“Zie je die tafel daar, degene met die olijfolievlek erop? Die is van mij.” Trots wijst Jos Bregman naar een vijfdelige tafel – zelf noemt hij het liever een assemblage – een paar meter verderop. In een knus cafeetje in Oosterwold vertelt hij over zijn grote passie: houtkunst. Maar waar het voor veel kunstenaars stopt bij het uiteindelijke resultaat, doet Bregman iets bijzonders met zijn werk. Hij stopt er een chip in. “Als ik mijn telefoon nu tegen die tafel zou houden, kan ik precies zien waar hij vandaan komt.”
Bregman glundert wanneer hij vertelt over zijn grote passie. Sinds 2019 woont de 56-jarige kunstenaar op een boerderij in Oosterwold. Verstopt tussen de luid loeiende koeien en vrolijk tjirpende vogeltjes, heeft hij een eigen atelier waar hij datgene ruikt wat hem gelukkig maakt: hout.
“Na mijn studie in Wageningen stelde ik mijzelf de vraag waar ik nou écht heel graag oud mee zou willen worden. Toen moest ik denken aan die typische geur.” De passie kwam bij Bregman niet uit de lucht vallen. Als kleine jongen wilde hij al een heuse windmolen maken. Een wasmachinemotor moest vervolgens fungeren als dynamo. Weken was ‘de kleine Jos’ bezig om met een rechte zaag de juiste krommingen in het hout te krijgen, met een volledige wiek als resultaat.
‘We leven niet in een stad met bomen, maar in een bos met huizen’
“De geur van hout maakte mij destijds ultiem gelukkig, omdat ik dat koppelde aan de windmolen van toen. En aan mijn vader natuurlijk. Na mijn studie wilde ik opnieuw dat geluksgevoel krijgen en sindsdien heb ik de geur iedere dag in mijn neus. Niet alleen in mijn werkplaats, maar ook als ik door het bos loop of een houtvuur maak. Hier kan ik oud mee worden.”
Dat Bregman altijd wordt geconfronteerd met de vertrouwde geur, komt doordat hij respect heeft voor de herkomst van de boom, legt hij uit. “We leven niet in een stad met bomen, maar in een bos met huizen. Helaas worden de bomen veel te snel gekapt, waardoor ze als het ware anoniem de stad uit gaan.”
Om mensen bewust te laten worden van de geschiedenis van een boom, stopt Bregman chips in de kunst die hij maakt. Naast informatie over Bregman zelf, staat er een verhaal over de oorspronkelijke boom en zijn herkomst. In veel gevallen is dat Almere. “Ik probeer het hout in de stad te houden”, aldus Bregman, die het begrip ‘houtkunst’ niet direct de juiste omschrijving vindt voor wat hij doet.
“Bij mij is de invloed van mijn publiek heel groot. Zie het als volgt: iemand kent een boom uit zijn buurt en weet dat hij wordt gekapt. Vervolgens probeer ik hem terug te geven aan diegene, maar dan in een andere vorm. Dat kan iets kleins zijn, zoals een snijplank. Maar ook een tafel. Op die manier blijft het hout bij de mensen en weten ze dankzij de chip, die lang meegaat, ook nog eens waar het vandaan komt. Niet alleen zij zelf, maar ook hun achterkleinkinderen leren de geschiedenis van het hout.”
Verhaal van het hout
Door de chips ontstaat er volgens Bregman een soort gelaagdheid in het zijn kunst. Waar sommigen alleen een stuk hout zien en het daar bij laten, kan je je nu verdiepen in het verhaal van het hout. Uniek, noemt hij het.
“Er zijn mensen die zeggen dat hun man iedere dag net als ik een stukje brandhout zaagt”, zegt hij enigszins geprikkeld. “Maar die mensen willen het überhaupt niet horen.” Gelukkig voor Bregman vinden anderen de chips juist geweldig. Er wordt een verbinding gelegd met de geschiedenis. “Zeker als je mensen uitlegt wat je met de chips doet, vinden ze het vaak fantastisch. Ik verras mensen en dat is een van de mooiste dingen die er is.”
Dit artikel is op 11 april 2024 ook gepubliceerd op de site van 1Almere en te bekijken via deze link.