Vrije productie 2

De sloop van naoorlogse woningen in Utrecht: ‘Het is doodzonde dat deze historische plek verdwijnt voor nieuwbouw’

De gemeente Utrecht ondergaat een periode van ingrijpende veranderingen. Niet alleen op braakliggende terreinen worden huizen gebouwd, ook naoorlogse woningen worden gesloopt en vervangen door nieuwbouw. De wederopbouwperiode, die de stad haar kenmerkende architectuur en identiteit gaf, wordt geconfronteerd met de eisen van modernisering en stedelijke vernieuwing.

Het Thomas à Kempisplantsoen en de Johan Wagenaarkade vertegenwoordigen beiden belangrijke historische en architectonische aspecten van de wederopbouwperiode na de Tweede Wereldoorlog. Toch gaan de naoorlogse woningen aan het Thomas à Kempisplantsoen in de toekomst tegen de vlakte en bij de Johan Wagenaarkade is dat zelfs al gebeurd. Wat voor reacties en gevoelens roept de sloop van deze woningen op bij (oud-)bewoners?

Thomas à Kempisplantsoen

Voordat deze vraag beantwoord wordt, eerst even iets over de geschiedenis en architectuur van het Thomas à Kempisplantsoen. Dit plantsoen ligt in de wijk West en kwam kort na de oorlog tot stand. De bouwstijl is strokenbouw, waarmee een aantrekkelijke woonomgeving werd gecreëerd, net zoals voor het Spinozaplantsoen. Beide locaties waren de pioniers van strokenbouw in Utrecht. Daarnaast werd het concept om bouwblokken te plaatsen in een open opzet, waarbij openbaar groen als elementen doorheen lopen, gezien als de gewenste stedelijke karakteristiek.

Voor de bewoners die hun huis aan het Thomas à Kempisplantsoen hebben moeten verlaten, betekent de sloop een pijnlijk afscheid van hun thuis. Eén van die bewoners is Anita van Scheppingen, die er ongeveer 10 jaar heeft gewoond. Ze ziet met lede ogen aan hoe haar buurt – vol mooie herinneringen en verhalen – binnenkort zal verdwijnen. “Dit was onze plek. We hebben hier onze kinderen grootgebracht, feesten gevierd, buren leren kennen. Nu moeten we ergens anders opnieuw beginnen,” vertelt Anita. De verhuizing is dus niet alleen een praktische kwestie, maar vooral een emotioneel verlies.

‘Verlies van cultureel erfgoed’

Anita van Scheppingen vindt het dan ook jammer dat de woningen worden gesloopt, ook gezien de historische waarde ervan. “Deze huizen staan symbool voor de wederopbouw kort na de Tweede Wereldoorlog. Ze vertellen het verhaal van onze geschiedenis, van hoe we na de oorlog Nederland weer hebben opgebouwd. Het is doodzonde dat deze historische plek verdwijnt voor nieuwbouw”, zegt Anita. Ze begrijpt enigszins de noodzaak van deze vernieuwing. “De kwaliteit van de woningen was heel verschillend; sommigen waren heel bouwvallig, anderen nog in prima staat. Dus ik snap dat die huizen aan vervanging toe waren. Alleen een aantal bewoners heeft wel veel aandacht en zorg besteed aan hun woningen en moesten toch verhuizen.”

Voor Anita voelt de sloop als een verlies van ons cultureel erfgoed. “Deze woningen hebben een unieke architectuur die je niet zomaar kunt vervangen.” Ze is dan ook van mening dat we zuinig moeten zijn op ons erfgoed en niet alles moeten opofferen voor moderne ontwikkelingen.

Ook gemeenschap gaat verloren

Een andere oud-bewoner die met verdriet naar de sloop van de woningen aan het Thomas à Kempisplantsoen kijkt, is Daniëlle Koet. Ze woonde daar met haar familie van haar jeugd tot late tienerjaren. Daniëlle herinnert zich nog levendig de zomerse avonden waarop ze met haar vriendinnen speelde op het pleintje vlakbij hun huis. “Het plantsoen was onze speelplaats. We speelden hier tot laat in de avond, soms zelfs onder het licht van de straatlantaarns. Ik herinner me een specifieke avond toen er een grote buurtbarbecue georganiseerd was. Iedereen kwam samen, er was muziek, en het voelde echt als één grote familie. Die avonden zijn onvergetelijk.”

Voor Daniëlle is de sloop van de woningen dan ook een emotionele kwestie. “Dit huis en deze buurt zijn een groot deel van mijn jeugd. Het was een tijd waarin de buurt echt een gemeenschap was, waar iedereen elkaar kende en voor elkaar zorgde. Het doet pijn om te zien dat deze plek, vol herinneringen en verhalen, binnenkort niet meer zal bestaan,” zegt Daniëlle.

Net als Anita begrijpt Daniëlle de noodzaak van vernieuwing, maar ze vindt het moeilijk te accepteren dat dit ten koste gaat van historisch erfgoed. “Deze woningen hebben een unieke charme en karakter dat je niet kunt vervangen met moderne bouw. Het is alsof een stuk van de geschiedenis wordt weggevaagd,” voegt ze toe. Daniëlle hoopt dat toekomstige ontwikkelingen in de stad meer rekening zullen houden met het behoud van cultureel en historisch erfgoed. “Het is belangrijk om vooruit te kijken, maar laten we niet vergeten waar we vandaan komen. Deze gebouwen vertellen een verhaal dat ook voor toekomstige generaties van waarde kan zijn.”

De huidige 178 sociale huurwoningen aan het Thomas à Kempisplantsoen worden in november van dit jaar gesloopt en vervangen door nieuwbouw. In 2025 moet de bouw starten van circa 349 nieuwe woningen, bestemd voor 278 sociale huurwoningen en 71 middenhuur woningen.

Johan Wagenaarkade

Bij de Johan Wagenaarkade, ook gelegen in de wijk West, zijn 40 duplexwoningen al met de grond gelijk gemaakt. Deze woningen dateerden uit het begin van de jaren ‘50 en bevinden zich in het zuidelijke deel van de Halve Maan, een erkend wederopbouwgebied van nationaal belang. Voormalig minister Bussemaker en de wethouders van 30 gebieden hadden daarvoor een intentieverklaring ondertekend. Daarin wordt benadrukt dat de unieke stedenbouwkundige en landschappelijke kenmerken van deze wederopbouwgebieden zoveel mogelijk behouden moet blijven. De huizen hadden dan ook een belangrijke architectonische en historische waarde binnen de Halve Maan. Zo is deze wijk ontworpen met het idee van levenslang wonen, met verschillende soorten woningen, waaronder laagbouwflats, eengezinswoningen en dus duplexwoningen.

Duplexwoningen zijn in twee aparte woonlagen verdeeld, ontworpen voor twee gezinnen en verbonden door een interne trap. Het doel van deze huizen was om na het beëindigen van de woningnood weer als één woning te functioneren. Ondanks de mogelijkheid om de woningen later met minimale aanpassingen en kosten tot ruime eengezinswoningen samen te voegen, is dit nooit gebeurd. De architectuur kenmerkt zich vooral door het gebruik van bakstenen, dakpannen en ook de ronde ramen en het zadeldak zijn typische elementen voor deze woningen.

Anne, bewoonster hoekwoning, is teleurgesteld over de sloop. Samen met medebewoners heeft ze zich een paar jaar terug, hard gemaakt om de duplexwoningen te behouden. “De gesloopte woningen waren echt uniek. Dat heeft de afdeling Erfgoed van de gemeente ook beaamt. Voor Nederlandse begrippen, die duplexwoningen daar heb je niet zo veel meer van zoals dat in deze staat was. In de intentieverklaring werden afspraken gemaakt dat dit soort cultureel erfgoed voor komende generaties gekoesterd en bewaard moesten worden en dat is zomaar van tafel geveegd.”

Buurtkarakter veranderd

Marpessa Spijkerbosch, die vroeger aan de Johan Wagenaarkade woonde, heeft afkeurende gevoelens over de veranderingen in haar oude buurt. “Er ligt een hele mooie architectuur en gedachte achter en dat heb ik een beetje gemist bij de woningbouwcorporatie. De zichtlijn, het binnengebied, daar is allemaal over nagedacht. Dat zijn waarden uit de jaren 50 die wij nog steeds heel fijn vinden.” Ze is het dan ook niet eens met de nieuwbouw, die ze te hoog vindt. “Ik kan alleen oordelen op het eerste pand aangezien dat al bijna klaar is. Dat is op zich clean en netjes, maar vind ik totaal niet in deze buurt passen.”

Spijkerbosch verwacht ook dat de sfeer in de buurt veranderd door de nieuwbouw: “Ik heb het idee dat de mensen een beetje langs elkaar heen gaan lopen. Ik denk ook dat de sfeer en alles in de buurt veranderd, maar ik hoop ten goede.” Ze gaat er dan ook met een positief gevoel in. Volgens haar zit de kracht in jezelf en de energie die je erin stopt. “Ik denk wel dat er wat sociale cohesie komt en mensen contacten gaan onderhouden, maar dat moet wel van twee kanten komen. Dat is overal zo”, voegt ze eraan toe.

Niet levensloopbestendig

Momenteel wordt er gebouwd aan drie gloednieuwe woonblokken met 54 sociale huurwoningen. Met dit sloop en nieuwbouw principe ziet Woonin, net zoals bij het Thomas à Kempisplantsoen, de mogelijkheid om te verdichten en de voorraad sociale huurwoningen uit te breiden. Ook voldeden de naoorlogse woningen volgens de corporatie niet aan de behoefte voor levensloopbestendig wonen omdat er geen lift aanwezig was.

Ondanks de nieuwe plannen is Anne van mening dat de vorige woningen behouden hadden moeten blijven vanwege hun historische en culturele waarde. Volgens haar had dat heel goed gekund. “De woningcorporatie heeft groot in de mond om levensloopbestendig te bouwen, maar dat hadden ze ook mee kunnen nemen door het op te knappen. Bijvoorbeeld door een traplift te realiseren in de woning.”

Bovendien vindt ze het jammer dat de duplexwoningen nooit zijn samengevoegd tot één woning, zoals oorspronkelijk bedoeld door de architect. “Hoe mooi is het om dat uiteindelijk te vervolmaken? Dat had ik het liefst gezien. Want we hebben ook een tekort aan gezinswoningen en had je op deze manier kunnen realiseren. Dat zou te rechtvaardigen zijn, gezien de hele verdichtingsopgave en het woningnoodverhaal. Je had deze woningen kunnen behouden en tegemoet kunnen komen aan de hedendaagse woningnood. Dat zou echt een kroon op het werk en een compliment zijn naar de architect”, aldus Anne.