
Wat je (niet) ziet
Mensen met anorexia worden in Nederland jonger. De groep meisjes van 10-14 met anorexia is steeds groter aan het groeien. Maar hoe zit het met de meest voorkomende eetstoornis in Nederland? Er zijn ongeveer 160.000 mensen met Binge Eating Disorder of wel eetbuistoornis. Dat is bijna dertig keer zoveel als mensen met anorexia. In de media blijft deze vorm van eetstoornis echter ondergerepresenteerd. Vorig jaar verschenen er 527 artikelen met de term anorexia of anorexia nervosa erin en maar 13 met de term Binge Eating Disorder of eetbuistoornis.
“Veertien eetbuiten of meer is zeer ernstig”
Binge Eating Disorder is een officiële diagnose uit de DSM-5 -> Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. In het Nederlands: Handboek voor de Classificatie van Psychische Stoornissen. In dit boek staat aan welke criteria een psychische stoornis moet voldoen. Dat is voor een diagnose handig, zo krijgt niet elke stoornis een andere naam bijvoorbeeld. Als je Binge Eating Disorder hebt, dan heb je last van regelmatige eetbuien. Om een officiële diagnose te krijgen moet je voor een periode van drie maanden minstens één keer per week een eetbui hebben en deze niet compenseren. Compenseren is wanneer je bijvoorbeeld overmatig sport na een eetbui, of gaat overgeven. Maar er zijn nog een aantal andere specificaties waar je aan moet voldoen om gediagnosticeerd te worden. Zo moet de eetbui binnen een korte tijd plaatsvinden, bijvoorbeeld binnen een periode van twee uur. Een eetbui ziet er ongeveer zo uit; je eet veel sneller dan normaal, je eet zelfs als je je lichamelijk slecht gaat voelen, je blijft eten ook al heb je geen trek, achteraf walg je vaak van jezelf, voel je je somber en/ of schuldig. De ernst van de eetbuistoornis wordt bepaald door hoe vaak eetbuien voorkomen. Volgens de DSM-5 zijn een tot drie eetbuien per week licht qua ernst, veertien of meer eetbuien per week is zeer ernstig.
Charlie Paludanus is eetstoornis- en traumatherapeut bij haar eigen praktijk: vrij van eetstoornis. Paludanus behandelt mensen met eetstoornissen die last hebben van eetbuien, bijvoorbeeld eetstoornissen als boulimia of eetbuistoornis maar ook de eetstoornis anderszins omschreven. Ze is ervaringsdeskundige, dat betekent dat ze zelf ook een eetstoornis heeft gehad. Van haar twintigste tot haar zevenentwintigste had Paludanus boulimia, hiervan is ze nu volledig hersteld. Vanaf het moment dat ze herstelt, droomt ze ervan om ooit iets te doen met eetstoornissen. Vooral omdat herstel voor haar voelde als vrijheid. Na bijna twintig jaar lukte het haar haar droom werkelijkheid te maken. Nu helpt ze dus mensen met eetbuien. Kort legt ze uit wat haar opvatting van eetbuistoornis is:
“Een peuter krijgt een snoepje als troost”
Volgens Paludanus zijn er drie (hoofd) oorzaken voor eetbuien: emotie regulatie, te vaak een tekort aan voedingsstoffen en gewoonte. Eten als emotie regulatie wordt er met de paplepel ingegoten, zegt ze. Een peuter krijgt bijvoorbeeld een snoepje als troost wanneer die hard is gevallen en we vieren prestaties met uit eten gaan. Eten wordt vaak ingezet als verzachter, troost of beloning. Mensen met een eetstoornis gebruiken (niet) eten vooral om bepaalde gevoelens te onderdrukken en zo dus niet te hoeven voelen. Het is niet gek dat mensen met een eetbuistoornis vaak last hebben van eetbuien in de avond of nacht. Paludanus zegt daarover:
Restrictie
Een tekort aan voedingsstoffen is volgens haar ook een van de hoofdoorzaken van eetbuien. Dat klinkt misschien gek, eetbuien gaan juist over (te) veel eten in een korte tijd. Maar ook bij eetbuistoornis is er vaak sprake van restrictie. Dit is het beperken van de hoeveelheid eten die je binnenkrijgt. Het is voor mensen met een eetstoornis niet gek om bijvoorbeeld niet te ontbijten. Voor een volwaardig eetpatroon is het uitgangspunt: drie hoofdmaaltijden en twee/ drie tussendoortjes. Dat betekent: ontbijt – tussendoortje – lunch – tussendoortje – diner – tussendoortje. Wanneer je bepaalde maaltijden hiervan overslaat, raakt je lichaam van slag. Het heeft namelijk effect op je bloedsuikerspiegel. Een persoon functioneert het beste wanneer de bloedsuikerspiegel redelijk constant blijft en er dus geen sprake is van flinke pieken en dalen. Als je bijvoorbeeld geen ontbijt eet, produceert je lichaam ‘s ochtends minder insuline; het stofje dat verantwoordelijk is voor die bloedsuikerspiegel. Grote schommelingen zorgen voor energiedips en dat heeft dan weer invloed op je eetgedrag omdat je tijdens zulke ‘dips’ vaak trek hebt in veel suiker. Paludanus vult aan dat er nog een ander stofje vrijkomt:
“Een Pavlov reactie”
Eetbuien worden dus gebruikt als een soort ‘emotie regulatie’ en kunnen een reactie zijn op het genegeerde hongergevoel van mensen met een eetstoornis. Daarnaast worden eetbuien op een gegeven moment ook een soort gewoonte, vertelt Paludanus:
Een soort Pavlov reactie dus, volgens Paludanus ook wel een “geconditioneerde reflex”. Niek Lubbers heeft Binge Eating Disorder en is daar sinds vorige zomer voor in behandeling. Hij herkent dit. “Ik kwam ‘s avonds thuis van mijn werk en dan had ik het gevoel dat ik in de avond gewoon even alles uit de kast moest proeven. Niet per se alles helemaal opeten, maar ik moest van alles dat in de kast stond wel een hapje nemen. Het werd een soort routine en ik kon ook heel erg boos worden als ik dat momentje voor mijzelf niet had. Wanneer er dan bijvoorbeeld iemand naar beneden kwam. Dan voelde ik me wel een beetje betrapt.”
Jonge stoornis
Per tien jaar overlijdt 5% van de mensen met anorexia en 2% van de mensen met boulimia. Cijfers over Binge Eating Disorder ontbreken. De meest logische verklaring hiervoor is dat de stoornis pas net is opgenomen als een op zichzelf staande eetstoornis. Dat gebeurde in 2013 bij de uitgave van de DSM-5. In de DSM-4 werd een kanttekening gemaakt, er was meer onderzoek naar deze stoornis nodig. Wat wel bekend is, is dat ongeveer 23% van de mensen met Binge Eating Disorder geprobeerd heeft om zelfmoord* te plegen. Volgens Paludanus is maar 6% van de mensen met BED een behandeling. De lifetime prevalentie van BED voor vrouwen ligt rond de 1 tot 4%, voor mannen is dat 1 tot 3%. Lifetime prevalentie betekent: het aantal mensen dat ooit in hun leven BED heeft gehad. BED is dus de ‘jongste’ eetstoornis, al helemaal in vergelijking met anorexia waarvan de eerstgenoemde beschrijvingen al teruggaan tot de hellenistische periode rond 323 v.Chr. – 31 v.Chr. Anorexia werd een officiële eetstoornis bij publicatie van de eerste DSM in 1952. Dat betekent dat er bijna 75 jaar aan anorexia onderzoek heeft kunnen plaatsvinden en pas net iets meer dan tien naar BED. Toch verdient de stoornis de onzichtbaarheid die het ontvangt niet. Vooral niet wanneer ongeveer 85% van alle eetstoornissen Binge Eating Disorder is, tegenover ongeveer 3% anorexia.
🎧 In de podcastserie: ‘De Stille Stoornis’ onderzoekt Isis van Haren de meest voorkomende eetstoornis in Nederland, waar je in de media (te) weinig over hoort. Wat houdt Binge Eating Disorder precies in? Waarom hoor je er in de media zo weinig over? Is het net zo schrijnend als anorexia? Hoe ziet het dagelijks leven voor iemand met BED eruit? Vragen zoals deze en vele andere worden in zeven afleveringen beantwoord, om uiteindelijk te kunnen kijken naar hoe we de onzichtbaarheid van BED kunnen doorbreken. In de eerste aflevering van de podcast ‘Wat je (niet) ziet’ zoekt van Haren uit: wat is BED precies? Deze is nu te beluisteren in jouw favoriete podcastapp.
*Denk je aan zelfdoding? Neem 24/7 gratis en anoniem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via 0800-0113 of chat op 113.nl