Cryonisme: een niet-zo koud kunstje

We doen er alles aan om zo oud mogelijk te worden, maar het eeuwige leven bestaat nog niet. Of toch wel? Cryonisme kan misschien de opstap zijn naar het eeuwige leven. Bij dit wetenschappelijke experiment wordt een overleden persoon ingevroren tot -196 graden Celsius. Wanneer de toekomstige wetenschap hier de juiste middelen voor heeft, wordt het lichaam van deze persoon genezen en weer ontdooid. De cryonisme-beweging bestaat al sinds de jaren ’60 en hoewel meer dan 1700 mensen wereldwijd hier voor staan ingeschreven, wordt het door de huidige wetenschap wordt het afgedaan als klinkklare onzin. Hoe zit dat precies? Alice Sijts, Universitair hoofddocent Immunologie aan de Universiteit Utrecht, legt uit waarom het cryonisme zoveel negatieve reacties krijgt van academici.

“Het cryonisme is gebaseerd op het invriezen en ontdooien van cellen”, vertelt Alice Sijts. “Cellen kun je invriezen, dit gebeurt in een laboratorium ook. Je wilt niet continu iets in kweek houden, daarom zijn er methodes ontwikkeld waardoor die cellen gecryopreserveerd zijn. Als deze cellen zijn ingevroren, kun je ze later weer ontdooien en verder kweken.”

In het boek The Prospect of Immortality, in het Nederlands ‘De Diepvriesmens’, vertelt de ‘vader van het cryonisme’, Robert Ettinger inderdaad hetzelfde. Hij beschrijft in zijn boek meerdere bewijsstukken om aan te tonen dat cryonisme kan werken. Zo vertelt hij daarin dat sommige insecten en lagere diersoorten zich tijdens de wintermaanden invriezen en in de lente weer ontdooien. Het boek van Ettinger, dat in 1964 werd uitgebracht, zorgde voor het ontstaan van de cryonsime-beweging. Vandaag de dag zijn er wereldwijd meer dan 1500 mensen die achter dit wetenschappelijk experiment staan, deze mensen worden ook wel cryonisten genoemd. Volgens cijfers van het Cryonics Institute, één van de twee Amerikaanse cryonisme-providers, staan ongeveer 14 Nederlanders ingeschreven als cryonist. Na hun overlijden zullen zij zo snel mogelijk ingevroren en naar Amerika worden gebracht om daar te worden opgeslagen in een ‘dewar’, een reusachtige capsule waarin hun lichaam gekoeld zal blijven tot de toekomstige wetenschap hen tot leven brengt.

Bij het cryonisme is het invriezen en ontdooien van cellen verder doorgevoerd naar het menselijk lichaam. De hoogleraar vertelt dat lichamelijke cellen nog even leven als een persoon is gestorven. “Doordat het lichaam van een overleden cryonist best snel wordt gekoeld, kan ik mij goed voorstellen dat deze cellen nog wel in orde zijn.” Sijts vertelt ook dat embryo’s worden ingevroren en daarna weer ontdooid. Deze methode van invriezen wordt ook wel vitrificeren genoemd. “Als een embryo wordt ontdooid kan het worden geïmplanteerd en kan daar een volledig individu uitgroeien, denk bijvoorbeeld aan een ivf- of ICSI-behandeling.”

“Maar een ingevroren cryonist is al overleden, anders begin je dit proces niet”, aldus de hoogleraar. Zij vertelt dat zenuwcellen, waar bewuste en onbewuste lichaamsprocessen onder vallen, worden aangestuurd door de hersenen. Wanneer iemand overlijdt werken deze niet meer. “Naast het ontdooien van lichaamscellen, heeft het tot leven brengen van een overleden, ingevroren persoon ook te maken met andere factoren. Je moet natuurlijk een volledig functionerend lichaam terugkrijgen. Denk aan de bloedcirculatie, ademhaling en zenuwwerking.” Dat is ook de reden dat het invriezen en ontdooien bij embryo’s wel lukt. Deze moeten zich, in tegenstelling tot een menselijk lichaam, nog volledig ontwikkelen vanaf het moment dat zij worden geïmplanteerd. “Dat je de (on)bewuste processen van het menselijk lichaam allemaal weer terugkrijgt nadat een persoon is overleden, lijkt me biologisch gezien onmogelijk.”

Mocht dit proces in de toekomst wél werken, dan is het nog maar de vraag hoe het lichaam van een tot leven gewekte cryonist eruit zal zien. “Als het invriezen perfect is verlopen, is er niet zoveel aan de hand.” De hoogleraar verwijst daarmee naar het feit dat er uit ontdooide embryo’s weer een levend organisme kan groeien. “Maar als ik in mijn laboratorium cellen op de juiste manier invries en daarna weer ontdooi, komt daar naar schatting zestig procent levend uit. Veertig procent hiervan is dan overleden. Als dit in een menselijk lichaam gebeurt ziet dat er natuurlijk niet goed uit.” Sijts legt uit dat weefsels een herstellingsvermogen hebben, maar kan zich goed voorstellen dat dit niet voor alle weefsels geldt. “Ik vraag me af of het preserveren van de lichamen goed genoeg werkt om weer een intact persoon terug te krijgen. Daar staat natuurlijk tegenover: niemand heeft het nog geprobeerd.” ”

Op welke manier cryonsime wel een kans van slagen zou kunnen hebben en of dit in de verre toekomst mogelijk zal zijn, weet Sijts niet. Zij vertelt dat het menselijk lichaam te ingewikkeld is voor dit proces. “Je kan er natuurlijk aan gaan werken om te zorgen dat het lukt, maar het is biologisch gezien onmogelijk.” Daarentegen sluit de hoogleraar niet uit dat er in de toekomst een mogelijkheid zal komen om stamcellen te gebruiken om daarmee de kapotgevroren cellen te vervangen. Maar als deze mogelijkheid er zou zijn, heb je nog steeds te maken met de bewuste en onbewuste processen die door de hersenen worden aangestuurd. “Het lijkt me om eerlijk te zijn gewoon onmogelijk om ooit een levend persoon in te vriezen en deze daarna weer tot leven te brengen”, zegt de hoogleraar. “Het menselijk lichaam is gewoon te complex voor zoiets.”

De organisatie voor Nederlandse cryonisten, Dutch Cryonics Organisation (DCO), is om een reactie gevraagd. Helaas hebben zij niet gereageerd.