Op zoek naar thuis

 

[aesop_quote type=”block” background=”#ebb51e” text=”#000000″ width=”40%” height=”400px” align=”center” size=”3″ quote=”Ik voel me niet Oegandees, maar ook niet Nederlands.” parallax=”off” direction=”left” revealfx=”off”]

[aesop_map sticky=”left”]

[aesop_map_marker title=”Kampala” hidden=”off”]

 

“Elke zomer gingen we naar Nederland. Dat noemden we “naar huis gaan” en dat voelde tijdens die vakanties ook echt als thuis. Maar als we aan het einde van de zomer weer van Nederland naar Oeganda vlogen, noemden we dat ook “naar huis gaan”. Thuis was voor mij altijd op twee verschillende plekken.” 

Ies van Bussel (20), heeft van haar tweede tot haar twaalfde in Oeganda gewoond, een land in Oost-Afrika. Door haar jeugd valt Ies tussen twee culturen in en dat leidt tot een zoektocht naar thuis.

 

 

[aesop_video src=”youtube” id=”J0HyGLnfKHY” width=”60% content” align=”center” caption=”Het verhaal van Ies, een third culture kid.” disable_for_mobile=”on” loop=”off” controls=”on” mute=”off” autoplay=”off” viewstart=”off” viewend=”off” show_subtitles=”off” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off”]

 

Ies is een third culture kid, ook bekend als TCK. David C. Pollock en Ruth E. Van Reken schreven in 2001 het boek: Third Culture Kids, Growing up between worlds. Tientallen verhalen van TCK’s komen in dit boek naar voren en allemaal hebben ze een overeenkomst: niemand kan “thuis” eenvoudig omschrijven of uitleggen. Ies herkent dat. “Voor mij is thuis niet één plek, of één plaats. Dat is mijn hele leven al zo, maar dat is wel lastig uitleggen aan vrienden of familie. Ik vind de vraag: “waar kom je vandaan” lastig om te beantwoorden,” ze peinst even en haalt haar schouders op, “ik weet gewoon niet zo goed hoe ik dat moet omschrijven.”

Ies is niet de enige. Over de hele wereld zijn kinderen met een vergelijkbaar verhaal. Het is lastig te zeggen hoeveel TCK’s er zijn wereldwijd. Over Nederlanders, inclusief volwassenen, in het buitenland is wel concrete data. Volgens het CBS wonen er 799.965 Nederlanders in het buitenland.

[aesop_image img=”https://svjmedia.nl/fiepherinckx/wp-content/uploads/sites/583/2021/06/nederlanders-in-het-buitenland.png” panorama=”off” imgwidth=”50%” align=”center” lightbox=”on” captionsrc=”custom” caption=”Bron: CBS” captionposition=”left” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off”]

 

Het gezin woonde in Kampala, de hoofdstad van Oeganda. Op de Brits internationale school waar Ies onderwijs kreeg, waren ook veel activiteiten en sportteams. Ies zat in het zwemteam, haar zusje in het voetbalteam. Op school zaten kinderen van allerlei nationaliteiten, ook een flinke hoeveelheid Nederlanders. “Bij mij op school ongeveer dertig anderen,” vertelt ze, “maar op de andere internationale scholen zaten er meer.”

In Oeganda sprak Ies Nederlands met haar ouders en zusje. Via de Nederlandse school, waar ze een paar uur per week Nederlandse taal, grammatica en geschiedenis leerde, vierde ze samen met de andere Nederlandse kinderen Koninginnedag en Sinterklaas. “Onze cultuur was natuurlijk wel aangepast, het was niet zoals hier in Nederland zelf”, zegt Ies.

 

 

 

[aesop_video src=”youtube” id=”eEpNibF5R9I” width=”20%content” align=”right” caption=”Sinterklaas vertrekt van het strand in Entebbe, de stad onder Kampala aan het Victoria Meer.” disable_for_mobile=”on” loop=”off” controls=”on” mute=”off” autoplay=”off” viewstart=”off” viewend=”off” show_subtitles=”off” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off”]

 

 

 

 

[aesop_quote type=”pull” background=”#ebb51e” text=”#000000″ align=”center” size=”1″ quote=”Een TCK is iemand die aanzienlijk gedeelte van zijn of haar jeugd in een andere cultuur heeft doorgebracht, dan de cultuur van hun ouders.” cite=”David C. Pollock, Third Culture Kids ” parallax=”off” direction=”left” revealfx=”off”]

 

De term “third culture kid” is ooit bedacht door Amerikaanse socioloog Ruth Hill in de jaren ’50 toen Hill met haar man naar India ging en met de kinderen van uitgezonden Amerikaanse missionarissen en ambtenaren die daar bij de ambassade werkten. Het viel Hill op dat die kinderen zowel de cultuur van hun ouders meekrijgen, als van het land waar zij wonen en daarmee hun eigen, derde cultuur ontwikkelen en ontwikkelde aan de hand hiervan een model.

 

[aesop_image img=”https://svjmedia.nl/fiepherinckx/wp-content/uploads/sites/583/2021/06/Schermafbeelding-2021-06-21-161907.png” panorama=”off” imgwidth=”40%” align=”center” lightbox=”on” captionsrc=”custom” caption=”Het third culture kid model van Ruth E. Van Reken aan de hand van de jeugd van Ies.” captionposition=”left” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off”]

Kate Bergers is psycholoog en oprichter van Expat Kids Club, een praktijk gespecialiseerd in de ervaringen van expatkinderen tijdens turbulente veranderingen. “Elk kind heeft weer een andere ervaring en dat maakt deze groep kinderen zo interessant, maar ook lastig om te bestuderen,” legt ze uit. “Hoewel ze vaak tegen dezelfde uitdagingen lopen, uit het zich bij elk kind weer anders.”

Expatkinderen zijn TCK’s, maar niet elk TCK is een expatkind. De ervaringen van elk TCK kan heel anders zijn. Sommigen zijn bijvoorbeeld het kind van expats, anderen van militairen. Sommige kinderen hebben een dubbele nationaliteit, terwijl anderen zo vaak van land verhuizen dat ze met geen een cultuur een sterke band hebben. In een steekproef van vijftig TCK’s komen de volgende ervaringen naar voren.

 

[aesop_map_marker title=”Den Haag” hidden=”off”]

In de zomer van 2012 verhuisde Ies samen met haar ouders en zusje naar Nederland. Ze gingen niet in Brabant of Limburg wonen, waar hun familie vandaan kwam en waar ze hiervoor elke zomer verbleven, maar in de wijk Wateringse Veld in Den Haag. Ies was daarvoor nog nooit in de buurt van Den Haag geweest. “Ik voelde me een buitenlander in mijn eigen land”, vat ze samen.

Voor het hele gezin was dit een grote aanpassing. Van een ruim huis met grote tuin, tuinman, nanny in de tropen met een grote, hechte gemeenschap om zich heen, was het gezin verhuisd naar een rijtjeshuis in een nieuwbouwwijk. Akky, de moeder van Ies, zag dat haar dochter nieuwe uitdagingen tegenkwam. Kort na de verhuizing kwam Ies in de brugklas.

Ineens moest Ies overstappen van Brits primair onderwijs naar Nederlands voortgezet onderwijs – twee dingen die niet op elkaar aansluiten. Maar niet alleen de taal of de lessen waren een uitdaging. “Vooral de sociale omgang met kinderen van haar leeftijd ging anders dan Ies gewend was,” legt Akky uit, “die cliques van meisjes, dat kende Ies helemaal niet. Op de school in Kampala waren alle kinderen in de klas heel hecht.”

Voor Kate klinkt dit als een bekend verhaal. “TCK’s hebben veel uitdagingen waar ze tegenaan lopen: de vele veranderingen, vrienden en vertrouwde omgevingen moeten achterlaten, een stukje van zichzelf dat ze soms moeten achterlaten,” vertelt Kate. “Er wordt van deze kinderen verwacht dat zij flexibel zijn en blijven, dat ze elke keer weer hun plekje weten te vinden op een nieuwe school, in een nieuw land. Maar dat betekent ook dat deze kinderen vaardigheden onder de knie krijgen die ze nooit op school zouden kunnen leren. Ze hebben echt een andere kijk op de wereld en kunnen daardoor met een hele brede, open blik de wereld om hen heen analyseren en begrijpen.”

Akky vindt ook dat de voordelen van het leven als TCK opwegen tegen de negatieve ervaringen waar Ies mee te maken heeft gehad. “Ondanks alles zouden we het zo opnieuw doen,” zegt Akky, “die vrijheid die we daar hebben gehad en de school waarop Ies en Jovia hebben gezeten was zo leuk: ik kijk daar alleen positief op terug. Maar we hebben verkeerd ingeschat hoe groot de overgang was om terug naar Nederland te gaan.”

In haar praktijk ziet Kate dat de oorzaak van de moeilijkheden waar TCK’s tegenaanlopen terugkomen op instabiliteit. “Daarom is de verandering naar het “thuis”land ook zo anders dan bij vorige verhuizingen. Het is een hele plotselinge verandering naar een stabiel, of vast, leven en dat schrikt af,” legt Berger uit.

Veel TCK’s kijken met gemengde gevoelens terug op hun jeugd. Voor velen was de ervaring, los van de positieve of negatieve levenslessen, simpelweg heel leuk. In het audiofragment hieronder omschrijven zij hun ervaringen in één zin.

 

 

[aesop_audio title=”TCK’s vertellen over hun ervaringen” src=”https://svjmedia.nl/fiepherinckx/wp-content/uploads/sites/583/2021/06/tck-ervaringen_mixdown.mp3″ loop=”off” viewstart=”off” viewend=”on” hidden=”off”]

 

[aesop_map_marker title=”Arnhem” hidden=”off”]

Inmiddels studeert Ies grafisch ontwerp in Arnhem aan kunstacademie ArtEZ. Daar gebruikt ze haar ervaring als TCK in haar projecten. Haar meest recentelijke kunstwerk heet “Where is Home?” en was bij de derdejaars tentoonstelling van Artez te zien. Bij de meditatie krijgen de bezoekers ook een stukje klei, die ze tijdens de meditatie kunnen vervormen naar iets dat bij hun gevoel van “thuis” hoort.

 

[aesop_video src=”youtube” id=”R7FmrunVrBA” width=”40%” align=”center” caption=”Fragment uit het kunstwerk: Where is Home?” disable_for_mobile=”on” loop=”on” controls=”on” mute=”off” autoplay=”off” viewstart=”off” viewend=”off” show_subtitles=”off” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off”]

Door dit kunstwerk te maken begrijpt Ies dat thuis niet een plaats hoeft te zijn: “Het is iets heel persoonlijks. Daarom heb ik ook voor een meditatie gekozen, ik hoef geen antwoorden terug te krijgen.”

En wat voor haar thuis is?

“Het voor mij een gevoel dat ik op meerdere plekken heb. Bij mijn ouders, die inmiddels naar Boxtel zijn verhuisd, maar op mijn kamer in Arnhem voel ik me ook thuis. Het is een plek waar ik mezelf kan zijn.”

 

 

 

[aesop_content color=”#000000″ background=”#ebb51e” width=”40% content” component_width=”50%” columns=”1″ position=”none” imgrepeat=”no-repeat” disable_bgshading=”off” floaterposition=”center” floaterdirection=”up” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off” aesop-generator-content=”Data verantwoording In dit artikel heb ik gebruikt gemaakt van data die ik heb gevonden en die ik zelf heb gezocht. Voor de eerste datavisualisatie heb ik gebruik gemaakt van cijfers die bekend zijn bij het CBS over mensen met een Nederlandse nationaliteit buiten Nederlandse grenzen. Hierbij heb ik bewust gekozen om de data in absolute getallen te weergeven. In de visualisatie heb ik met kleur willen aangeven wat de relativiteit is van Nederlanders in het buitenland in verschillende landen. De data die ik bij de andere visualisaties heb gebruikt heb ik zelf middels een enquête gevonden. Ik heb gekozen om eigen data te zoeken omdat er heel weinig specifieke data te vinden was. Dit komt mede omdat de TCK populatie heel groot is en niet in concrete getallen bekend is. Ik heb een steekproef van 50 genomen en de enquête geplaatst in een Facebook waarop TCK’s van over de hele wereld zitten, om een zo juist mogelijk beeld te krijgen van hun situaties. Dit is ten opzichte van de hele populatie maar een hele kleine groep, geeft wel een beeld van de diversiteit van deze populatie. Bovendien wilde ik de specifieke situaties van TCK’s goed in beeld krijgen. De datavisualisaties zijn gemaakt middels Google Forms. In de enquête heb ik ook gevraagd of TCK’s hun ervaringen in één zin wilden omschrijven. Dit is allemaal in het Engels gegaan. Ik heb de zinnen vertaald en door Nederlanders in laten spreken. De stemmen die je in het audiofragment hoort zijn dus niet van de TCK’s, maar de inhoud wel.

“]Data verantwoording

In dit artikel heb ik gebruikt gemaakt van data die ik heb gevonden en die ik zelf heb gezocht. Voor de eerste datavisualisatie heb ik gebruik gemaakt van cijfers die bekend zijn bij het CBS over mensen met een Nederlandse nationaliteit buiten Nederlandse grenzen. Hierbij heb ik bewust gekozen om de data in absolute getallen te weergeven. In de visualisatie heb ik met kleur willen aangeven wat de relativiteit is van Nederlanders in het buitenland in verschillende landen.

De data die ik bij de andere visualisaties heb gebruikt heb ik zelf middels een enquête gevonden. Ik heb gekozen om eigen data te zoeken omdat er heel weinig specifieke data te vinden was. Dit komt mede omdat de TCK populatie heel groot is en niet in concrete getallen bekend is. Ik heb een steekproef van 50 genomen en de enquête geplaatst in een Facebook waarop TCK’s van over de hele wereld zitten, om een zo juist mogelijk beeld te krijgen van hun situaties. Dit is ten opzichte van de hele populatie maar een hele kleine groep, geeft wel een beeld van de diversiteit van deze populatie. Bovendien wilde ik de specifieke situaties van TCK’s goed in beeld krijgen. De datavisualisaties zijn gemaakt middels Google Forms.

In de enquête heb ik ook gevraagd of TCK’s hun ervaringen in één zin wilden omschrijven. Dit is allemaal in het Engels gegaan. Ik heb de zinnen vertaald en door Nederlanders in laten spreken. De stemmen die je in het audiofragment hoort zijn dus niet van de TCK’s, maar de inhoud wel.

[/aesop_content]

De volledige meditatie is te zien via: https://youtu.be/rDUG71WIiO8