Een dag op de verfafdeling van de Gamma.
De extreme drukte in de bouwmarkten staat recht tegenover de coronamaatschappij waar we momenteel in leven. Ook bij Gamma Aalsmeer zijn meer klanten dan ooit. De negentienjarige Larissa Brancard werkt al 4 jaar op de verfafdeling, ze merkt het verschil in drukte en het temperament van mensen. “Ze worden boos op mij, terwijl ze zelf deel van het probleem zijn.”
Een rij van 8 auto’s staat voor het gesloten hek aan de voorzijde van Gamma Aalsmeer. Op de weg ontstaat een file, die ervoor zorgt dat er een wirwar van auto’s op de weg stilstaat. Aan de achterzijde komt Larissa aanrijden op haar zwarte scooter. Grabbelend naar de kinkelende sleutelbos in haar rugzak, wandelt ze met een stevige, snelle, vastberaden pas richting de personeelsingang. Met lichte tegenzin, maar met volle energie van een goede nacht slaap, opent ze de deur. ‘Goedemorgen!’, groet ze vrolijk haar collega die in de gang staat.
“De omzet was ruim twee maal zo veel als normaal.”
Langzaam druppelen de rest van haar collega’s binnen. Ook bouwmarktmanager Menno komt de kantine in om een kopje zwarte koffie te zetten. “Goeiemorgen allemaal! Hebben we er een beetje zin in?” vraagt hij enthousiast, in de hoop zijn medewerkers een beetje op te peppen. Vanuit de groep medewerkers klinkt wat gezucht en gesteun. Iedereen komt wat huiverig over. Larissa glimlacht, maar beaamt de mening van haar collega’s. “Hopelijk wordt het iets rustiger dan gisteren, het was het écht een gekkenhuis.” Om ongeveer 11:55 staan alle bouwmarktmedewerkers om de beurt op. Tijd om de vloer op te gaan. Het hek aan de voorzijde van het pand is inmiddels open, het parkeerterrein staat vol en de klanten verzamelen zich massaal popelend voor de ingang. De medewerkers beginnen gezamenlijk in een groepje bij de verfbalie halverwege de winkel, voor een korte bespreking van de dag. “We draaien nog steeds mega omzet. Het zal misschien minder heftig worden als vorige week, toen hebben we in één 200.000 euro omzet gedraaid. Dat is ruim twee keer zo veel als normaal. Toch zal het druk worden…”
De drukte in de bouwmarkt is ongekend. Het hamsteren lijkt van de supermarkt overgenomen te zijn naar de Gamma. Uit cijfers van het CBS blijkt dat omzet in de derde week van maart gemiddeld 50% hoger ligt dan normaal. Ook ligt de gemiddelde omzet 6% hoger dan de normaal gesproken drukste periode van het jaar, namelijk de week van Hemelvaartsdag. Ook bij Gamma Aalsmeer is de drukte en de omzet veel hoger dan normaal. Gemiddeld is de dagelijkse omzet dubbel zo hoog als gewoonlijk.
Halverwege de briefing van manager Menno, wordt al Larissa weggeroepen. De ingang is open en de klanten lopen massaal tegelijk naar binnen. Het lijkt een beetje op een kudde koeien die voor het eerst de wei in mogen: mensen rennen, roepen en verspreiden zich razendsnel alle kanten op. De eerste klant heeft de verfbalie in zijn vizier genomen. Larissa loopt naar de klant toe en tikt tijdens het gesprek behendig op het scherm aan welke verf hij nodig heef. “Het is wel druk hé?”, verzucht de klant aan de verfbalie. “Ik kom alleen even een potje verf halen voor de schutting, we zitten er nu al zo lang tegenaan te kijken. Eigenlijk wilde we het pas eind dit jaar opknappen, maar nu hebben we de tijd ervoor.” Hij is zeker niet de enige die deze week gaat klussen: de stellingen die normaal gevuld staan met basisverf om te mengen, oogt karig. Verschillende vakken zijn leeg of bijna leeg. Het zilveren stellingmateriaal is zichtbaarder dan voorheen. Terwijl Larissa de verf van de eerste klant met een plof in de schudmachine zet, staat de volgende klant alweer te wachten op hulp. Met een tikkende voet en uitgestrekte nek staat meneer ongeduldig de prijslijsten te bekijken.
De meeste mensen stellen een klus gemiddeld een jaar tot twee jaar uit. De reden: ze hebben geen tijd. Aangezien de meeste mensen nu thuis zitten, ontstaat er ineens tijd om de klussen op te pakken. Mensen gaan massaal dat muurtje witten, de plinten vastplakken en een nieuwe vloer leggen. Ongeveer 90% van alle Nederlanders klust in zijn eigen huis. Dat is behoorlijk wat achterstallig kluswerk wat nu ingehaald wordt.
“Ik ben helemaal niet bang voor het virus!”
De meeste klanten houden zich aan de 1,5 meter afstand. Hier is de winkel dan ook naar ingericht. Voor de verfbalie is een afscheiding gemaakt door een houten spaanplaat op drie gammele schragen te leggen. Mensen leunen en botsen ertegen aan, het hout splintert los aan de zijkant. Toch zijn er veel mensen die bewust, doch onbewust de 1,5 m schenden. Zo wilt Larissa meelopen met een klant om een product aan te wijzen. Meneer verroerd geen vin op het moment dat Larissa zijn kant op komt lopen. “Als u een stapje opzijzet, zal ik laten zien waar het ligt,” aldus Larissa. De meneer kijkt haar verbaasd aan. “Ik ben helemaal niet bang voor dat virus hoor. Smetvrees heb ik ook niet!” Een heftige uitspraak, zeker in deze tijden. De schrik op het gezicht van Larissa is dan ook zichtbaar: haar mond valt er kort van open en een frons op haar voorhoofd ontstaat.
“We nemen meer risico’s en zijn minder voorzichtig door ambiguïteit-tolerant gedrag.”
Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat mensen banger zijn dat een naasten het virus krijgt, dan dat ze zelf het virus zullen krijgen. Verder zit het ook in ons gedrag om risico’s te nemen in tijden van een pandemie. Doordat we accepteren dat er verliezen geleden gaan worden, nemen we minder voorzichtig beslissingen en nemen we meer risico. We hebben ons er dus min of meer bij neergelegd dat de gevolgen van dit virus buiten onze controle ligt. Dat heet ambiguïteit-tolerant gedrag, volgens gedragseconoom Kim Fairly.
14:00, tijd voor pauze. Met een snelle pas loopt Larissa zigzaggend tussen alle mensen heen richting de kantine. De pauzetijden moeten streng nageleefd worden, zodat het niet vastloopt op de vloer. Ondanks de tijdsdruk om de pauzetijd na te leven, ziet een klant haar blauwe Gammashirt en het oranje veiligheidshesje van een afstand. Of ze een stuk touw af kan knippen, zelf lukt het de klant niet. Met een professionele glimlach stemt ze in, helpt mevrouw snel en met een ferme pas loopt ze vijf minuten te laat naar de kantine. Eenmaal aangekomen, ploft ze neer op een van de blauwe krakende plastic stoelen. De vermoeidheid is altijd het best voelbaar wanneer je even zit. Door het elektronische oortje klinken echter constant vragen van collega’s. Opmerkingen van de beveiliger. De manager die een aankondiging doet. De telefoon die verbonden zit met een bel op de verfbalie, gaat meerdere malen af. Larissa regelt dat er iemand op af gaat. Heel erg rustig is het dus eigenlijk helemaal niet. De drukte en stress achtervolgt haar zelfs tot in de kantine.
De dag stommelt verder. Het is rommelig, druk en veel mensen stellen vragen. Het voelt alsof heel Aalsmeer ineens een lekkende kraan, lelijke muur, loszittende plank en roestende radiator heeft.
Naast het feit dat mensen dus ‘accepteren’ dat gevolgen van het virus buiten onze controle ligt, komen mensen ook naar de bouwmarkt toe omdat ons gedrag niet kan bevatten hoe exponentiële groei eruit kan zien bij een virus als deze, aldus gedragspsycholoog Jay Borges. “Het is een feit dat mensen niet goed kunnen schatten hoe dit werkt en daardoor maken we keuzes die berusten op onvolkomenheden”.
“Het is vijf uur en dat betekend dat deze bouwmarkt gesloten is!” Klinkt over de speakers. De laatste mensen staan nog bij de verfbalie voor dat ‘ene potje verf’ dat ze persé nog nodig hadden vandaag. Eigenlijk weigerde Larissa de verf nog te gaan mengen. Alles was al ontsmet en schoongemaakt. De klanten namen hier echter geen genoegen mee, tierend eisten ze de verf. Te moe van een dag hollen, rennen, vliegen, stemt ze dan toch maar in. Het kost minder energie om de verf te mengen, dan om de discussie aan te gaan.
Vakbonden FNV en CNV maken zich grote zorgen om de medewerkers in de bouwmarkten. Ze roepen mensen die thuiszitten vanwege corona op om aankopen uit te stellen en alleen te winkelen als je écht iets nodig hebt. Kom niet met gezinnen, weet wat je nodig hebt en bestel het liever online, is de oproep.
“Leeggezogen door 1600 klanten.”
Het is kwart over vijf geweest wanneer Larissa en haar collega’s eindelijk de personeelsdeur openen en het parkeerterrein oplopen. Ze loopt naar haar scooter, de ferme pas die ze aan het begin van de dag had, is veranderd in een langzame slenter waarbij de zolen van haar werkschoenen de grond amper verlaten. Met een gebogen hoofd en hangende schouder start ze haar scooter. De energie die ze begin van de dag nog had, is weg. Leeggezogen door de 1600 klanten. Morgen weer een dag op de verfafdeling. Hopelijk wordt het iets rustiger, het was het écht een gekkenhuis.