Alleenstaande starter Djuri van Leeuwen (31) krijgt geen voet tussen de deur op de koopwoning markt. Door hoge prijzen en de concurrentie met koppels lukt het Djuri niet om een eigen huis aan te kopen, dit terwijl hij een bovenmodaal inkomen heeft.
‘Huizen iets beter betaalbaar vanaf medio 2023’. Dat kopt De Nederlandsche Bank (DNB) over de huizenmarkt. De verwachting is dat een huis vier procent beter betaalbaar is aan het einde van 2023, ten opzichte van 2021. Toch heeft de starter hier weinig profijt van, een gemiddeld startershuishouden kan maar vier procent van alle Nederlandse koopwoningen betalen, aldus DNB.
En voor de alleenstaande starter lijkt het nog lastiger om een koophuis te bemachtigen, zo blijkt uit een analyse van De Hypotheker. Boudewijn de Jong van de hypotheekbemiddelaar denkt dat gestegen huizenprijzen één van de oorzaken is. “Het komt toch op een inkomenskwestie uit, daarbij liggen de huizenprijzen hoger dan tien jaar geleden. Voor de starter is er daardoor weinig aanbod. Het is heel lastig om daar in je eentje tussendoor te komen.”
Vergelijkingssite Independer zocht uit hoeveel eigen geld huizenkopers mee moeten nemen in verschillende steden en of er een financieel verschil is tussen starters en singles. In Utrecht moet een alleenstaande starter bijna vijftig procent meer eigen geld meenemen dan een koppel met bijna hetzelfde inkomen. Terwijl het verschil in Amsterdam, maar iets groter is dan tien procent, tussen singles en koppels.
[aesop_image img=”https://svjmedia.nl/jeroenlangeveld/wp-content/uploads/sites/597/2023/07/lf-2023-07-31-12_31_06.pdf” panorama=”off” align=”center” lightbox=”on” captionsrc=”custom” captionposition=”left” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off”]
Na jaren zoeken is het Djuri eindelijk gelukt zijn eerste woning te vinden, maar vooralsnog is dit wel een huurwoning. Als hij erop terugkijkt was dit een hele opgave. “Na mijn studententijd op kamers kon ik geen woning vinden en mocht ik ook niet in mijn studentenkamer blijven. Daardoor moest ik weer bij mijn ouders gaan wonen”. Dit was het begin van Djuri’s zoektocht, die uiteindelijk drie jaar heeft geduurd.
Hoewel Djuri nu een eigen huis heeft, blijft het lastig om de situatie te accepteren. “Op een bepaald moment wil je toch je eigen leven gaan beginnen. Maar voor dit appartement betaal ik 1235 euro exclusief energielasten. Dat zijn kosten die ik nooit meer terugzie.” Dit voelt oneerlijk, vooral wanneer de 31-jarige starter koppels om zich heen ziet die een hypotheek betalen van zo’n 800 euro per maand. Ondanks alle frustratie heeft Djuri besloten zijn huidige situatie te accepteren.
Het ongeloof van Djuri bij het vinden van een koopwoning ziet hypotheekadviseur De Jong vaker terug bij alleenstaande starters. Toch wil hij ze niet ontmoedigen: “De alleenstaande starters komen vaak met mineur binnen, maar ze komen gelukkig nog wel. Er is vaak meer mogelijk dan ze denken”, merkt De Jong op.
Deze nieuwe mogelijkheden komen uit verschillende hoeken volgens De Jong. “Je ziet dat gemeenten steeds vaker een starterslening hebben, daarbij kan je vaak dertig- of veertigduizend euro extra lenen en daar betaal je de eerste drie of vier jaar geen rente en aflossing over.” Daarnaast is er nog een mogelijkheid waarmee een alleenstaande starter met een huurwoning, net zoals Djuri, toch meer kans maakt op een koopwoning.
Gemeenten kunnen ook helpen om (alleenstaande) starters een grotere kans te geven op de woningmarkt, volgens De Jong. In een schriftelijke reactie op vragen van Hub Utrecht laat de gemeente weten dat zij bekend zijn met de problemen van de alleenstaande starter in Utrecht:
[aesop_content color=”#ffffff” background=”#00a3d7″ columns=”1″ position=”none” imgrepeat=”no-repeat” disable_bgshading=”off” floaterposition=”center” floaterdirection=”up” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off” aesop-generator-content=”Gemeente Utrecht:</p>
<p>"Het klopt inderdaad dat het voor alleenstaande starters extra lastig is om in Utrecht een betaalbare woning te vinden, zeker in het koopsegment. Aangezien de prijzen hier worden bepaald door marktwerking, heeft de gemeente hier geen invloed op. Dat vinden we niet wenselijk. Om toch meer invloed te kunnen uitoefenen, wil de gemeente van woningmarkt naar volkshuisvesting gaan, met meer regie door de overheid en minder ruimte voor de markt.</p>
<p>Voorbeelden van maatregelen die we nemen:-Voorrangsregelingen voor bepaalde inkomensgroepen bij nieuwbouwwoningen. Een voorbeeld hiervan is de regeling Koopstart die we bij wijze van proef doen bij het nieuwbouwproject Bellevue in Leidsche Rijn. Hierdoor betaal je een lagere prijs dan de marktwaarde en deel je bij doorverkoop eventueel winst of verlies met de ontwikkelaar.</p>
<p>-Vanaf 1 juli kun je samenwonen met maximaal drie personen zonder dat een vergunning nodig is. Op deze manier kan de beschikbare woonruimte beter worden benut. Dit biedt alleenstaanden meer kans om een woning te vinden die ze met huisgenoten delen."</p>
<p>”]Gemeente Utrecht:
“Het klopt inderdaad dat het voor alleenstaande starters extra lastig is om in Utrecht een betaalbare woning te vinden, zeker in het koopsegment. Aangezien de prijzen hier worden bepaald door marktwerking, heeft de gemeente hier geen invloed op. Dat vinden we niet wenselijk. Om toch meer invloed te kunnen uitoefenen, wil de gemeente van woningmarkt naar volkshuisvesting gaan, met meer regie door de overheid en minder ruimte voor de markt.
Voorbeelden van maatregelen die we nemen:-Voorrangsregelingen voor bepaalde inkomensgroepen bij nieuwbouwwoningen. Een voorbeeld hiervan is de regeling Koopstart die we bij wijze van proef doen bij het nieuwbouwproject Bellevue in Leidsche Rijn. Hierdoor betaal je een lagere prijs dan de marktwaarde en deel je bij doorverkoop eventueel winst of verlies met de ontwikkelaar.
-Vanaf 1 juli kun je samenwonen met maximaal drie personen zonder dat een vergunning nodig is. Op deze manier kan de beschikbare woonruimte beter worden benut. Dit biedt alleenstaanden meer kans om een woning te vinden die ze met huisgenoten delen.”
[/aesop_content]
Djuri hoopt dat zijn situatie en die van andere starters in de toekomst beter wordt, door bijvoorbeeld meer te bouwen en vooral door meer regie vanuit de overheid en gemeenten. “We worden te weinig gehoord en er is gewoon heel weinig actie. Alle partijen moeten bij elkaar komen, dus starters, ouderen, de bouw en politiek.”
Dit verhaal is niet zomaar tot stand gekomen, maar er is onderzoek aan vooraf gegaan. Dit onderzoek is terug te vinden via deze link.