LEIDSCHE RIJN – Leidsche Rijn telt veel jonge gezinnen. Het is een wijk in opbouw, vol kinderen en jongeren die hun plek in de wereld nog moeten vinden. Achter de voordeuren speelt van alles. Van gewone puberproblemen tot serieuzere problemen waar hulp bij nodig is. Vanuit het kabinet liggen plannen klaar om in 2026 fors te bezuinigen op de zorg. Daardoor dreigt er minder geld beschikbaar te zijn voor de preventieve jeugdzorg. Wat gebeurt er als je pas mag ingrijpen wanneer het al is misgegaan?
In april 2025 sloeg de gemeente Utrecht alarm over de financiering van de jeugdzorg. De gemeente noemde de plannen in een eigen persbericht ‘zorgwekkend en onacceptabel’. Wethouder Jeugd, Dennis de Vries, waarschuwde in het persbericht voor de gevolgen: ‘Tóch bezuinigen leidt tot afbraak van alle Utrechtse inspanningen om het beroep op jeugdzorg te verminderen. Het gaat ten koste van het jongerenwerk, van de buurtteams en van alle andere preventieve maatregelen die we in Utrecht treffen.’
Zorgorganisaties zien gevolgen van laat ingrijpen
Lokale zorgorganisaties maken zich ook grote zorgen. Adam Hadi is oprichter van Positief Welzijn, een organisatie die jongeren ondersteunt, maar ook mensen die hulp nodig hebben via de Wmo. Ze bieden onder meer ambulante begeleiding, 24-uurszorg, schooltrajecten en dagbesteding. In de regio Utrecht werkt Positief Welzijn samen met gemeenten, jeugdreclassering en instellingen zoals het COA.
Hadi ziet dat preventie van groot belang is. Positief Welzijn krijgt vaak genoeg te maken met casussen die te laat binnenkomen. ‘We zien te vaak dat we pas worden ingeschakeld als de schade onomkeerbaar is,’ zegt Hadi. ‘Dan heeft iemand al problemen op school, is hij betrokken bij de politie of is de motivatie compleet weg. Vanaf dat moment hebben we nauwelijks tijd om te redden wat er te redden valt.’
Hij noemt een voorbeeld dat hem is bijgebleven. ‘Een jongen had in maart nog maar twee maanden om over te gaan, maar had enkel onvoldoendes. Als hij een halfjaar eerder was aangemeld, hadden we met hem kunnen werken aan motivatie en structuur. Nu stroomt hij af naar MBO 1, terwijl hij veel meer kan. Dat heeft impact op zijn toekomst, zijn kansen en zijn zelfbeeld.’
Voor Hadi is het onbegrijpelijk dat er juist nú op preventie wordt bezuinigd. ‘De huidige maatschappij maakt preventie nog urgenter. De sociale druk via platforms als TikTok en Instagram is groot. Jongeren vergelijken zich voortdurend met anderen en voelen de drang om te presteren. Ze willen zich steeds meer bewijzen. Juist daarom is preventieve jeugdzorg op dit moment echt belangrijk.’
Preventie is belangrijk, maar kijk ook naar wat écht werkt
Ook bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) zien ze hoe belangrijk preventie is. ‘Het is essentieel om te voorkomen dat kinderen en jongeren in de knel raken,’ zegt Thijs Tuenter, kennisontwikkelaar bij het NJi. ‘Goede preventie zorgt ervoor dat problemen niet verergeren en dat hulp überhaupt niet nodig wordt.’
Het NJi is een onafhankelijke kennisorganisatie die zich richt op het opgroeien, opvoeden en ondersteunen van kinderen, jongeren en gezinnen. Ze verzamelen kennis uit de praktijk en de wetenschap en delen deze met gemeenten, jeugdhulporganisaties, jongerenwerkers en professionals in buurt- en wijkteams.
Tuenter maakt onderscheid tussen universele preventie, zoals sport, cultuur en vrije tijd, en gerichte preventie voor risicogroepen. ‘Beide zijn belangrijk, maar bij bezuinigingen verdwijnen juist vaak de basisvoorzieningen die onder universele preventie vallen. Dan verdwijnt bijvoorbeeld een gezonde lunch op school. Dat lijkt onschuldig, maar kan grote gevolgen hebben.’
Toch brengt hij ook nuance aan. ‘Preventie is niet automatisch effectief,’ zegt hij. ‘Er worden al jarenlang vormen van preventie ingezet waarvan we niet weten of ze werken, of die mogelijk zelfs schadelijk zijn. Dat is een risico. Er zit veel goeds tussen, maar ook veel waarvan het effect onduidelijk is. Daarom is het belangrijk goed te kijken naar wat werkt en waarom.’ Op de vraag welke vormen mogelijk niet werken of risico’s met zich meebrengen, ging Tuenter niet in.
Juist in tijden van bezuinigingen ziet Tuenter ook een kans. Gemeenten worden gedwongen beter te onderbouwen waar ze hun geld aan uitgeven. ‘Bezuinigingen zorgen ervoor dat je keuzes moet maken. Dat kan ertoe leiden dat je effectiever gaat werken,’ zegt Tuenter. Hij pleit ervoor dat gemeenten samen met professionals en jongeren in kaart brengen welke vormen van preventie écht bijdragen aan hun welzijn en welke minder of niet.
‘Bezuinigen op preventie is een vergissing’
Voor Adam Hadi van Positief Welzijn zijn bezuinigingen op preventie simpelweg een verkeerde keuze. ‘Wij zien de gevolgen. We hebben jongeren die helemaal in de knoop zitten. Vaak is dat begonnen met kleine signalen, die niemand heeft opgepakt.’
Volgens Hadi wordt preventie nog te vaak gezien als ‘extra’, terwijl het volgens hem de basis zou moeten zijn. ‘Je voorkomt er veel ellende mee. Jongerenwerkers, zorg op school, zicht op hoe het thuis gaat, dat maakt het verschil. Maar als je daarop bezuinigt, sluit je de ogen voor wat er echt speelt,’ zegt Hadi. ‘Ze denken hiermee te kunnen bezuinigen. Maar aan het eind van de dag denk ik dat je juist twee keer zoveel kwijt bent, want je bent het gewoon aan het uitstellen.’
Hadi geeft aan dat zij ook te maken krijgen met jongeren, voordat de problemen te groot zijn. ‘Er was een jongen die werd aangemeld vanuit de politie en school. Hij hing vaak rond bij een steegje en er gingen geruchten dat hij daar vapes verkocht. Wij zijn er snel bij gehaald en hebben kunnen ingrijpen, voordat hij daadwerkelijk in de criminaliteit terecht zou kunnen komen.
Misschien was het bij vapes gebleven, maar misschien ook niet. Juist die vroege signalering maakt het verschil.’
Hij maakt zich zorgen over de toekomst van jongeren, zeker in groeiwijken als Leidsche Rijn. ‘We zien nu al een toename van mentale klachten, motivatieproblemen en spanningen thuis. Als er dan geen ondersteuning meer is, ontstaan er grotere problemen. We krijgen straks te maken met jongeren die we eigenlijk niet meer kunnen helpen.’
Volgens Hadi is het een misvatting dat het in Leidsche Rijn vanzelf goedkomt. ‘Het ziet er hier keurig uit, maar ik zie het langzaam kantelen. Jongeren die afglijden, groepsdruk, gebrek aan structuur. Als we nu niets doen, wordt dit een tweede Kanaleneiland.’
Bezuinigen dwingt tot scherpe keuzes
Toch ziet Thijs Tuenter ook een andere kant. Volgens hem hoeven bezuinigingen niet per se tot verslechtering te leiden, zolang er goed wordt nagedacht over wat er wordt ingezet. ‘Het is helemaal niet gezegd dat je met een kleiner budget automatisch minder bereikt,’ zegt hij. ‘Maar het vraagt wel om scherpe doelen, samenwerking en inzicht in wat écht werkt.’
Het NJi beheert een databank met interventies die wetenschappelijk zijn onderbouwd, om gemeenten te helpen beter onderbouwde keuzes te maken.
Jongerenwerk op school noodzakelijk
Volgens Adam Hadi is preventie het meest effectief op school. ‘School is vaak het middelpunt van problemen. Dit is hét punt waar je signalen kunt opvangen. We werken samen met verschillende scholen waar jongerenwerkers rondlopen. Ze gaan in gesprek met leerlingen en bouwen een band op. Ze zijn er niet alleen voor incidenten.
Die informele band is volgens Hadi essentieel. ‘Een jongere vertelt eerder aan een jongerenwerker dat het thuis niet goed gaat of dat hij onder druk staat van anderen op straat. Die signalen kun je dan vroeg oppakken, maar dat kan alleen als die mensen er ook zijn. Juist dat soort functies staan nu onder druk.’
‘Je kunt de acute hulp niet schrappen, want die is nú nodig,’ zegt Thijs Tuenter. ‘Wel is het belangrijk om goed te kijken welke vormen van preventie mogelijk zijn en écht werken. Voor veel jongeren is school de enige plek waar ze gezien worden en waar iemand vraagt hoe het met ze gaat. Dat hoeft niet per se een hulpverlener te zijn.
Toekomst van de jeugdzorg
Hoe de jeugdzorg er in 2026 precies uit komt te zien, is nog onzeker. Wel is duidelijk dat gemeenten lastige keuzes moeten maken. Vooral als het gaat om preventie: wat blijft en wat verdwijnt? In een wijk als Leidsche Rijn speelt dat extra sterk, omdat hier veel jongeren wonen en de vraag om ondersteuning toeneemt.
Goede preventie kan jongeren helpen om gezond op te groeien en volwaardig mee te doen in de samenleving. Het voorkomt dat kleine problemen uitgroeien tot iets groters en verlicht zo ook de druk op de acute zorg. Zo is er op de lange termijn minder dure zorg nodig
Juist daarom is het belangrijk om kritisch te kijken naar wat écht werkt. Als er minder geld beschikbaar is, moeten gemeenten samen met professionals en jongeren bepalen welke aanpak nodig blijft en wat niet meer effectief is. Alleen dan blijft preventieve jeugdzorg ook in de toekomst van waarde.