De huidige woningnood is voor veel mensen een probleem. Dit probleem zal in 2024 oplopen tot een tekort van 317.000 woningen mede dankzij de groei van de Nederlandse bevolking. Hierdoor blijft de vraag naar woningen stijgen, maar het aanbod stijgt niet mee. Tiny houses vergroten sinds kort het aanbod maar is deze trend dé oplossing voor de huidige woningnood?
Onder een tiny house wordt een kleine woning van maximaal vijftig vierkante meter verstaan. Een gemiddeld huis in Nederland heeft een oppervlakte van circa 120 vierkante meter volgens het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). Een huis kopen in Nederland kost gemiddeld 418.000 euro. Een tiny house daarentegen kost tussen de 30.000 en 90.000 euro.
Voor- en nadelen
Aan deze trend zitten verschillende voor- en nadelen. Zo zijn de lage kosten een voordeel. Dit geldt ook voor Nathalie Sombroek die vanaf haar tweeëntwintigste in een klein huisje ging wonen van circa twintig vierkante meter. Inmiddels is het huisje verkocht. “Door de lage kosten van mijn woning kon ik minder gaan werken in de week en alsnog leuke dingen doen. Daarnaast voelde het ruim aan door alle ramen en de omliggende weilanden in de omgeving van Alkmaar.”
Ook voor Levi Engels, wonend in een klein huisje van zevenentwintig vierkante meter in Kapellen (België), waren deze lage kosten gunstig. “Voor mij en mijn familie was dit een noodgedwongen optie, maar we wonen hierdoor wel midden in een bosrijke omgeving en met een “normaal” huis betaal je voor zo’n zelfde locatie veel meer geld”, zegt Engels.
De meeste tiny houses zijn duurzaam gebouwd. Doordat de huisjes kleiner zijn, is er ook minder bouwmateriaal nodig voor de realisatie. Sombroek haar huisje bestond volledig uit hout en volgens haar moet je wel goed nadenken over de materialen. “Wanneer je een houten badkamer hebt, kun je geen halfuur douchen aangezien het hout kan vervormen. Een tiny house kan maximaal twintig jaar meegaan, mits deze goed onderhouden is en dit maakt de huisjes dan weer minder duurzaam dan een normaal huis”, legt Sombroek uit.
In Nederland is het echter nog een probleem om grond te vinden voor dit type woning. Zo ook voor Laura en Reinder Doornbos, die al twee jaar in hun huisje wonen en omringd zijn door de natuur in de buurt van Groningen: “Wij hebben vaak aangeklopt bij de gemeente, maar zonder resultaat. Uiteindelijk zijn wij via een kennis aan grond gekomen en staan wij ook gewoon goed ingeschreven”, zegt het koppel. Ook Sombroek merkt dit op: “In Nederland duurt het momenteel lang, wil je een goede plek hebben voor dit soort huizen.”
In Eemnes is een plek voor dit soort huizen gerealiseerd. Huub de Jong is projectleider binnen de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Eemnes. Hij heeft een project geleid met betrekking tot tiny houses voor starters en inmiddels is dit project afgerond. “Voor een gemeente zijn deze huisjes duur om te plaatsen. Op de grond in Eemnes staan er acht. Eén huisje kostte voor ons 110.000 euro en daarnaast moesten de huisjes nog worden aangesloten op het riool”, legt De Jong uit.
Toch verhuizen?
Toch verkoopt Engels zijn huis van zevenentwintig vierkante meter, na hier een jaar in te hebben gewoond. “Voor mijn gezin wordt de ruimte te klein, vooral met een tweede kindje op komst, dus het gebrek aan ruimte is voor ons belemmerend.”
Sombroek is momenteel 29 en heeft zo’n vijf jaar in haar huisje gewoond. “Toen ik in mijn woning trok, was ik alleen en een starter. Momenteel woon ik in een appartement en heb ik een vriend. Ik denk dat iedereen in een gezin zijn eigen ruimte nodig heeft, dus ik kan mij goed voorstellen dat een kleine woning niet optimaal werkt voor een gezin.”
De familie Doornbos heeft sinds kort een zoontje mogen verwelkomen in hun huisje. Voor hen werkt een tiny house wel met een gezin. “Ons zoontje is natuurlijk nog een baby, maar doordat je op zestien vierkante meter leeft, ben je altijd dicht bij je kindje. Het nadeel is echter wel dat je meer spullen in je huisje hebt, maar bij ons valt dat mee doordat wij al minimalistisch leven.”
Tiny house veranderende woningbouw decennium
De tiny house trend is in 2015 naar Nederland komen overwaaien vanuit Amerika. Sindsdien groeit de vraag naar dit soort huisjes in Nederland. In 2015 was er nog weinig bekend over deze trend, maar op dit moment zijn er 89 woonprojecten waarbij dit soort huizen worden gebouwd of al gerealiseerd zijn. De Jong legt uit dat de druk van de woningnood steeds groter werd en dat ze als gemeente snel aan de slag konden, zonder overleg met de provincie. “De provincies moedigen woningbouw aan, maar als het erop neerkomt, doen ze vaak moeilijk. De gemeente is om de tafel gaan zitten met de alliantie, een sociale verhuurder. Daarbij zijn een stedenbouwkundige en een architect ingehuurd. Uiteindelijk stonden de huisjes binnen circa negen maanden.”
Inmiddels zijn meer gemeenten bekend met de woningtrend en hierdoor wordt de regelgeving ook soepeler ten opzichte van 2015. Daarnaast zijn er in 2022 zo’n 2200 huisjes verkocht, met name in de Randstad is de vraag groot. Ongeveer de helft van de huisjes zijn verkocht in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag.
Volgens Sombroek kun je makkelijk met één persoon in een tiny house wonen, maar met meerdere misschien niet. “Met meerdere personen kan dit echter lastig worden, door de beperkte ruimte die je deelt.” Uit cijfers van het CBS blijkt dat het aantal eenpersoonshuishoudens is toegenomen vanaf 2015 en dat huishoudens bestaande uit meerdere personen de afgelopen jaren minder hard toenemen. De eenpersoonshuishoudens zijn van circa 2.9 miljoen huishoudens in 2015 naar ongeveer 3.3 miljoen huishoudens in 2023 gegaan. Dit is een stijging van ongeveer 14 procent in een tijd van acht jaar. In 2015 zijn 3 op de 8 huishoudens enkelpersoons en in 2023 steeg dit aantal naar 2 op de 5 huishoudens. Volgens het CBS gaat dit aantal alleen nog maar toenemen in de toekomst.
Het aantal huishoudens bestaande uit meerdere personen waren in 2015 circa 4.8 miljoen huishoudens en in 2023 is dit gestegen naar zo’n vijf miljoen huishoudens. Dit is een stijging van ongeveer 4.3%. Wanneer je deze stijging vergelijkt, kun je zien dat het aantal eenpersoonshuishoudens harder is gestegen dan het aantal huishoudens bestaande uit meerdere personen. Deze cijfers kunnen een indicatie geven van de vraag naar woningen voor eenpersoonshuishoudens en de tiny houses kunnen hier in de toekomst een grotere rol in gaan spelen.
Dé oplossing voor de woningnood?
“Ik denk dat je prima in een tiny house kunt wonen als je net op de woningmarkt komt kijken. Je moet echter wel ondernemend zijn, omdat er voorafgaand veel geregeld moet worden voorafgaand. Denk aan het vinden van een stuk grond en je moet goed communiceren met de gemeente. Ik denk dat wanneer je alleen naar de goedkope kosten gaat kijken, dat je dan beter in een appartement kunt gaan wonen”, vertelt Sombroek. Laura Doornbos denkt dat je flexibel, positief en creatief ingesteld moet zijn om in een tiny house te kunnen wonen. “Je moet vooral in het begin met creatieve oplossingen komen, omdat niet alles gaat zoals je dat wil.”
Niet voor iedereen werkt deze vorm van woning. “Voor mijn gezin was dit puur en alleen een tijdelijke oplossing. Ik denk dat mijn kinderen elkaar anders wakker houden en daarom zijn wij blij met ons grotere huis straks”, vult Engels aan. Of dit echt de oplossing is voor de huidige woningnood, dat valt nog te betwisten. “Je hebt met deze trend veel buitenruimte nodig, omdat het binnen kleiner is. Je kunt minder mensen op een vierkante meter kwijt”, vertelt Laura Doornbos. Haar man, Reinder Doornbos, versterkt haar: “Ik denk dat dit een oplossing is voor op korte termijn, maar op lange termijn denk ik niet dat dit de beste oplossing is. Je hebt veel grond nodig voor de realisatie van de huisjes.”
De Jong denkt dat de trend een oplossing geweest zou zijn als de vraag naar woningen minder groot was, maar in deze tijd werkt het echter niet. “We verschuiven het woningprobleem naar voren. Mensen hebben voor een periode van tien jaar een tijdelijke woning, maar na die termijn moeten ze alsnog iets nieuws vinden en dan blijft de vraag stijgen.”
Dataverantwoording
De data die gebruikt is voor het achtergrondverhaal is gebaseerd op het aantal leden van een huishouden. Met het woord ‘meerpersoonshuishoudens’ wordt gekeken naar het aantal huishoudens van twee personen of meer binnen een huishouden. Bij ‘eenpersoonshuishouden’ wordt gekeken naar iemand die alleen woont. Daarbij zijn de cijfers van het CBS om de vijf jaar gemeten en niet om het jaar. Hierdoor kun je niet het volledige verschil per jaar zien en krijg je geen volledig waarheidsgetrouw beeld van de toe- of afname van stijging per jaar, maar van de acht jaar die is gebruikt. De cijfers die gebruikt zijn, beginnen vanaf 2015 en niet vanaf 2013, aangezien de trend in 2015 naar Nederland is komen overwaaien. Daarbij geeft het ook geen goed beeld van de afgelopen tien jaar betreft tiny houses, omdat hier alleen wordt gekeken naar het aantal leden van een huishouden. Het gaat bij deze data dus niet om het aantal tiny houses De data die gebruikt is door het CBS zijn door heel Nederland gemeten. Hierbij is gekeken naar het aantal particuliere meerpersoonshuishoudens en naar het aantal eenpersoonshuishoudens. De cijfers van 2024 worden pas in het derde kwartaal van 2024 toegevoegd.