Anouk* (26) is afgestudeerd in augustus 2022 als maatschappelijk werker. Na zes jaar kan ze opgelucht ademhalen en haar diploma in ontvangst nemen. Ze denkt terug aan haar burn-out die ze heeft gehad tijdens haar studie en haar faalangst die haar parten speelden om haar studie weer op te pakken. De beren die ze vaak op de weg zag, daar wandelt ze nu omheen. Ze heeft grote ambities en bouwt aan haar carrière.
“Ik ben een enorme people pleaser; je wordt niet voor niets hulpverlener.”
“De afgelopen jaren is studeren best een opgave geweest. Tijdens mijn studie maatschappelijk werk en dienstverlening kwam ik erachter dat ik niet altijd op de juiste manier met mijn emoties omging, zoals stress, angst en verdriet. Om in de hulpverlening een ander te helpen moet je eerst jezelf door hebben.
Na het eerste jaar van mijn studie merkte ik dat ik emotioneler begon te reageren op situaties. Ik was snel geprikkeld maar ook heel erg verdrietig. Verder was ik uitgeput. Ik sliep heel veel maar tegen deze vermoeidheid was niet op te slapen. Dat ging een lange tijd door. Het werd enorm chaotisch in mijn hoofd; ik overzag alles niet meer, vergat alles en voelde me leeggezogen.
Er gebeurde op dat moment veel tegelijk. Thuis had ik het moeilijk. Ik kwam uit de kast bij mijn ouders en dat viel bij mijn vader niet goed. Dat gaf mij veel stress aangezien ik soms nare opmerkingen van hem kreeg. Tegelijkertijd startte ik met een nieuwe studie. Na een maand International Business ben ik namelijk geswitcht naar maatschappelijk werk en dienstverlening. Hierdoor had ik meteen een studievertraging die ingehaald moest worden. Daarbij moest ik mezelf ook aanleren hoe ik moest studeren. Ik heb eerst een mbo-studie afgerond en daarna verder gaan studeren op het HBO. Alleen op het MBO heb ik nooit geleerd te leren, daarom moest ik extra hard werken op het HBO. Dus thuis, school en een bijbaan, want dat stond goed op mijn CV, werden me te veel. Ik kon het niet meer bolwerken en was te druk. Het was een moeilijke periode want ik worstelde enorm met mezelf. Terugdenkend hieraan word ik erg emotioneel maar dat is oké.
Doordat ik tijdens mijn studie leerde over bijvoorbeeld stress, depressie, angststoornissen en woedeaanvallen kwam ik er zelf achter dat ik een burn-out had. Ik wist daarom ook dat ik iets moest doen met deze klachten, wilde ik mijn studie goed afronden én beter in mijn vel zitten. Hoe moeilijk het ook was, ik ben wél hulp gaan zoeken. Het duurde even voordat ik de juiste hulp kreeg maar uiteindelijk ben ik bij een POH (praktijkondersteuner van de huisarts) terecht gekomen. Daar heb ik geleerd om mezelf niet continu te overvragen, rustmomenten voor mezelf in te bouwen en grenzen te stellen. Ik heb nooit geleerd grenzen te stellen en daardoor nooit mezelf beschermt. Ik voelde me verantwoordelijk naar iedereen. Als mensen mij nodig hadden, stond ik altijd klaar, zonder een moment voor mezelf te nemen. Het is een leerproces om te ontdekken dat je niet iedereen te vriend kan houden. Ik ben een enorme people pleaser; je wordt niet voor niets hulpverlener.
Hulp bij de studiehuiskamer
In die periode heb ik heel lang niks gedaan. Ik leefde afgezonderd van de wereld en zat voornamelijk op mijn kamer. Rust is goed voor je tijdens een burn-out, want je bent mentaal en fysiek uitgeput. Maar dat moet niet te lang voortduren, aangezien ik vanuit deze rust eigenlijk te passief werd om weer iets te gaan doen. Ik denk dat daar mijn faalangst ook een rol bij speelde. Totdat ik op een moment te horen kreeg dat ik binnen twee jaar mijn studie moest afronden. Dat was dé schop onder mijn kont die ik nodig had. Ik wist alleen niet waar ik moest beginnen. Ik begon overal een beetje aan; het was dweilen met de kraan open. Ik werd begeleid door medewerkers van de Hogeschool Utrecht en werd bijvoorbeeld geholpen met timemanagement, studievaardigheden en het ontdekken van mijn belemmeringen tijdens het studeren. De drempel om weer te gaan studeren werd hierdoor steeds lager.
Faalangst
De begeleiding van de Hogeschool Utrecht heeft mij geholpen om mijn uitstelgedrag aan te pakken. Ik stelde veel uit door mijn faalangst oftewel de situatie vermijden. Ik ben altijd al een faalangstig kind geweest maar er hing nooit de definitie faalangst aan. Ik dacht dat het normaal was om zoveel spanning te ervaren voor het onbekende.
Nu ik terugkijk is het op de basisschool begonnen. Ik werd gepest en voelde me niet op mijn plek in de klas. Daardoor had ik niet de concentratie om op te letten. Het eerste halfjaar presteerde ik standaard onvoldoende waardoor ik in de tweede helft alles in moest halen. Er werd door school, mijzelf en thuis van mij verwacht dat ik goed presteerde en om dat te bereiken moest ik veel extra werk doen. Wat dat betreft denk ik dat dat heel anders kan in Nederland. De lat wordt bij kinderen hoog gelegd. De nadruk op cijfers mag er wat mij betreft van af.
Op de middelbare school is er een keer een faalangst training aangeboden. Die heb ik toen afgewezen want ik vond dat ik geen faalangst had. Maar tijdens het maken van toetsen had ik vaak black-outs. Na het toets-moment had ik alle antwoorden kunnen vertellen maar op dat moment wordt de spanning zo hoog dat ik alles vergeet. Soms werd de spanning me te veel en viel ik zelfs flauw. Dat dit faalangst was wist ik niet door het gebrek aan kennis. Deze spanning is toch normaal?! Tijdens mijn burn-out ben ik mijn gevoel en emotie onder ogen gaan zien en gaan reflecteren op mijn jeugd toen werd bij mij duidelijk dat dit weldegelijk faalangst is. Ik ben zelf meer gaan googelen om mijn angsten te begrijpen. Verder heb ik samen met een psycholoog gekeken hoe ik met mijn faalangst om kon gaan.
Buitenwereld
Ik kreeg achteraf van de docent en de acteur vaak terug dat ik daar heel rustig en professioneel zat. Maar je moest eens weten hoe ik mij vanbinnen voelde.
Niemand heeft vroeger gemerkt dat ik faalangst had. Een enkele docent had een vermoeden maar er is nooit aan de bel getrokken. De faalangst is een strijd in mijn hoofd. Niemand ziet de faalangst. Dat is moeilijk en soms eenzaam. Bijvoorbeeld tijdens de acteursgesprekken van mijn studie. Daar behandel je een bepaalde casus in de hulpverlening waarbij ik de rol als hulpverlener heb en de acteur een cliënt speelt. Niemand had door dat ik zoveel spanning ervoer. Ik kreeg achteraf van de docent en de acteur vaak terug dat ik daar heel rustig en professioneel zat. Maar je moest eens weten hoe ik mij vanbinnen voelde.
De faalangst laat ik niet mijn leven beheersen. Ik wil later geen spijt hebben dat ik iets heb vermeden dat ik heel graag wil. Doordat ik de meeste weerstand opzoek, groei ik als persoon het meest. Dat is moeilijk want ik heb nu nog steeds last van mijn faalangst. Anders dan vroeger is dat ik nu de kennis heb dat het geen reële angst is. Ik spreek mezelf toe dat het oké is dat ik me nu zo voel en dat dit bij mijn faalangst hoort.
Ik ben bijvoorbeeld vorige week gaan solliciteren voor een nieuw leer-werktraject. Ik heb dan twee stemmen in mijn hoofd. Eén weet dat ik dit kan, omdat ik dat al meerdere keren heb bewezen. De ander is bang om het niet goed te doen; falen. Voor het solliciteren zijn die stemmen in gevecht, een soort interne botsing met mezelf. Toch ga ik omdat ik weet dat ik het wil en kan. Dat is iets dat ik vroeger nooit had gedaan.
Nu doe ik ook meer dingen voor mezelf. Ik ga in mijn eentje naar het terras of naar een concert. Want op wie wacht ik nou om het leuk te hebben?! Tijdens mijn burn-out ben ik veel gaan wandelen in de natuur, luisterend naar de vogels maak ik mijn hoofd leeg. Ik heb zelfs wandelschoenen gekocht.
Tip
Voor anderen die ook worstelen met een burn-out of faalangst of wat dan ook heb ik één tip: vraag om hulp. Als je merkt dat je vastloopt ga samen met iemand kijken waarom je je zo voelt, zoek naar patronen en inzichten. Gun jezelf die hulp. Ik heb veel inzichten gekregen van de hulp van de POH en een psycholoog. Vier de kleine overwinningen want elk stapje helpt.
Zoek ook mensen in je omgeving waar je je veilig bij voelt want er zijn altijd wel een paar. Daarbij moet je je eerst de vraag stellen: ‘hoe ziet voor mij een goede vriendschap er uit?’. Dan vallen er ook een paar vrienden af. Maar nu ben ik heel erg blij met de vrienden die ik om me heen heb. Als ik aangeef dat ik niet goed in mijn vel zit, staan ze altijd klaar. Ze stellen de juiste vragen, zoals: wat heb je nu het meeste nodig? Wat heb je nodig om te ontspannen? Wil je dat ik even luister? Kan ik iets voor je doen? Het zijn een beetje hulpverleners vragen maar het helpt wel. Dus luister naar jezelf, vraag hulp waar nodig en groei als persoon.”
*naam bekend bij de redactie