Als nieuweling (U16 categorie) begon Hugo Heijer (21) met het rijden van wielerwedstrijden voor JvR de Batauwers. In het jaar dat hij zeventien werd ging hij, door goede prestaties in de nationale koersen, ook voor de regionale selectie van KNWU-district midden koersen. In het jaar dat hij belofte/amateur werd kreeg Heijer een plekje aangeboden bij het Dutch Food Valley Cycling Team. Drie jaar lang reed Heijer voor deze clubploeg en startte hij in de grote wedstrijden, zowel nationaal als internationaal. De nu eenentwintigjarige sociale geografiestudent heeft dit jaar een stapje teruggedaan om het plezier in het fietsen terug te vinden.
Veel minder goed is hij niet geworden van deze kleine stap terug, zo is ook te zien tijdens de Nieuwer Ter Aa tijdrit. De tijdrit die Heijer won wordt gereden op een rondje van tien kilometer dat een vaste plek is voor wielrenners om een race tegen de klok te doen. Zo ook voor de USWV, de vereniging waar Hugo Heijer nu voor rijdt.
‘Deze keer was ik maar veertig seconden langzamer dan vorig jaar, en dat was op een tijdritfiets met dicht achterwiel en een tijdrithelm. Daarnaast waren de omstandigheden vorig jaar een stuk beter, de wind waait hard vandaag en staat raar op het rondje. Deze wind kost je ook zo tien seconden. Dus ontevreden ben ik niet. Zeker niet omdat ik alsnog de wedstrijd win.
Dat het verschil met vorig jaar niet supergroot zou zijn had ik wel verwacht. Vorige maand won ik een etappe in een internationale meerdaagse. Daar kwam ik erachter dat ik beter in vorm ben dan ik dacht. Nadat ik besloten had een stapje terug te doen en een winter met minder trainingsuren, verwachtte ik niet zo goed te zijn. In de jaren hiervoor trainde ik in de winter uren en uren in de kou en regen, alles om maar beter te worden. Dit jaar heb ik besloten te stoppen bij de ploeg waarvoor ik reed en meer tijd aan mijn studie te besteden, en daarnaast een sociaal leven te gaan leiden. Het overslaan van verjaardagen en altijd vroeg op bed liggen is na al die jaren genoeg geweest.
Ondanks de uren die ik in november en december gemist heb ik vanaf januari het fietsen weer opgepakt, maar dan op een leuke manier. Tijdens de eerste wedstrijden in het voorjaar voelde ik mij meteen al beter dan ik gedacht had. Na een paar keer kort geëindigd te zijn dit voorjaar vertrok ik met vertrouwen richting de Arden Challenge. Deze internationale etappekoers had ik voorgaande jaren ook gereden. Met de parcourskennis, het goede gevoel van het voorjaar en de vermindering in de prestatiedruk die op mij lag had ik als doel om ook in deze koers een top-10 uitslag te rijden. En toen won ik gewoon de laatste etappe van de koers!
Na de Arden Challenge was deze tijdrit mijn volgende doel. Ik heb de afgelopen weken geprobeerd de vorm waarover ik tijdens de meerdaagse bezat door te trekken. Met het programma TrainingPeaks heb ik mijn trainingen gepland om dit voor elkaar te krijgen. Daarnaast heb ik deze week gezorgd voor genoeg slaap, om hier fris aan de start te staan. Vandaag heb ik mijn eten getimed, zodat ik drie uur voor de start mijn laatste maaltijd at. Met voedsel in je maag starten is echt een no-go, dan gooi je alles er weer uit. Voor de start heb ik nog wel snel een gelletje gegeten om wat energie binnen te krijgen.
Het lichaam is alleen niet alles. Bij koersen zoals deze (tijdritten red.) is materiaal erg belangrijk. Het is niet voor niets dat veel jongens hier startten op speciale tijdritfietsen. Dit zijn fietsen waar je als renner veel aerodynamischer op kan zitten, en de fiets zelf vangt ook minder lucht. Rijden met zo’n fiets is een heel ander gevoel, het is alsof je op een raket zit. Helaas was de tijdritfiets waarmee ik vorig jaar startte van de ploeg, dus nu moet ik op mijn gewone fiets. Wel heb ik nagedacht over de luchtweerstand, mijn stuur heb ik aangepast, net als mijn wielen. Oh ja, en ik start met speciale sokken die minder lucht vangen. Al deze beetjes schelen toch weer seconden, en daar draait het om’