‘’Kom ie uit Rotterdam dan?’’

Foto: Floor Goedegebuure
In de bruisende havenstad hoor je nog wel eens: ‘’We hebben kennen en kannen, daarom hoeven we niets te kunnen. Of astie huilt, huilt ‘ie uit een oog.’’ Streektalen en verdwijnen in hoog tempo meldde het NRC. Welke invloed heeft dat voor het Rotterdamse accent? Roel Pot geeft in Café Ech Wel een cursus rondom het plat Rotterdams.
Café Ech Wel verschuilt zich op een paar minuten van de Euromast vandaan. Het groen- en bruinkleurige cafeetje valt in eerste instantie niet heel erg op tussen alle bomen. Bij de ingang staat een krijtbord met ‘privé activiteit’ in sierlijke letters geschreven. Het gelach van binnen komt je tegemoet. De wel bekende geur van bittergarnituur en bier verspreidt zich door de tent. Het kleine cafeetje zit zo vol dat er bijna geen ruimte meer is om te zitten. Helemaal achteraan bij het televisiescherm staat Roel Pot. Een ras-Rotterdammer die deze 3 families een cursusje plat Rotterdams gaat bijleren. ‘Ik heb de net met iedereen een beetje kunnen praten. Laten we het gezellig hebben en kennismaken met het prachtige Rotterdams’’, zegt Pot.
Typisch Rotterdams?
De families zitten aan de ene kant van de bar, terwijl Pot bij het podium staat. Er klinkt een stilte voor ze gaan beginnen. Pot opent de cursus met het onderdeel; typisch Rotterdamse woorden en zinnen. ‘’Weten jullie wat het volgende woord betekent; afnokken?’’ De groep kijkt elkaar één voor één aan. Er klinkt veel geroezemoes en uiteindelijk breekt Pot het op. ‘’Het is een woord wat in de haven werd gebruikt. Het is een vernederlandst Engels woord… Iemand?’’ De gokken vliegen in het rond tot Pot het juiste antwoord laat vallen. ‘’Het betekent weggaan, en het komt van to knock off in het Engels. Door het werk in de haven heeft het Rotterdams wel meer van dat soort vernederlandste Engelse woorden.’’ De cursus zet zich voort en de cursisten beginnen steeds meer het gevoel ervoor te krijgen. Voornamelijk de vrouwen en mannen van studentenleeftijd aan de bar. ‘’We hadden tinteldoosje wel moeten weten, ook al ben ik meer gewend aan stroom- of telefoonbotje. Veel van die woorden komen zo bekend voor vanuit andere accenten’’, komt bij een van de vaders op bank vandaan. De lach van de Dordtse man naast hem galmt door het Café.
Dat het op andere accenten lijkt, is niet heel gek, vindt Arjen Versloot, Hoogleraar Germaanse taalkunde. ‘’Het Rotterdams valt onder twee dialecten, namelijk Zuid-Hollands en Randstedelijk. Daardoor hebben de accenten in Zuid-Holland en de Randstad meer gemeen dan die in het oosten.’’ Het Rotterdamse accent heeft verschillende invloeden, zoals; het Fries en het Frankisch. Later werd het accent ook beïnvloed door het Vlaams, blijkt uit de Geschiedenis van Zuid-Holland. Dat zijn niet de enige invloeden, want ook uit het Japans, Maleis, Jiddisch zijn woorden geleend. ‘’Vanmorgen volgden Brabanders deze cursus dan zie je wel het verschil met jullie. Zij zaten er soms echt volledig naast, terwijl jullie vaak wel warm zitten’’, haakt Pot op het gesprek in. De verschillende accenten die vandaag bij de cursus aanwezig zijn, vullen het cafeetje. Er klinkt wat Dordts, Amsterdams en ook lichtelijk Rotterdams bij de families. Het is er niet direct uit op te maken, maar hoe meer antwoorden ze geven hoe meer het doorschemert.


Dialect, accent of spraakgebrek?
‘’Er zijn ook verschillen binnen Rotterdam zelf hoor. Kijk even naar Zuid, Noord en Crooswijk… Dat zijn hele andere buurten en praten anders. De ene zegt komt, de andere zegt kom en dan heb je ook nog kompt’’, legt Pot uit. Een van de jonge vrouwen aan de bar beaamt het; ‘’Ik hoor dat wel als ik naar de mart ga.’’ Pot zijn lach overstemt het gesprek wat gaande is. ‘’Jij gaat zeker daaro naar de mart, bij Noord, om bh’s te halen. Je begint het lichte Rotterdamse wel bij jou te horen hé?’’ De vrouw haalt haar schouders op en schudt met haar hoofd. Ze kijkt naar achteren, waar de rest van haar familie zit. Haar moeder begint te gniffelen, terwijl er veel rumoer ontstaat. ‘’Krijg je ervan als ze hier op kamers gaat.’’
Veel mensen die in Rotterdam wonen, hebben niet door dat zij met accent praten. Als er dan een enquête wordt afgenomen dan vullen zij in dat ze niet met dialect of accent spreken. Vele onderzoeken hebben ook een sterretje naast de data staan met dat de geïnterviewden wel kenmerken van accent of dialect hoorden. Dat maakt auteur en taalkundige Marc van Oostendorp duidelijk in zijn boek; Rotterdams. Door de eerder genoemde verschillen en invloeden maakt dit het Rotterdams niet het meest stabiel. ‘’Een dialect is een soort van eigen taaltje. Hoe onstabieler het dialect, hoe meer het vervaagd. Uiteindelijk zijn er nog bepaalde kenmerken over, zoals de uitspraak van bepaalde woorden. Dat is dan een accent en deze verdwijnen ook steeds meer, doordat zij op het ABN lijken. Net zoals bij het Rotterdamse accent’’, vertelt Versloot. Het Rotterdams werd vroeger niet geaccepteerd als accent. Door vele werd het gezien als een spraakgebrek, het maken van taalfouten of als plat praten. Ook door de associatie met de lage klasse kreeg het Rotterdams niet zo’n goede status. Daardoor lieten veel Rotterdammers het accent links liggen om ABN te leren, bleek uit Honderd jaar stadstaal. Pot is het daar niet helemaal mee eens. ‘’Je ken wel iemand weghalen bij het Rotterdams, maar je krijgt het niet uit hen. Zelfs al praat je ABN, je zal het altijd blijven horen.’’ Daarmee doelt hij op bepaalde klanken, zoals de R, en typisch Rotterdamse woorden.
Op zijn PowerPoint staat een foto van de bekende foodhall in Rotterdam. ‘’Jullie kennen hem allemaal, maar wat is de Rotterdamse bijnaam voor dit gebouw?’’ Iedereen gaat recht op zitten en kijkt naar de foto. ‘’Dat is de marthal!’’ Het is dezelfde vrouw aan de bar die het net over de mart in Noord had. ‘’Klopt, maar niet het antwoord wat ik zoek’’, zegt Pot. ‘’Hoefijzer?!’’ Pot schudt zijn hoofd. ‘’Vreetkeet of puntenslijper dan?!’’ Pot blijft maar schudden. ‘’Het is de Sixtijnse Kapel van Rotterdam. Kunnen jullie die niet?’’


‘’Het is stil aan de overkant’’
‘’Dan nu als laatste’’, buldert Pot uit. Er klinkt een mengeling van enthousiasme en teleurstelling door het cafeetje. ‘’Ik laat twee bekende mensen zien en jullie mogen raden wie de geboren Rotterdammert is. Als eerste… Leo Beenhakker en… Johan Cruijff. Dit is een inkoppertje toch?’’ Het geroezemoes wordt steeds luider en luider. Er valt nog geen definitief antwoord bij de groep. ‘’Dat is toch Cruijf’’, klinkt het bij de bank vandaan. ‘’Nee, het is Beenhakker!’’ Pot laat ze nog heel even in hun sop gaar koken, maar uiteindelijk onderbreekt hij ze toch. ‘’Het is toch geen Cruijff jongens. Die man heeft Amsterdam zowat uitgevonden… Nu zijn de mensen van Dordt stil hé. Het is stil aan de overkant’’, galmt het door het café.
Steeds minder mensen praten met dialect of accent. Het stond onder andere in ghet NRC, AD, Omroep Max, RTL en NPO Radio 1. Uit alle artikelen luidt hetzelfde; vele dialecten hebben een daling te verduren. Versloot is er in meerdere artikelen op in gegaan. Wederom geeft hij hier uitleg; ‘’Hollands, Brabants, Zeeuws en zelfs het Nedersaksisch neemt af. Uiteindelijk zal het Limburgs er ook aan geloven vrees ik. Hier zijn verscheidene redenen voor; er is steeds meer contact met mensen uit andere provincies, waardoor er minder ‘eilandjes’ zijn. Ook hebben dialecten en accenten geen eigen status en dat zorgt voor schaamte bij beoefenaars. Dat is waarom het Rotterdams er vrijwel niet meer is.’’ Dat het Rotterdamse accent en vrijwel niet meer is, is Pot het niet mee eens. ‘’Ik kan mij niet voorstellen dat het verdwijnt. Overal waar ik kom hoor ik het Rotterdams nog. In de Afrikaanderwijk, maar ook bij de gemeente. Mooi voorbeeld, ga meer eens naar de Kuip. Daar zitten zoveel mensen en ze komen overal en nergens vandaan. Weet je wat het mooie is, ze praten allemaal gewoon Rotterdams hoor. Wat ook zo leuk is, is dat Rotterdammers elkaar versterken. Begint de een met Rotterdams te praten dan volgt de rest, en dan wordt het steeds platter en platter. Nee, ik merk echt niet dat het verdwijnt.’’
Pot loopt van de bar weer naar het televisiescherm waar hij begon. Er klinken al veel ‘awh’s’, terwijl hij nog niets heeft gezegd. ‘’Hopelijk hebben jullie zo genoten als ik dat deed, en pikken jullie wat van deze prachttaal op. Meissie, vergeet niet om die bh’s bij de mart in Noord te halen.’’ Een gelach gaat, voor de laatste keer deze cursus, door het café. ‘’Wie weet tot de volgende keer en hier zijn jullie diploma’s!’’