Het is bekend onder Nederlandse studenten dat een kamer zoeken geen pretje is. Nergens is plek en wachttijden lijken eindeloos. Maar zij spreken tenminste de taal – voor internationale studenten is de situatie nog moeilijker.
Het probleem
Deze zomer riepen verschillende Nederlandse universiteiten internationale studenten op om niet te komen als ze geen kamer hadden.
Hoe goed bedoeld deze oproep ook was, hij lijkt aan de late kant. “Internationale studenten maken de beslissing om in Nederland te gaan studeren vóór de zomer, rond mei en april”, zegt Yason Sinout, voorzitter van studentenunie Vidius. “Wij hebben van internationale studenten gehoord dat zij hun vlucht al hadden geboekt en hun baan hadden opgezegd toen deze brief binnenkwam.”
Daar komt bij dat de hoeveelheid studenten toeneemt. Dit jaar studeren er 4 procent meer mensen dan vorig jaar. In totaal 340.700 studenten, een recordaantal. Deze toename wordt voor een groot deel veroorzaakt door de enorme groei van het aantal internationale studenten in Nederland. “Het staat als een paal boven water dat het groeiend aantal internationale studenten een grote rol speelt in het kamertekort,” zegt Tweede Kamerlid Jaco Geurts (CDA).

Bron: CBS.
Op zich is deze toename geen probleem, maar wel als je naar de woningmarkt kijkt. “Heel grof gezegd zijn er te veel studenten en te weinig kamers”, oppert Sinout.
Volgens Kences, een kenniscentrum voor studentenhuisvesting, zijn er momenteel 26.500 kamers te weinig. Daar komt bij dat er tot 2025 een schamele 16.500 kamers bij worden gebouwd. Duizenden kamers te weinig dus. De komende acht jaar verwacht Kences dat het aantal studenten dat op kamers woont groeit tot 57.000.
De realiteit voor internationale studenten
De oproep om niet te komen zonder kamer wordt op verschillende manieren geïnterpreteerd.
Voor Megan, een 18-jarige Amerikaan studerende in Utrecht, was een kamer vinden prioriteit nummer één. “Vrijwel het eerste wat ik meekreeg tijdens het Googelen was dat er te weinig kamers waren. Hierom ben ik gaan studeren aan de University College Utrecht, want daar heb ik 3 jaar lang gegarandeerd een kamer.”
Myriam, een 19-jarige Française studerende in Amsterdam, had geluk. “Het enige goede aan internationaal zijn is de kans op huisvesting vanuit de universiteit. Ik had een contract van een jaar.” Daarna moest zij zelf iets vinden. Met wat mazzel kreeg ze een kamer bij vrienden.
Maar er zijn ook veel studenten die het niet zo treffen. Myriam heeft genoeg horrorverhalen gehoord. “Sommige mensen komen naar Nederland toe zonder kamer. Die moeten dan in hotels of AirBnBs verblijven totdat ze er eentje vinden.”
Onderling hebben internationale studenten een naam bedacht voor Nederlandse studentenhuizen – “Dutch Towers”. Zogenoemd omdat je daar simpelweg niet in komt als je niet Nederlands bent. Dit soort huizen begint hun advertenties vaak met de zin: “Sorry, no internationals.”
Volgens Myriam is een kamer vinden als je een buitenlander bent niet alleen moeilijk, maar ook gevaarlijk. “Je moet heel snel reageren op advertenties om ook maar een klein beetje kans te maken. En dan moet je maar hopen dat je niet in de val wordt gelokt door mensen die misbruik willen maken van jouw wanhoop.” Zij heeft verhalen gehoord van mensen die borg/huur betalen voor een kamer die uiteindelijk niet blijkt te bestaan, of al gehuurd wordt door iemand anders.
Op de vraag of ze dit geen harde realiteit vindt, reageert Myriam achteloos. “Welkom in de echte wereld,” schrijft ze in een appje.
Universiteiten
Toen Vidius bij de Universiteit Utrecht wilde aankaarten dat hun oproep te laat kwam kregen zij een veelzeggende reactie. “De medewerker van de universiteit vroeg ‘Wat willen jullie dan? Dat wij op het kamertekort echt voorop de inschrijfpagina voor internationale studenten vermelden?’”, herinnert Sout zich. “Waarop wij zeiden ‘Ja?!’ Het is een begin om in de zomer een brief te sturen, maar het is bij lange na niet voldoende.”
In essentie is het een kwestie van geld. “Heel veel universiteiten hebben gezegd dat ze gaan stoppen met het werven van internationale studenten. Maar het blijft natuurlijk winstgevend om dat te blijven doen,” vertelt Sinout. Volgens hem staan de sociale media van de Universiteit Utrecht vol met Engelstalige content dat gericht is op mensen die nog niet studeren. “En dat is natuurlijk niet zo netjes”, zegt hij.
Jolan de Bie, directeur van Kences en voorzitter van het Landelijk Platform Studentenhuisvesting, heeft een wat hoopvoller bericht: “Het is echt mooi om te zien hoe universiteiten en vooral ook het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap steeds meer hun deel van de verantwoordelijkheid nemen in het oplossen van het huisvestingstekort.
De overheid doet er goed aan om die verantwoordelijkheid te pakken, vinden verschillende Tweede Kamerleden. “Het kamertekort, en in het verlengde daarvan de woningnood, is ontstaan doordat de overheid te lang haar grondwettelijke volkshuisvestingstaak niet voldoende heeft uitgevoerd,” zegt Jaco Geurts.
Faissal Boulakajar, Tweede Kamerlid voor D66, steunt hem hierin: “Er zijn de afgelopen [tijd] te weinig nieuwe woningen gebouwd. Dus ook te weinig studentenwoningen. Elk debat roepen we de minister op om aan de slag te gaan met het realiseren van studentenwoningen.”
Oplossingen
Het kamertekort is een acuut probleem en een chronisch probleem. Oplossingen zijn daarom ook op te delen in acuut en lang termijn.
Acuut
“Dat is natuurlijk helemaal geen permanente oplossing,” zegt de Bie over de oproep aan internationale studenten om niet te komen. “Het is bedoeld om te voorkomen dat mensen dakloos worden, maar het gaat ten koste van onze kenniseconomie.”
Volgens de Bie moeten wij dan ook gaan kijken naar hoe wij de huidige voorraad beter kunnen gebruiken. De Bie vindt dat gemeenten moeten blijven kijken naar manieren om studentenhuizen en gewone huizen samen te laten bestaan. “Veel gemeenten voeren tegenwoordig een ‘antiverkameringsbeleid’. Het is belangrijk dat de gemeente opzoek gaat naar de oorzaak van de overlastgevers en of dat het altijd verbieden van kamers nou de oplossing is. Heel vaak zijn er enkele, aanwijsbare studentenhuizen die voor overlast zorgen en daar is straks iedere student de dupe van.”
De Bie noemt het in huis nemen van studenten door mensen met een eigen huis ook een optie. Dit houdt in dat huiseigenaren kamers in hun huis verhuren aan studenten.
Eén zo’n huiseigenaar, Inge, een zogenaamde hospita, spreekt van een positieve ervaring: “Het bevalt goed en ik raad het mensen aan. Maar je moet wel zorgen dat je een goede eigen plek houdt, en dat je goede afspraken maakt.” Inge is overigens niet bang om een internationale student in huis te nemen. “Lijkt mij juist boeiend”, zegt ze.
“80% van de kamerzoekende bij ons is international”, zegt Maurits Barendregt van Hospi Housing, een platform voor het verbinden van studenten met hospes/hospita’s.
Volgens Barendregt krijgen internationale studenten over het algemeen de voorkeur. “Vaak willen mensen helpen en bij internationale studenten is dat wat dringender omdat Nederlandse studenten vaak nog wel even iets langer bij hun ouders kunnen blijven wonen.”
Chronisch
“Een huizentekort heb je niet een, twee, drie opgelost”, zegt Sinout. “Wij zijn er hard voor aan het lobbyen dat er meer studentenhuizen gebouwd worden, en wat we ook willen is dat er van begin af aan duidelijk wordt gemaakt aan internationale studenten dat er een enorm huisvestingsprobleem is in Nederland.”
Daarom is er een Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting opgesteld. Het is de bedoeling dat er 60.000 extra studentenwoningen op de markt zijn in 2030. “In de binnenstad bouwen wij het liefst”, vertelt de Bie, “en als dat niet lukt is de campus een goede plek, en mocht dat geen optie zijn dan zal je naar de gemeente en/of regio moeten.’
Daar hangt wel een caveat aan. “We kunnen qua nieuwbouw niet meer dan 1-2% aan de voorraad toevoegen per jaar”, zegt de Bie, “de gehele bouwindustrie heeft last van de problemen rond om de stikstofproblematiek, en wij dus ook.” Daar komt bij dat de bouwvrijstelling, het beleid dat de stikstof die bij bouwprojecten vrijkomt door de vingers wordt gezien, recent onderuit gehaald is.
Kortom, het kamertekort wordt door veel dingen verergerd en door weinig dingen verzacht. Alleen het gevolg is eenzijdig – te weinig kamers.