Reportage

 

[aesop_chapter title=”Van palmen naar wilgen” subtitle=”Corona tijden op de Nederlandse camping” bgtype=”img” full=”off” video_autoplay=”play_scroll” bgcolor=”#888888″ revealfx=”off” overlay_revealfx=”off”]

Geen verse croissantjes van de Franse bakker als ontbijt. Geen gladde proppers die je proberen over te halen om naar dé leukste bar van heel Spanje te gaan. Geen wekker zetten om een handdoekje neer te leggen op een ligstoel op het beste plekje bij het zwembad. Nee, de vakantie gaat er dit jaar waarschijnlijk heel anders uit zien. Maar dat vinden de vaste campingbewoners van camping de Wilgenplas in Maarssen helemaal niet erg. ‘Wij blijven al ruim 40 jaar op de camping in Nederland.’

Het is vrijdagmiddag 8 mei en het is druk op camping de Wilgenplas. Met zo’n 22 graden, amper bewolking en weinig wind is dat ook niet zo gek. Helemaal nu met de corona tijden waar we ons in bevinden. In het water komen er eenden voorbij. Ze stoppen even met zwemmen en kijken of er nog wat brood te halen is. “Helaas vriendjes”, klinkt een stem. “Jullie hebben vanmorgen al alles opgevreten.” Aan de overkant van het water staat Gerrit. Hij is 83 jaar, gebruind van de zon, heeft een grijze snor met grijs haar en een korte broek aan. “Ik sta hier pas voor het 3e jaar op de camping met onze stacaravan en vind het heerlijk hier. Lekker aan het water. Hiervoor hebben we ruim 40 jaar op een camping gestaan aan de kust, maar daar moesten we weg.” Gerrit staat samen met zijn vrouw Ger op de Wilgenplas. Ger is klein van stuk, heeft kort blond haar en een hemdje met korte broek aan. Hun dochter met man en (klein)kinderen staan aan de overkant.

Ger en Gerrit genietend op de camping voor de caravan// Kelly Warmerdam

Op de Wilgenplas is er ruimte voor ruim 450 caravans. De meeste daarvan zijn stacaravans. Die hoeven dus niet weg in de winter. Er zijn maar een paar toerplaatsen, die door de corona maatregelen niet gevuld zijn. “Dat is echt wel het fijne aan deze camping”, vertelt Ger (76 jaar). “De camping waar we hiervoor opstonden is nog gesloten, omdat daar veel meer toerplaatsen zijn. Maar hier heeft iedereen een eigen wc en een eigen douche, dus we kunnen gewoon komen.” Nou ja gewoon… er zijn wel een aantal regels waar de ‘bewoners’ zich aan moeten houden. Zo mag er geen bezoek/visite komen. Ook de zoon van de ras-Utrechters niet. “Nee helaas, maar dat is misschien maar beter ook.” 

Ondertussen is aan de overkant van het water gerommel te horen. Een man en een vrouw duwen een surfplank het water in. Het blijkt te gaan om de dochter van Ger en Gerrit, Lisette en hun schoonzoon Robert. “Oeh, ga je er in?”, roept Ger. “Ja, even proberen maar.” “Kijk, dit vind ik nou zo leuk aan de camping en dan vooral in deze corona tijden,” vervolgt Ger. “Al hebben we natuurlijk wel het voordeel dat onze dochter met kleinkinderen hier ook op de camping staan, zo kunnen we die toch nog zien. Af en toe drinken we even koffie bij elkaar, natuurlijk wel op gepaste afstand.” 

De regels op de camping op een rijtje//Kelly Warmerdam

De Wilgenplas volgt de regels van de gemeente. Zo mag er dus geen bezoek van buiten de camping komen, maar als bewoners mag je op gepaste afstand met maximaal twee personen even langs wippen. Wel mogen kinderen tot 14 jaar bij opa en oma op bezoek komen, mits opa en oma ze bij de ingang ophalen. Ook mag je gewoon zwemmen in het water, evenals varen met je eigen boot. 

Corona maatregelen op de camping brengt ook de nodige creativiteit naar boven. “Ma, heeft papa iets te doen?,” zo klinkt het. “Hoezo?” “Wil hij de sperziebonen doppen? Dan kan ik op de surfplank.”, lacht Lisette. “Ooh ja, dat vindt hij toch leuk om te doen.” Terwijl Robert de bonen naar de overkant brengt, kleed Lisette zich om. “Mijn vader is zo doof als wat, vandaar dat ik het aan mijn moeder vroeg.” Lisette heeft het prima naar haar zin op de camping. Net zoals haar ouders heeft zij ook ruim 40 jaar aan de kust gestaan, als klein meisje bij haar ouders. Later toen ze zelf kinderen kreeg met een eigen caravan. “Mijn kinderen zijn nu 15 en 19 jaar en zijn nog nooit met ons naar het buitenland geweest, laat staan met het vliegtuig. Zij weten niet anders dan dat we in Nederland op de camping staan, in de zomervakantie bijna 6 weken. Daarvoor nog een aantal weekeinden. Dus voor ons maakt het niet uit of we niet naar het buitenland kunnen. Dat deden we toch al nooit.”

Ongeveer een half uur later zijn de sperziebonen geschild. Robert is inmiddels een rondje fietsen en Lisette zit nog steeds in het water op de surfplank. “Nou, ze zijn klaar hoor”, zo meldt Gerrit. “Prima, zet de pan maar op de surfplank dan vaar ik ze wel over.” Een geschrokken blik volgt. “Nee, joh. Zo wiebel je een beetje en liggen al die bonen in het water!” Maar Lisette krijgt het toch voor elkaar en na een paar voorzichtige peddelslagen bereiken de bonen droog de overkant. “Tja, wat corona wel niet doet voor je creativiteit”, zo lacht Lisette.

Op een creatieve manier de sperziebonen over het water vervoeren// Kelly Warmerdam

Even een borreltje drinken bij elkaar op voldoende afstand kan nog wel, dus al gauw verzamelen Lisette en zoon Sander (14 jaar) zich bij Ger en Gerrit op de plaats. Een rode wijn voor Ger en Lisette, een alcoholvrij biertje voor Gerrit en een rode (alcoholvrije!) Jillz voor Sander. “In het begin, toen de eerste maatregelen net waren afgekondigd, vond ik het allemaal maar eng,” zo vertelt Ger. “Ik bedoel wij vallen toch in een risicogroep, Gerrit heeft het met zijn hart en longen. Ik was doodsbang dat hij het zou krijgen. En dat anderen om ons heen het zouden krijgen. Ook keek in het begin veel naar het programma Frontberichten, maar daar werd ik niet blijer van, dus dat kijk ik al een tijdje niet meer. Mijn schoondochter bood al snel aan om boodschappen voor ons te doen. Samen met Lisette doen ze dat nu om de beurt. Daar ben ik heel blij mee.” Toch was het nog even spannend. De broer van Gerrit was namelijk nog even langs geweest, terwijl hij al een beetje verkouden was. Gerrit kreeg daaropvolgend een hoestje en voelde zich al vrij snel niet zo lekker. Dat was even spannend voor de familie. “Toen wij bij de dokter aankwamen kregen we een mondkapje voor, dat was echt heel vreemd.” Uiteindelijk was er een kans dat het inderdaad corona was, maar kon er niet getest worden. “Gelukkig voelde ik me al snel weer beter, een hele opluchting,” voegt Gerrit toe.

Op het water is waar hier het meest geleefd wordt//Kelly Warmerdam

Als het tweede drankje ook op is oppert Lisette om een rondje te gaan varen. Gerrit en Sander vinden het een goed idee, alleen Ger blijft aan de kant. “Ik begin alvast aan het eten.” Sander besluit op het laatste moment om er met de surfplank achteraan te peddelen. Hoe groot de camping eigenlijk is valt pas op op het water. Naast de caravans die je te voet kunt bereiken, zijn er ook speciale eilandjes. “Die kan je alleen bereiken met een bootje en je hebt bijna geen mensen in de buurt. Dat zou echt niets voor mij zijn.” Gerrit houdt er liever van om even een praatje te maken en een kopje koffie te drinken met de buren. Eenzaamheid kent hij dus niet. “Aan het begin van de corona tijden was dat wel wat anders, toen we bijna niemand meer zagen. Maar ik vermaak me wel hoor. Thuis wat puzzelen met de radio aan, hier een woordzoeker maken, wat rommelen in de tuin vind ik heerlijk om te doen. Dus nee, ik kom de tijd wel door.”