
Foto: Jan-Willem Bello
Btw-verhoging volgende uitdaging voor ijsbanen in Nederland? “Als je een keer in de week een zak chips minder koopt, dan kan je ook gewoon dat ijsbaankaartje blijven betalen.”
In september 2024 kondigde het kabinet een controversiële maatregel aan: de btw op sportactiviteiten, waaronder ijsbanen, zal vanaf 1 januari 2026 stijgen van 9% naar 21%. Wat gaat dit betekenen voor ijsbanen, die al worstelen met stijgende energiekosten en dalende bezoekersaantallen? En hoe reageren ijsbaanexploitanten en schaatsliefhebbers op deze dreigende financiële ijsberg?
Afgelopen maand sprak oud-schaatser Mark Tuitert in het programma Eva over de ernstige situatie die de btw-verhoging voor ijsbanen zou meebrengen: “IJsbanen bestaan ook bij de gratie van subsidies van gemeentes. Voor zwembaden geldt precies hetzelfde. Dus als daar dan nog een btw-verhoging overheen komt… Er staan nu al ijsbanen op omvallen. Dan gaan er daar nu zo een paar écht om als dat zo doorgaat en dan verlies je letterlijk gewoon erfgoed en dat krijg je ook niet meer terug. Dat is zo ontzettend zonde.”
Daar is Dennis van Rijswijk, voorzitter van Vereniging Kunstijsbanen Nederland (VKN) het niet mee eens: “Ja… zo zwart zie ik het niet. Er is altijd een significant risico dat, als het heel slecht uit zou pakken, dat dan pijn gaat doen. Maar dan nog: het blijft maatschappelijk vastgoed dus dan is het een politieke keuze of je dat laat gebeuren.”
De waarheid hierover ligt wat genuanceerder. Momenteel is er maar een ijsbaan die in zwaar weer verkeerd en dat is ijsbaan Groningen. Dat komt omdat zij zitten te wachten op een verbouwing die 60 miljoen euro gaat kosten. Daarnaast is het nog niet heel lang geleden dat de KNSB berichtte met de volgende kop:” Sluiting dreigt nog deze winter voor zes tot acht kunstijsbanen bij nieuw energiecontract.” Waarvan een van de ijsbanen die in Enschede was. De gemeente was daar niet in staat om financieel voldoende bij te springen waardoor de baan bijna ten onderging. Een rondgang met de pet bij gemeenten in de regio en de provincie kon de Twentse baan uiteindelijk redden. Momenteel zijn ze dus in Twente vooral bezig met de vraag of ze volgend jaar door mogen gaan met de exploitatie of niet en niet met de eventuele gevolgen van een btw-verhoging.
Een deel van de ijsbanen in Nederland bestaat namelijk uit een combinatie van publieke en private financiering. Daarbij is de gemeente meestal de eigenaar van de accommodatie. Dit betekent dat de gemeente verantwoordelijk is voor de grote investeringen in de infrastructuur en het onderhoud van het gebouw. De gemeente schakelt een exploitant in die zich dan vervolgens bezighoudt met het dagelijks beheer, de programmering van activiteiten en het aantrekken van bezoekers naar de ijsbaan. Door samen te werken, kunnen de risico’s van het project worden gedeeld. Private partijen kunnen vaak efficiënter opereren dan overheidsinstanties. Ze hebben ervaring en expertise in het beheren van sport- en recreatievoorzieningen, wat kan leiden tot kostenbesparingen en een betere dienstverlening. Andersom geldt dat als de exploitatie niet rendabel is, de gemeente kan bijspringen om sluiting te voorkomen. Een ander groot deel van de ijsbanen in Nederland best uit een combinatie waarbij wederom de gemeente de eigenaar is van de accommodatie. Echter wordt in dit geval de exploitatie gedaan door een stichting. De financiële constructie zit bij deze vorm nagenoeg hetzelfde in elkaar als bij een private exploitant, er zijn wel verschillen in doelstellingen, structuur en financiële regels. De belangrijkste verschillen ten aanzien van dit onderwerp zijn: dat stichtingen ten opzichte van private exploitanten geen winstoogmerk hebben en dat zij niet btw-plichtig zijn.
IJsbanen als de Jaap Eden baan en ijsbaan Haarlem gaven daarom aan dat zij verwachten geen last te krijgen van de btw-verhoging. Dit geldt min of meer ook voor de Elfstedenhal te Leeuwarden. Algemeen directeur Klaas Siderius zei hierover het volgende: “Wij verwachten geen grote financiële problemen wanneer de btw wordt verhoogd. Wat we wel verwachten, en dat zien we al na prijscorrecties, is dat een deel van de gebruikers die voorheen terugkerend waren dan niet meer komen. We weten niet of dit de minima betreft of dat het om personen gaat die voor zichzelf hebben besloten dat de prijs te hoog is voor de dienst die wordt geleverd. Hoe het ook zij, de verhoging zal de sport geen goed doen! We hopen dat men van de verhoging af zal zien.” Die mening deelt van Rijswijk met Siderius. Hij vindt het een slecht besluit maar begrijpt ook dat er dan ook ergens geld vrijgemaakt moet worden om allerlei anderen dingen te kunnen betalen: “Dan zijn er in mijn optiek altijd meerdere wegen die naar Rome leiden om te zorgen dat dat geld er komt. En dan zou ik dat niet direct gaan halen bij juíst een voorziening die ervoor zorgt dat het op termijn kostenbesparend kan zijn op allerlei andere onderwerpen. Zoals volksgezondheid.”

De exacte gevolgen van de aanstaande btw-verhoging, daar kan nog niemand uitspraken over te doen, maar dat de prijzen van kaartjes omhoog gaan is voor van Rijswijk wel een onvermijdelijk gegeven: “Kijk feitelijk is het straks een verhoging van 12% op de tarieven. Ik merk zelf ook bij de exploitant dat de tickets verhoogd moeten worden omdat het gewoon op een andere manier verdiend moet worden. wij sluiten natuurlijk meerjarige contracten met lokale overheden om hun gemeentelijk vastgoed te exploiteren. Dat zit vaak nog in oude contracten gegoten dus daarin is natuurlijk nooit voorzien in zaken zoals energiestijgingen op dit niveau. Ook dat wringt nog eens een keer extra mee. Dus ja alles bij elkaar opgeteld is het wel een legpuzzel geworden. Wanhopen doen we niet, maar je moet wel héél slim gaan ondernemen om er voor te zorgen dat het allemaal uit kan blijven.”
Peter van Eldert, onderzoeker van het Mulier instituut, waarschuwt ook nog voor een andere bedreiging: “die btw-verhoging is een ding, maar er zijn ook nog bezuinigingen op sportsubsidies aangekondigd. Alsof dat nog niet genoeg is komt er in 2026 ook nog eens een bezuiniging op het gemeentefonds van 2,5 miljard euro. Wat voor invloed dat heeft op de financiële huishouding van ijsbanen, dat zou ik niet weten daar heb ik momenteel te weinig zicht op, maar het kan wellicht gevolgen hebben voor de financiële steun die zij van de gemeente kunnen verwachten.”

Een prijsstijging als gevolg van de btw-verhoging, daar heeft onderzoeksbureau Ipsos onderzoek naar gedaan. In dat onderzoek geeft een derde aan dat zij minder zullen gaan sporten als gevolg van de btw-verhoging. Omgerekend is dat volgens Ipsos 12% van de Nederlandse bevolking. Een zesde van de ondervraagden geeft aan te stoppen met het uitoefenen van betaalde sport. Dat is omgerekend maar liefst 7% van de Nederlandse bevolking. Dit ligt met name bij de mensen met een laag inkomen aan de oppervlakte. Omgerekend 11% van de lage inkomens in Nederland geeft aan te stoppen met betaald sporten bij een btw-verhoging.
Behoorlijke aantallen, die bij van Rijswijk wat irritatie opwekken. Hij vind dat mensen zelf een afweging moeten gaan maken over waar ze hun geld aan uitgeven. “Dan denk ik dat als je een keer in de week een zak chips minder koopt, je dan ook gewoon dat ijsbaankaartje kan blijven betalen. Of als je op straat gaat kijken hoeveel mensen er roken: heel bijzonder, maar dat zijn er toch behoorlijk veel. En dan zou je op een kaartje van acht euro geen acht dubbeltjes extra kunnen betalen om te gaan sporten? Ik vind dat een rare afweging.”
Wat vind de schaatser hier nu eigenlijk zelf van?
Twee schaatssters die fanatiek bezig zijn met wedstrijden, maar niet in een profploeg zitten, laten hier hun licht over vallen. Marleen Popken, marathonschaatsster in het beloften dames peloton. Zei reageerde niet heel geschokt op deze maatregel: “ik had het wel al een beetje zien aankomen maar omdat het al zo’n dure sport is maakt dat het niet makkelijker.” Binnen haar vereniging heerst er angst voor dat het allemaal nog duurder zal gaan worden. “Tuurlijk weet je dat het ieder jaar iets duurder wordt vanwege de inflatie, maar dit kan nog wel een extra prijsstijging met zich mee brengen.”
Daarnaast vreest Marleen voor nog een ander gevolg van deze btw-verhoging: “Als deze btw-verhoging door zal zetten dan vrees ik er toch ook wel voor dat mijn huidige thuisbaan, Groningen, ook wel eens de deuren zal gaan moeten sluiten en als je dan helemaal naar Leeuwarden of Heerenveen zou gaan moeten reizen, dat brengt toch weer een extra drempel met zich mee, zeker voor jonge beginnende schaatsers.”
Susan Dijkshoorn, langebaanschaatsster en specialist op de sprintafstanden, denkt daar precies hetzelfde over: “Het zou toch wel vrij bizar zijn als we straks misschien nog maar in een van de drie noordelijke provincies een ijsbaan zouden hebben. Dat is toch een behoorlijke drempel om te nemen voor ouders met jonge, beginnende sporters. Daar kun je als schaatssport in de strijd met sporten als voetbal, wat ze allemaal in hun eigen dorp met hun eigen vriendjes kunnen beoefenen, niet tegenop.”
De exacte gevolgen? Daar zullen we, als deze plannen daadwerkelijk doorgevoerd gaan worden, toch pas echt in 2026 achter gaan komen.
Dataverantwoording:
In dit artikel is gebruik gemaakt van data over hoe de Nederlandse bevolking reageert op een btw-verhoging. Dit is een onderzoek van onderzoeksbureau Ipsos, steekproefsgewijs uitgevoerd. De n-term bij dit onderzoek op de Nederlandse bevolking boven achttienjaar is 1.016. In het onderzoek wordt de verwachting van mensen gepeild op de vraag of zij verwachtten dat de btw-verhoging hun sportgedrag zal beïnvloeden. Daarnaast wordt er in dit onderzoek ook nog aandacht besteed aan de vraag of sport volledig btw-vrij zou moeten zijn en hoe de mening over de btw-verhoging wordt ontvangen onder de bevolking op basis van hun stemgedrag. Deze laatste twee genoemden zijn in dit artikel achterwegen gelaten omdat deze niet relevant zijn voor in de invalshoek van dit artikel. De gegevens zijn verzameld van 26 juli tot en met 29 juli 2024 en gepubliceerd op 16 augustus 2024.