oktober 2020 bracht Netflix de miniserie The Queen’s Gambit uit, gebaseerd op de gelijknamige novelle van Walter Tevis uit 1983. De serie bestaat uit zeven afleveringen, en sloeg in als een bom. Na 28 dagen hadden wereldwijd 62 miljoen huishoudens hem gezien. Het is de meest bekeken gescripte miniserie van Netflix ooit.
“Wat door [The Queen’s Gambit] gebeurd is, is echt niet normaal. Van al die kijkers zijn er héél veel (weer) gaan schaken. En daar hebben wij dus niks voor hoeven doen. Het overviel ons en ook andere schaakbedrijven. Maar door de eerste boom waren alle schaakbedrijven voorbereid op groei”, vertelt Otten. Zo hadden ze bijvoorbeeld op Amazon al boeken voor beginners staan.
Scène uit The Queen’s Gambit. Credit: Netflix
Deze boom was ook van heel ander karakter dan de eerste boom. De eerste boom bestond vooral uit nieuwe schakers, die niet per se echt beter wilden worden, maar de tweede boom bracht veel mensen die serieus de tijd wildennemen om beter te leren schaken. “Ik heb hier eigenlijk geen verklaring voor”, zegt Otten, “maar het is wel zo dat in The Queen’s Gambit de hoofdpersoon zelf heel veel schaakboeken- en bladen leest. Dus het kan zo zijn dat de kijkers van The Queen’s Gambit geïnspireerd waren om boeken en bladen te lezen.”
New in Chess voelde de impact van de tweede boom daardoor veel meer. “We moesten boeken bijdrukken want de voorraad ging heel snel op”, vertelt Otten. Boekenverkoop vormt 50 procent van de omzet van New in Chess.
“We hebben nog even nagedacht om een boek te maken over Beth Harmon (de hoofdpersoon van The Quuen’s Gambit), maar daarvoor konden wij geen goede auteur vinden”, zegt Otten.
“In november en december [2020] en januari [2021] hadden wij drie record maanden achter elkaar. En dit kwam eigenlijk alleen door The Queen’s Gambit”, vertelt Otten.
De derde boom?
Een derde schaakboom kwam vanuit Pogchamps 3. Dit is een samenwerking tussen bekende schakers zoals Hikaru Nakamura en Levy Rozman, en influencers zoals pokerspeler Daniel Negreanu en filantroop/Youtuber Jimmy Donaldson. Gemiddeld keken er 124.195 mensen naar dit toernooi, met een piek van 375.110 kijkers.
Echter ervaarde New in Chess hier weinig profijt van. Het toernooi werd gesponsord door chess.com, de grootste schaakwebsite ter wereld. “Chess.com is een concurrent”, zegt Otten, “dus die sturen al die kijkers door naar hun eigen website. Wij hebben hier hooguit indirect profijt van.” Dit komt omdat het wel even duurt voordat nieuwe schakers beter en serieuzer worden.
De toekomst
“In januari 2021, op de top van onze groei, zijn wij gekocht door de Play Magnus Group,” vertelt Otten. Dit is een groep van 5 à 6 schaakbedrijven waarin de wereldkampioen in schaken, Magnus Carlsen, mede-eigenaar van.
Door deze overname kon New in Chess ook gelijk een heus toernooi sponsoren. Het vijfde toernooi in de Meltwater Champions Chess Tour kreeg de naam “New in Chess Classic”. “Dit was héél veel werk want we moesten veel promotiemateriaal maken, maar het was heel goed voor de bekendheid van ons bedrijf”, zegt Otten.
Toch zette de groei van New in Chess niet door in februari, maart, en april van 2021. Niet dat het bedrijf kromp, maar het groeide niet meer zo hard als de voorafgaande maanden. “We groeien ten opzichte van vorig jaar. Maar vorig jaar was een raar jaar, dus we weten niet met welk jaar we moeten vergelijken.”
En of de groei doorzet? “Dat is de million dolllar question”, vertelt Otten, “dat weet niemand. Er zijn heel veel schakers bijgekomen, dus een groot deel zal blijven hangen omdat het zo’n mooi spel is. Maar het is onduidelijk of het aantal gebruikers constant blijft of door zal groeien. We weten het niet.”