De podcastaflevering over afval is niet zomaar tot stand gekomen. Aan alle gestelde vragen richting Maarten Bakker en Emily-Jane zat onderzoek aan vooraf. Hieronder is dat gehele onderzoek terug te vinden opgedeeld in het probleem, de oplossingen vanuit de overheid en een speciaal blok gereserveerd over de recycling van ons afval.
Het probleem
Hoewel Nederland er niet als slechtste land voor staat binnen de Europese afvalproductie gaat het ook niet goed. Uit cijfers van 2021 blijkt dat wij net iets minder afval produceren dan het EU gemiddelde (Nederland 515 kg per capita, Europees gemiddelde 520 kg per capita).
Hoewel de cijfers van het Europees Parlement er redelijk goed uitzien, laten cijfers van het CBS toch iets anders zien. Het aandeel is huisafval is de afgelopen jaren heel licht gedaald en in 2021 zelfs weer opgelopen, tot boven het aantal in 2010. (8.860.000.000 in 2010, 8.426.000.000 in 2016 en 8.811.000.000 in 2021, in kilo’s).
Al dat plastic afval op straat, zorgt niet alleen voor vervuiling van het milieu en de buitenomgeving, maar het kan ook gevaarlijk zijn voor ons als mensen. Volgens onderzoeksbureau TNO, zijn deze deeltjes overal om ons heen en ademen wij ze elke dag in. De World Health Organization heeft onderzoek gedaan naar de gevolgen van microplastics, voor ons als mensen. Het blijkt dat alleen al met inademen, er deeltjes het lichaam binnenkomen, deze deeltjes kunnen ontstekingen veroorzaken, DNA-Schade toebrengen en de negatieve gevolgen van astma versterken. Volgens TNO komen deze deeltjes in de lucht op een aantal manieren, verslijten van autobanden, zwerfafval, gebruik van landbouwfolie en slijtage van textiel. Oplossingen om het aantal microplastics terug te dringen ligt bijvoorbeeld in een bredere uitrol van het statiegeldbeleid en het duurzamer maken van verpakkingen.
Overheidsoplossingen
De overheid heeft al veel plannen gemaakt om de afvalhoeveelheid terug te dringen en om het afval beter te verwerken. Zo kwam er in 2016 al een verbod op gratis plastic tasjes, en zit er vanaf 1 april statiegeld op blikjes. Deze zichtbare aanpassingen waar wij als Nederlanders mee te maken krijgen, hebben volgens de staat duidelijk effect. Zo waren er in 2018 60 procent minder zwerfafval tasjes op straat terug te vinden, ten opzichte van 2015. Van het statiegeld op blikjes zijn nog geen cijfers te vinden, maar de overheid gelooft dat het eenzelfde effect zal hebben als het statiegeld op kleine flesjes, dit zorgde voor een vermindering van 50 procent in het aantal plastic zwerfflessen.
Naast de maatregelen die ons als burgers veel opvallen en raken, zijn er ook maatregelen genomen waar de burger minder van meekrijgt. Dit gebeurt bijvoorbeeld via het Nationaal programma circulaire economie. In dit plan wordt gekeken naar 2050 als einddoel, maar ligt er bij veel plannen al een tussenmeting in 2030. Zo wil de overheid het aantal plastic verpakkingen terugdringen door minimaal 55 procent van het plastic te recyclen. Het doel is om voor 2030 50 procent reductie te creëren op het aandeel wegwerpplastics in de supermarkt ten opzichte van 2022. Dit moet gebeuren door supermarkten in te laten zetten op het gebruik van verpakkingsmateriaal. Dit geld niet alleen voor de supermarkten, maar deze plannen moeten uiteindelijk worden gevolgd door alle productverkopende bedrijven, zoals internetverkopers en overige retail bedrijven.
In de verkoopsector tussen bedrijven (B2B) wordt er ook gekeken naar veranderingen. Zo zouden eenmalige verpakkingen, zoals big bags en wikkelfolie moeten worden vervangen door herbruikbare kratten, waar dit mogelijk is. De overheid zoekt de plannen niet alleen bij zichzelf, maar ook bij burgers. Zo wil de staat dat wij in plaats van spullen kopen, meer spullen laten maken. Reparatieplekken moeten in de woonwijk aanwezig zijn, zodat spullen niet worden weggegooid. Dit kan volgens het Nationaal programma circulaire economie in de vorm van repaircafe’s.
Recycling
Milieu centraal heeft op een rij gezet, hoeveel gerecycled wordt en waarom dit eigenlijk zo belangrijk is. Recycling is volgens Milieu Centraal zelfs goedkoper dan al het afval in één keer verbanden. Ingezameld glas, papier, metaal en textiel recyclen levert zelfs geld op in vergelijking, dat er nieuwe producten moeten worden gemaakt. Toch is het niet allemaal zo rooskleurig. Nog steeds wordt twintig procent van ons afval verbrand of gestort, in plaats van gerecycled.
-Betrouwbaarheid: Milieu Centraal is een betrouwbare bron voor dit onderzoek over afval, omdat de onderzoeksorganisatie beschikt over twee onafhankelijke bestuursorganen. Dit gaat over het bestuur en daarnaast heeft Milieu centraal een onafhankelijke wetenschappelijke raad van advies. Zeker door de wetenschappelijke raad van advies, die bestaat uit wetenschappers van universiteiten en organisaties door het hele land, wordt kwaliteit gewaarborgd.
-Verantwoording: Deze info is daarbij heel interessant voor het onderzoek, omdat ik hiermee in de podcast kan laten zien wat er met ons afval gebeurt, dit maakt het verhaal meer volledig.
Gesproken bronnen
In de podcast spreek ik Maarten bakker. Hij is hoogleraar Recycling aan de TU Delft. Hij heeft vaker in de media zijn visie gegeven op de afvalproblematiek. Bijvoorbeeld bij radio1 en de NOS. Hij doet onderzoek naar onder andere automatische kunststofrecycling en automatische recycling van vaste afvalstoffen en de circulaire economie.
In de podcast ga ik ook in gesprek met Emily-Jane Townley, zij veranderde in 2013 haar leven. Ze besloot te starten met een zero waste lifestyle. Dit hield in, dat zij stopte met het kopen van spullen met een plastic verpakking, daarnaast besloot Emily-Jane spullen zelf te gaan maken, of alleen nog maar duurzame producten te kopen. Zij maakte er haar missie van om mensen te vertellen, over hoe je zelf je afvalproductie kan verminderen. Dit deed zij via haar boek leven zonder afval. Dit boek gaat over hoe je zelf zonder afval kan gaan leven. Daarnaast staat het boek ook vol met handvaten en tips voor iedereen. Naast het boek richtte Emily-Jane ook haar eigen webshop op, hier verkoopt zij alleen maar duurzame producten die het milieu niet, of zo min mogelijk belasten.