Rudi Verhagen Tijdens het EK A-judo Foto: Jan-Willem Bello
Rudi Verhagen Tijdens het EK II-judo
Foto: Jan-Willem Bello

Van banketbakker tot voorman van het II-judo: “Het was nooit mijn intentie om judoleraar te worden”

Zeven jaar is Rudi Verhagen (59) als hij, geïnspireerd door zijn broer, naar zijn eerste judoles gaat in 1973. Zijn verhaal begint met een liefde voor wedstrijdjudo, die uiteindelijk uitgroeit naar een levenslange missie om de sport toegankelijk te maken voor iedereen, ongeacht hun fysieke of mentale beperkingen. Met als hoogtepunt de organisatie van het eerste officiële Europese Kampioenschap (EK) aangepast (II) judo afgelopen november.

Je bent hiervoor dus bakker geweest?

“Ja, ik ben eigenlijk bakker van beroep. Eerst heb ik de koksopleiding gedaan en daarna de opleiding tot banketbakker. Dat heb ik tot mijn 21ste gedaan en daarna ben ik judoleraar geworden omdat mijn broer ziek werd. Hij was judoleraar, zelf zat ik toen in de nationale selectie junioren. Toen hij ziek werd ben ik zelf les gaan geven. Aangezien ik vond dat die lessen overeind moesten blijven. Zodat hij straks weer verder kon. Uiteindelijk kwam hij te overlijden. Ondertussen ben ik het lesgeven eigenlijk ook wel leuk gaan vinden, terwijl het nooit mijn intentie was om judoleraar te worden. Dat wilde ik niet. Helemaal niet zelfs. Ik wilde gewoon zelf judoën en meedoen in de top. Een van mijn eigen trainers destijds, Eddy van de Pol, heeft me toen aangespoord om een eigen judoschool te beginnen. Hij heeft me toen mijn eerste matten gegeven en zo ben ik met Sportinstituut Verhagen begonnen.”

Uiteindelijk ben je dus les gaan geven en toen kwam er een meisje in een rolstoel bij jouw les…

“Ja, er zat een jongetje bij mij op judoles en zijn zusje kwam vaak mee naar de training en zij zat in een rolstoel. Zij wilde ook heel graag judoën. Zo ben ik dus met de doelgroep aangepast judo in aanraking gekomen. Toen kwam er ook een jongetje bij met het syndroom van down en dat waren toen mijn eerste leerlingen in het II-judo.”

Rudi Verhagen tijdens het EK II-judo.
Foto: Jan-Willem Bello
Rudi wordt door de EJU in het zonnetje gezet na zijn inzet voor de organisatie van dit EK. Foto: Jan-Willem Bello

Hoe is het A-judo binnen jouw club daarna groter geworden?

“Doordat die twee mensen met enthousiasme praten over de sport met anderen. Dat werkt toch het allerbeste. Je kunt wel een gigantisch artikel in de krant zetten of overal adverteren maar uiteindelijk werkt mond op mond reclame toch het allerbeste.”

Judoles geven aan deze doelgroep is natuurlijk één, maar je doet nog veel meer dingen voor deze doelgroep zoals trainingsstages en toernooien organiseren. Wat heeft jou daartoe zo geïnspireerd? Dat je denkt van, dat ga ik doen, daar heb ik zin in!

“Nou, heel eenvoudig  eigenlijk. Ik ging naar het allereerste toernooi wat ik ooit meegemaakt heb voor A-judo in Gilze. Het Twinkel toernooi. Daar stonden een mannetje of veertig, vijftig te judoën. Ik zag daar een kind dat verloren had en tòch stond die te juichen en te springen. Zo met de handen in de lucht. Een glimlach op zijn gezicht van oor tot oor. Dat was zó schitterend! En ik dacht, dit wil ik ook. Ik wil dit plezier aan die mensen kunnen bieden. Dus toen heb ik gezegd, het jaar daarop, huppakee we gaan toernooien organiseren waar ook deze doelgroep aan mee kan doen.

 In 1989 zijn we gewoon begonnen. Meteen hadden we tachtig deelnemers uit twee landen:  Duitsland en Nederland. We organiseerden het toernooi om de twee jaar, vanwege de financiën. Het organiseren deden we met twee man, dat was wel wat. Tegenwoordig hebben we gelukkig een heel team van tachtig vrijwilligers om ons heen. Een fantastisch team. Echt, niet normaal. Het voelt als één grote familie. Ze komen ook van buiten Venray meehelpen. Ik ben ervan overtuigd  dat de grootste aantrekkingskracht hem zit in het feit, dat het specifiek voor deze doelgroep is.”

Dan heb je afgelopen november het allereerste officiële EK mogen organiseren: hoe heb je het überhaupt voor elkaar gekregen om dat te mogen doen, en dan ook nog eens hier in Venray?

Ik heb meegeholpen bij de organisatie van de allereerste onofficiële wereld kampioenschappen (WK) voor aangepast judo in Duitsland. De organisatie had mij gevraagd om te assisteren vanwege de ervaring die ik heb. Daarna zijn er twee onofficiële EK’s geweest in Londen en in Keulen. Bij alle drie de projecten ben ik betrokken geweest. Corona kwam er nog tussen, maar daarna wilde ik graag het officieuze WK naar Nederland halen.

“Ik heb toen met de JBN een brief geschreven aan de IJF met de aanvraag voor een officieus WK, maar omdat ik vorig jaar als allereerste het officiële EJU (European Judo Union) toernooi “Get Together” had georganiseerd, strookte dat met wat de EJU en IJF willen. Zij wilden geen onofficieel en officieel toernooi op dezelfde locatie in dezelfde week. Toen heb ik tegen de EJU gezegd dan hebben jullie pech, ik ga het WK organiseren. Sergei Aschwanden, EJU Vice President, die schrok daar wel van maar hij kwam direct met het voorstel om : ”een officieel EK te organiseren.” Toen zei ik dan gaan we een officieel EK draaien, want ik heb liever een officieel EK dan een officieus WK en zo is dat tot stand gekomen. Ik werd voor het blok gezet maar ik heb het om weten te keren door hun weer voor het blok te zetten en uiteindelijk heeft dat twee hele mooie evenementen opgeleverd.”

Rudi Verhagen met zijn judoka Jurgen van der Heijden vlak voor het aantreden voor de eerste partij.
Foto: Jan-Willem Bello

Wat is de rol van familie en vrienden in de voorbereiding geweest voor jou richting het EK? 

“Ik heb helaas geen familie meer. Mijn zus is overleden in 1978, mijn broer in 1992, mijn vader in 1997 en mijn moeder in 2003. Ik heb wel inmiddels een “tweede moeder”, die heeft mij symbolisch geadopteerd. Toen mijn moeder ziek was, kon ze voor haar gevoel niet weg gaan omdat ze mij niet alleen wilde achterlaten. Maar ze was gewoon hartstikke op. En om mijn moeder gerust te stellen, zei ze: ”Ik zorg wel voor jullie Rudi.” Voor mijn moeder was dat een hele geruststelling. Het uur daarna was ze overleden. Ik haal hier wel mijn drijfveren uit om door te gaan. Iets te maken van het leven en te presteren. Voor mij is het ook een kick dat ik dit voor elkaar heb gekregen, zo’n EK organiseren.

Vrienden die mij helpen tijdens het toernooi heb ik wel. Bijvoorbeeld de mannen die de muziek en de verlichting en alles daaromheen gedaan hebben, zijn twee goede kameraden van mij.”

Bij het Get Together toernooi heb je alle vormen en niveaus van aangepast judo, bij het EK is dat niet het geval, waarom niet? 

“Eigenlijk is bij het EK gekozen voor mensen met een verstandelijke beperking. Als eerste, omdat het ook voor de EJU iets nieuws is. En omdat een IQ iets is wat je kunt controleren. Ze kunnen een test doen. En we hebben drie verschillende testen gedaan. Twee in het Engels en één in de eigen taal. Als iemand een IQ onder de 75 heeft dan valt deze persoon binnen de doelgroep van intellectual impairment. Dat is een makkelijke graadmeter omdat het ook verbonden is aan Virtus, een wereldorganisatie overkoepelend voor mensen met een verstandelijke beperking. Zij helpen om mensen binnen deze doelgroep aan het sporten te krijgen. Zij zijn ook verbonden met het IOC ( Internationaal Olympisch Comité. Puur omdat er een controlerende factor is, hebben we daarvoor gekozen. Want eigenlijk zou de EJU best wel voor iedereen willen. Maar dat is nu nog te ingewikkeld, want wanneer is iemand beperkt? Waar ga je die grens leggen? In mijn ogen is er sprake van een beperking als het belemmerend is in jouw judovermogen. Ben ik doof, ben ik dan belemmerd in mijn judo? Nee. Heb ik een bril op, ben ik dan belemmerd? Hoeft niet. Ik kan lenzen in doen. Daar zijn we nu over bezig om daar duidelijke grenzen aan te stellen zodat er hopelijk in de toekomst nog meer categorieën kunnen deelnemen aan het officiële EK.”

Rudi en judoka Jasper geven elkaar een high-five naar het behalen van de finale.

Hoe belangrijk is het nu dat er een echt erkend titeltoernooi is voor deze A-judoka’s? 

“Heel belangrijk. Ik ben ook trots dat het nu eindelijk wat meer maatschappelijke aandacht krijgt. De jongens waren er zelf ook erg blij mee. Ik weet nog dat Jurgen naar mij toe kwam en vroeg: “Is dit nu eindelijk een écht EK, Rudi?” Ja jongen, dit is een echte. En weet je wat hij daarna vroeg?”

Nou?

 “Als ik kampioen wordt Rudi, krijg ik dan ook een tweede dan?” Prachtig hè!, dat laat toch wel zien dat die jongens daar echt wel mee bezig zijn.”

Wat voor doelen heb je nog voor de toekomst voor het II-judo?

“Het zou mij echt geweldig lijken om het II-judo op Paralympische Spelen te zien. Alleen weet ik dat ze bij de Paralympische Spelen vinden dat er geen sport meer bij kan. Daarom ben ik drie jaar geleden begonnen met het VI-judo (Visual Impaired Judo) bij het II-judo te gaan betrekken. Want het is nu alleen VI-judo op een paralympische spelen, terwijl als je naar Nederland kijkt, dan is het II-judo nu vele malen groter is dan het VI-judo. Hoe mooi zou het zijn als we het II-judo samen gaan doen met het VI-judo? Dan hebben we een groter deelnemersveld. Dus ook veel meer publiciteit en een veel grotere uitstraling naar buiten toe. Daarom zijn we begonnen met die verbinding, in de hoop dat het geaccepteerd gaat worden.”

Rudi Verhagen wordt geïnterviewd door Peel en Maas TV.

Hoe heb je dit EK ervaren?

Dit EK was echt fantastisch om te doen. Het vreet energie, dat is niet te filmen! Maar als je dan al die blije koppen ziet tijdens de medailleceremonie. En dan met “We are the champions” van Queen erbij. Dan krijg je gewoon weer kippenvel zoals bij het eerste toernooi waar ik ooit bij aanwezig ben geweest. Dan denk je: Ja, daar heb ik het voor gedaan.”