Jan groeit op met vader bij communistische staatspartij: “In DDR was het helemaal niet zo prachtig”

Jan Günther ontwikkelde in de jaren ’80 een voorliefde voor punk. Foto: Privé

“Mijn vader heeft lang volgehouden dat de Muur niet zou vallen. Maar zie wat er gebeurde: uiteindelijk was ik degene die gelijk kreeg.” De 58-jarige Jan Günther groeit op met een vader die een prominente rol vervult bij de staatspartij van de DDR: de SED. Jarenlang weet Jan niet beter dan dat communisme de juiste staatsvorm is. Tot er bij de Duitse eenwording een wereld voor hem opengaat. “Dit had ik nooit voor mogelijk gehouden.”

[aesop_image img=”https://svjmedia.nl/pepijnvanwezenberg/wp-content/uploads/sites/421/2024/05/Kaart-Ostseebad-Boltenhagen.png” panorama=”off” imgwidth=”30%” align=”left” lightbox=”on” captionsrc=”custom” caption=”Ostseebad Boltenhagen ligt in de deelstaat Mecklenburg-Vorpommern. Beeld: Pepijn van Wezenberg” captionposition=”left” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off”]

“Soms spreek ik nog weleens vrienden van vroeger. ‘Ostalgische’ gedachten komen dan bovendrijven. Dat is de oosterse variant van nostalgie, waarbij sommigen zeggen terug te verlangen naar de oude DDR. Maar zo prachtig als het wordt geschetst, was het echt niet hoor. Nee, in het nieuwe Duitsland heb ik het stukken beter.”

Het is 1966 wanneer in het plaatsje Ostseebad Boltenhagen een jongen het levenslicht ziet: Jan Günther, zoon van een hoge partijfunctionaris van de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED). Met een vader die aanzien heeft binnen de enige in de DDR toegestane partij, laat de opvoeding van Jan zich raden. Communisme is de juiste ideologie.

“Dagelijks werden mensen in elkaar geknuppeld”

“Althans, dat vond mijn vader dan hè”, vertelt Jan, bij wie het in zijn puberjaren doordringt wat voor regime daadwerkelijk wordt aangehangen. “We woonden vlak bij de West-Duitse grens en zagen dagelijks mensen letterlijk in elkaar worden geknuppeld. Wanneer ik vroeg waarom de Stasi dat deed, werden discussies al snel in de kiem gesmoord. Daarom vermoed ik dat mijn vader het er stiekem niet mee eens was, maar zeker weet ik dat nog altijd niet.”

Jan Günther (r) als tiener samen met zijn opa (l). Foto: Privé

Het dorpje Boltenhagen ligt in het meest noordwestelijke puntje van de voormalig DDR. Het strand aan de Oostzee zorgt ervoor dat het een heuse toeristische trekpleister is voor de Oost-Duitse bevolking, al is het water tegelijkertijd ook om een andere reden populair: vluchten. Vermoed wordt dat in de periode van 1961 tot 1989 in totaal 5.336 keer is geprobeerd om de DDR via het water te verlaten. Van slechts 913 Duitsers is bekend dat ze veilig ‘de overkant’ hebben gehaald.

“Het strand werd altijd ontzettend streng bewaakt”, beschrijft Jan de gevaarlijke zone die de twee werelden scheidde. “Een aantal kilometer naar het westen was permanent verboden terrein, maar ook het strand ging ’s avonds standaard om 8 uur dicht. Wie dan nog in de buurt was, had een behoorlijk probleem en flink wat uit te leggen.”

“Ik heb al bijna twintig jaar geen contact meer met mijn vader”

Jan ontwikkelt in de jaren ’80, tot ongenoegen van zijn vader, een grote voorliefde voor punk. Hij zet zich af tegen de heersende cultuur en gedraagt zich rebels. Hij trekt zijn bek open, zoals hij het zelf omschrijft. En hij wil zijn vader ervan overtuigen dat de DDR geen stand zal houden. Er komt een einde aan de Muur, en daarmee ook aan het hoge aanzien van zijn pa.

“Ik heb al bijna twintig jaar helemaal geen contact meer met hem”, zegt Jan. De instorting van de DDR hakte er hard in bij zijn vader, die er tot het einde in zou hebben geloofd. “Maar ik ben maar wat blij dat ik niet meer in de DDR woon. Alhoewel, nog helemaal gelijk zijn we hier in Boltenhagen natuurlijk nog altijd niet.”

Jan Günther: “In Boltenhagen zijn we nog altijd niet helemaal gelijk.” Foto: Privé

Als vrachtwagenchauffeur toert Jan voornamelijk door Noord-Duitsland. Wanneer hij collega’s treft uit het absolute oosten van het land, verbaast hij zich nog altijd over de lage lonen die ze daar verdienen. “Af en toe hoor ik zelfs dat het westen wordt gehaat”, zegt hij. “Wat ik ook begrijp, omdat na de eenwording veel kapot is gemaakt. Die afkeer krijg je er dan niet snel meer uit.”

“Eigenlijk had ik verwacht dat de eerste generatie na mij al niet meer in Oost- en West-Duitsland zou denken”, voorspelt Jan de toekomst. “Maar zelfs mijn dochter moet vaak nog uitleggen dat ze uit een voormalige DDR-deelstaat komt. Ik vermoed daarom dat het nog wel even zal duren voor het oost-west-denken stopt. Al ben ik in ieder geval blij nog altijd in Boltenhagen te wonen. Want ik zit hier met een grote laptop op mijn bureau, terwijl er naast mij een televisie staat met honderd verschillende kanalen. Dat had ik in de DDR nooit voor mogelijk gehouden.”

Jan Günther (r) samen met zijn dochter (l). Foto: Privé

 

Dit was het vierde verhaal uit de serie ‘De onzichtbare Muur’. Klik hieronder om naar het volgende verhaal te gaan:

  1. Voel je je Duits of Oost-Duits?
  2. Brokstukken van de Muur nog altijd zichtbaar in herenigd Duitsland
  3. Heiko verlangt als Ossi terug naar DDR: “Toen was het leven nog eerlijk”
  4. Jan groeit op met vader bij communistische staatspartij: “In DDR was het helemaal niet zo prachtig”
  5. Vertrokken ‘Wossi’ keert terug als burgemeester: “We moeten het zelf doen”
  6. Wendekind René gelooft in gezamenlijke toekomst: “We zijn allemaal Duitsers”
  7. Toch nog een bloeiend Oost-Duitsland?: “De potentie is er, maar ze zijn zelf aan zet”