{"id":290,"date":"2019-10-04T00:34:13","date_gmt":"2019-10-03T22:34:13","guid":{"rendered":"https:\/\/svjmedia.nl\/nikolavankrieken\/?p=290"},"modified":"2019-12-02T15:43:25","modified_gmt":"2019-12-02T14:43:25","slug":"cyberpesten-wel-prioriteit-geen-capaciteit","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/svjmedia.nl\/nikolavankrieken\/290\/cyberpesten-wel-prioriteit-geen-capaciteit\/","title":{"rendered":"Cyberpesten: wel prioriteit, geen capaciteit"},"content":{"rendered":"
Hoer! Klootzak! Meer dan een miljoen mensen in Nederland hebben met zulke berichtjes via internet of ergere vormen van cyberpesten te maken. Pesten is iets dat al generaties lang bestaat, maar online pesten is iets dat zich in de afgelopen jaren ontwikkeld heeft. Door sociale media wordt het pesters heel gemakkelijk gemaakt om anoniem iemand lastig te vallen. Wordt er door de politie wel genoeg aandacht besteed aan het opsporen van Cyberpesters?<\/strong><\/p>\n Cyberpesten is een fenomeen dat vooral onder de jeugd speelt. Cyberpesten kan ernstige vormen aannemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het verspreiden van naaktfoto\u2019s van anderen. Voor de jeugd van tegenwoordig is het normaal om alles met \u00e9\u00e9n klik te delen via verschillende sociale mediakanalen. Met deze ene klik kunnen levens compleet worden verwoest. Vaak zijn de daders zich niet bewust van de gevolgen die cyberpesten met zich mee kan brengen.<\/p>\n \u201cIn veel gevallen wordt er geen aangifte gedaan tegen cyberpesten\u201d, vertelt politierechercheur Hans Scholten (60) uit Hilversum. Uit cijfers van het CBS blijkt dat er in Nederland gemiddeld door 6,7 procent van de slachtoffers van cyberpesten aangifte wordt gedaan. Jongeren vinden het g\u00eanant om het aan hun ouders te moeten vertellen, laat staan tegen de politie. \u201cEen van de oplossingen hiervoor is ons Instagram account\u201d, zegt wijkagent Hafid Jaadari (33). Op het Instagram account komen regelmatig vragen binnen van jongeren. \u201cVorig weekend nog vroeg een meisje van 12 jaar hoe zij om moest gaan met een oudere man die haar vroeg om naaktfoto\u2019s en seks. Door met jongeren te chatten, kunnen zij alsnog met de politie praten zonder dat ze met hun rugzakje naar binnen hoeven te lopen op het politiebureau. Ik stuur niet gelijk aan op aangifte doen. Ik praat hen er rustig doorheen en zorg dat ze het eerst aan hun ouders vertellen.\u201d<\/p>\n Ook Michanou Selberie (48) herkent het beeld dat er te weinig aangifte wordt gedaan tegen cyberpesten. Zij is trainer bij Konfia. Dit is een organisatie die kinderen weerbaar maakt tegen (cyber)pesten, onder andere door ze meer zelfvertrouwen te geven. \u201cCyberpesten is iets nieuws, en je merkt dat dit steeds meer onderdeel wordt van de trainingen en workshops die wij geven. We leren de jongeren dat ze erover moeten praten, dat het niet hun eigen schuld is en dat zij Cyberpesters moeten blokkeren.\u201d<\/p>\n Ook bewustwording onder de jongeren is belangrijk. Vaak weten de online pesters zelf niet eens waar ze mee bezig zijn. De politie is druk bezig om voorlichting te geven aan kinderen, met name op school, om de kinderen bewust te maken van wat ze aan het doen zijn. Oudere mensen worden bijna nooit met cyberpesten geconfronteerd. Het speelt vooral bij de jeugd van 10 tot 25 jaar oud. \u201cOuders hebben geen zicht op wat hun kinderen online doen, waardoor ze vaak overvallen worden door het online pestgedrag, dan komen ze heel snel bij ons terecht\u201d, zegt Hans.<\/p>\n <\/p>\n [aesop_quote type=”pull” background=”#ffffff” text=”#000000″ width=”30″ height=”100px” align=”right” size=”1″ quote=”Ik heb wel geleerd dat als je een serieuze poging Straffen<\/strong><\/p>\n De slachtoffers of hun ouders kunnen dus aangifte doen tegen cyberpesten. Maar hoe werkt dit eigenlijk? Want cyberpesten op zich is geen strafbaar feit. Tijdens het cyberpesten moet de dader dus een bestaand strafbaar feit hebben gepleegd zoals belediging, bedreiging of smaad om aangifte tegen hem of haar te kunnen doen. \u201cAls er geen strafbaar feit is gepleegd, leent het cyberpesten zich niet voor een aangifte. In dat geval kan de wijkagent alleen de school, het netwerk en de buurt benaderen om het probleem aan te kaarten\u201d, vertelt operationeel expert gedigitaliseerde criminaliteit, Francis Nijmeijer-Fraaij (36).<\/p>\n <\/p>\n \u201cAlleen als er een strafbaar feit is gepleegd, kan er aangifte worden gedaan\u201d, beaamt Hans Scholten. Als het behoorlijke strafbare feiten zijn die de jongere voor het eerst heeft begaan, dan komt hij bij bureau Halt terecht. De verdachte houdt hier geen registratie aan over en krijgt bij Halt een gesprek met zijn ouders erbij. Het slachtoffer en diens ouders krijgen ook een gesprek bij Halt. Vervolgens moet de verdachte een excuusbrief schrijven aan het slachtoffer. Tot slot is een taakstraf ook een optie. Of de verdachte deze krijgt, hangt af van de zwaarte van het delict. Omdat de daders vaak geen idee hebben waar zij mee bezig zijn geweest, is deze bewustwordings-methode effectief.<\/p>\n Op vrije voeten<\/strong><\/p>\n
\ndoet om de dader te vinden, je een heel eind kan komen.
\nEn d\u00e1t is het probleem bij de politie.” parallax=”on” direction=”left” revealfx=”off”]<\/p>\n