Russischtalig onderwijs is straks verleden tijd in Estland. Vanaf 2024 moet het Ests de voertaal worden op alle scholen en kinderopvangcentra. Een derde van de Estse bevolking beschouwt het Russisch als eerste of zelfs enige taal, vooral in de grensregio’s bij Rusland. Deze taalpolitiek zorgt daarom ook voor de nodige spanningen.
In Narva, de derde stad van Estland – slechts gescheiden van Rusland door een rivier en een brug – wordt momenteel een nieuwe, door de staat gefinancierde school gebouwd. Deze school moet de taalvaardigheden van deze overwegend Russischsprekende stad verbeteren. Bouwvakkers slepen bouwmateriaal af en aan. Scholieren kijken ondertussen uit op de bouwplaats, in het gebouw ernaast wordt al lesgegeven.
Schooldirecteur Irene Käosaar is trots op het nieuwe complex, slechts een paar straten verwijderd van het centrum van de stad. In tien minuten lopen sta je aan de Russische grens.
Vanaf september moeten beide schoolgebouwen klaar zijn en plek bieden aan 800 scholieren. De voertaal van de school wordt Ests, ondanks het feit dat 95 procent van de bevolking van deze stad thuis alleen maar Russisch spreekt. “Deze school moet de Estse taal en cultuur beschermen in deze grensstad”, vertelt Käosaar.
In de straten van de grensstad is het Ests vrijwel afwezig. Mensen spreken Russisch tegen elkaar, op zijn minst bij de eerste begroeting. De meeste borden en belettering in winkels en op straat zijn tweetalig en binnenshuis spreekt men eigenlijk alleen maar Russisch.
Grote investeringen
Pas drie maanden geleden legde de Estse minister van onderwijs, Tõnis Lukas, de eerste steen van de nieuw te bouwen school in Narva. Dit bouwproject kan gezien worden als een prestigeproject voor de minister: zijn ministerie heeft het Estse taalbeleid onder de hoede.
De Estse overheid maakt grote investeringen in taalonderwijs. Met bijvoorbeeld het verhogen van lerarensalarissen hoopt de regering docenten te motiveren om in de noordoostelijke Russischsprekende gebieden te werken.

Schooldirecteur Irene Käosaar voor ‘haar’ school in aanbouw. Beeld: Jorik Simonides
Onderwijs is een eerste stap: vanaf volgend jaar moeten ook Russischtalige kinderopvangcentra over op het Ests. Een wetsvoorstel dat onder meer taxichauffeurs en maaltijdbezorgers verplicht om een basisniveau Ests te beheersen, is in de maak.
“Het Ests moet de primaire informatie- en communicatietaal zijn in Estland, op alle terreinen”, zo lichtte minister Lukas zijn wetsvoorstel toe tegenover de Estse publieke omroep ERR.
Taalpolitiek
Die stap is bepaald niet nieuw. Al sinds Estland onafhankelijk is van de Sovjet-Unie klinkt er in de Estse politiek een roep op meer nadruk op de ‘eigen’ taal. “De oorlog in Oekraïne heeft dit proces in stroomversnelling gebracht”, zegt Katri Raik, voormalig Minister van Binnenlandse Zaken in Estland en tegenwoordig burgemeester van grensstad Narva.
“Aan het begin van de oorlog begon er een situatie te ontstaan waarin Esten en Russischsprekende inwoners een totaal verschillende indruk van de wereld kregen”, zegt Raik. Veel Russischtaligen in haar stad volgen de Russische tv die, gezien de geringe afstand tot Rusland, eenvoudig te ontvangen is. De oorlog legde volgens Raik bloot dat Estland er niet in was geslaagd om Esten en Russischtaligen in Estland ‘te verenigen’.
“Aan het begin van de oorlog begon er een situatie te ontstaan waarin Esten en Russischsprekende inwoners een totaal verschillende indruk van de wereld kregen”
Dus volgde forse overheidsinvesteringen in Eststalig onderwijs. Met onder meer het verhogen van salarissen voor docenten die vloeiend Ests spreken, hoopt de overheid meer leerkrachten te motiveren om te kiezen voor een baan in het noordoosten van het land.
Deze taalpolitiek kent ook de nodige tegenstand. De belangenorganisatie Russian School of Estonia komt op voor de Russischsprekende gemeenschap van Estland. De NGO noemt de taalontwikkelingen discriminerend en spreekt van een schending van de Estse grondwet en van verschillende internationale rechten.
Uitroeiing
Volgens de organisatie dragen de hervormingen bij aan de ‘geleidelijke uitroeiing’ van Russischtalig onderwijs in Estland. Samen met de koepelorganisatie Federale Unie van Europese Nationaliteiten (FUEN) sprak het zich in een rapport uit tegen de nieuwe wetgeving.
De FUEN zet zich in voor het behoud van Europese minderheidstalen en dient als een belangrijke adviseur van de Verenigde Naties en Europese Unie. De koepel roept de regering van Estland op het nieuwe onderwijs- en taalbeleid te heroverwegen. Volgens het Estse Ministerie van Onderwijs is Eststalig onderwijs belangrijk als scholieren willen integreren in de rest van het land. Voor twee verschillende onderwijssystemen heeft het kleine land daarnaast de middelen niet, zo stelt het.

Narva, de tweede stad van Estland, wordt slechts door een rivier en een brug gescheiden van Rusland. Beeld: Jorik Simonides
Bovendien was het Ests altijd al de voertaal in door de staat gefinancierde scholen, benadrukt ministeriewoordvoerder Veronika Gorbatenko. “Deze nieuwe wetgeving breidt dat uit naar privéscholen en scholen die onder toezicht staan van lokale overheden.”
Helemaal verdwijnen het Russisch ook niet, benadrukt Gorbatenko. “Scholieren met een andere moedertaal houden de mogelijkheid om lessen te volgen in hun eigen taal en over hun eigen cultuur”, legt ze uit. De regeling is bedoeld voor kinderen in groep drie en gaat om zo’n twee uur per week, mits er genoeg animo voor is op de betreffende school.
Ongemak
Toch zijn er veel Russischtaligen aan de oostgrenzen van Estland, die vinden dat er een taal aan ze wordt opgedrongen. Estland en Rusland delen een rijke geschiedenis. Veel Esten die wonen in de grensregio’s hebben familie in Rusland, of werken over de grens.
Schooldirecteur Käosaar lacht wat ongemakkelijk als het woord ‘opdringen’ valt. Ze begrijpt de mogelijke zorgen van Russischtaligen in grensstad Narva, maar probeert ze gerust te stellen. “Dit kost tijd. We doen dit stap voor stap.” In aanloop naar de nieuwe taalplannen voert ze regelmatig gesprekken met bewoners, zegt ze. “We vertellen over het transitieproces en praten over hun zorgen. Het is belangrijk dat we die zorgen begrijpen als gemeenschap.”
Hard nodig
De taaltransitie is nodig, willen kinderen en jongeren uit de grensgebieden integreren in de rest van Estland, legt Käosaar uit. Haar nieuwe school biedt Russischtaligen meer kansen in de toekomst, denkt ze.
“Zonder Eststalig onderwijs kunnen ze niet doorstuderen, bijvoorbeeld. Op universiteiten wordt immers geen Russisch gesproken in Estland. Kinderen hebben ook minder kansen op de arbeidsmarkt. Deze school heeft het in zich om daar verandering in te brengen, hier in Narva.”
Dat argument komt vaker voor. Ook het Ministerie van Onderwijs stelt dat onderwijs in het Ests noodzakelijk is, willen jongeren fatsoenlijk integreren in Estland. De Estse Denis heeft dat zelf ervaren. Hij is geboren in Narva en heeft de stad nooit meer verlaten. Thuis werd er Russisch gesproken, maar op school werd hij ook met de Estse taal geconfronteerd. Daar is hij achteraf blij om: in andere delen van Estland had hij zijn tweede taal hard nodig. Hij kijkt dan ook positief naar het nieuwe taalonderwijs in zijn stad.

Denis spreekt Russisch, maar is blij dat hij als kind ook Ests leerde op school. Beeld: Jorik Simonides
“De meeste mensen zullen hier onderling altijd Russisch blijven spreken, omdat dat hun eerste taal is”, legt hij uit. Dat weerhoudt ze echter niet van de plicht om ook de Estse taal te leren, vindt hij. “We wonen in Estland, en in Estland zou je Ests moeten kunnen spreken. Als je naar het westen reist, dan moet je de taal machtig zijn.”
Spanningen
De spanningen tussen Ests- en Russischtaligen in Estland zijn niet nieuw. Als Estland in 1991 onafhankelijk wordt van de Sovjet-Unie, stelt de nieuwe regering harde eisen bij het uitgeven van nieuwe Estse paspoorten. Alleen inwoners die de taal machtig waren, kregen het Estse staatsburgerschap.
Veel Russischtaligen zijn daar nooit in geslaagd. Een-derde van het land beschouwt het Russisch vandaag de dag als moedertaal. 40 procent van hen spreekt zelfs geen enkele andere taal.
Hoewel het aantal Russischtaligen met een Ests paspoort in de afgelopen dertig jaar wel is toegenomen, blijft de binding met het buurland aanwezig. Russische inwoners staan een stuk minder overtuigend achter de steun aan Oekraïne dan de rest van het land, zo peilde onderzoeksbureau Kantar Emor al in het beginstadium van de oorlog.
Bijna driekwart van alle Esten stond toen achter de financiële steun en wapenleveranties aan Oekraïne. Onder de Russische Esten bleef dat steken op ongeveer een-derde.
Overgang
Schooldirectrice Irene Käosaar wijst erop dat de voertaal in het onderwijs niet van de ene op de andere dag zal veranderen. Veel docenten op haar school blijven het Russisch machtig. Bovendien blijven er ook een aantal lessen in het Russisch overeind. Ook Allan Puur, hoogleraar demografie aan de Tallinn Universiteit, verwacht geen grote veranderingen in het straatbeeld in de Russischsprekende regio’s van Estland.
“We zien nieuwe generaties jonge Russischtaligen opkomen. Deze groep raakt steeds meer geïntegreerd in de Estse samenleving en beheerst het Ests als tweede taal. Ondertussen blijft het Russisch de moedertaal van deze groep en zullen ze dat, op zijn minst thuis, blijven spreken.”
Käosaar vertrouwt erop dat ze scholieren goed kan begeleiden in de overgang naar Ests onderwijs. “Ik hoop dat de overheid ons daarbij kan helpen. We horen al dertig jaar over deze ideeën. Met deze nieuwe wetgeving hopen we eindelijk vooruitgang te boeken. Deze overgang is niet eenvoudig om te realiseren.”

Russen en Esten vissen uit dezelfde rivier. Beeld: Jorik Simonides