Het is een druilerige middag. Midden in park Nieuweroord in Utrecht, vlak bij winkelcentrum Hoog Catharijne, drommen zo’n twintig vrouwen samen rond een partytent, met daarin een vrouw met een megafoon. “Wij zijn hier omdat we op moeten komen voor vrouwenrechten. Niet in Afghanistan of Iran, maar gewoon hier in Nederland.” roept ze, op de achtergrond hoort men sirenes en toeters. Zo’n vijftig tegendemonstranten hebben zich aan de andere kant van het park verzameld, op afstand gehouden door een cordon ME’ers. De vrouw achter de megafoon is Lydia Daniël, een initiatiefnemer van Let Women Speak NL, een organisatie die zich verzet tegen wat zij noemt “de transgender ideologie”
“Ik ben hier omdat jonge meisjes en jongens worden voorgelogen,” vertelt ze me later die middag, nadat de demonstratie zonder grote incidenten is afgelopen. “Ze worden behandeld met hormonen en operaties voordat ze überhaupt weten wie ze zijn. Het zijn nog maar kinderen!” De tegendemonstranten, wapperend met regenboogvlaggen en protestborden, zien dat anders. “Ze bemoeien zich met zaken waar ze niks van afweten, het zijn gewoon gore TERF’s,” vertelt een demonstrant.
Voetnoot 1: TERF staat voor Trans-Exclusieve Radicale Feminist. Deze benaming wordt gebruikt voor vrouwen die zich tegen transrechten inzetten onder het mom van feminisme. Harry Potter-schrijfster J.K. Rowling is hier een voorbeeld van. Zelf noemen ze zich liever ‘genderkritische feministen.’ |
De zorg waar Daniël tegen ageert, binnen de sector bekend als het Dutch Protocol, werd veertig jaar geleden in Nederland ontwikkeld en vormde lange tijd de internationale standaard voor de behandeling van jongeren met genderdysforie. Wat ooit een medische doorbraak was, is nu een fel bediscussieerd politiek strijdpunt geworden – een ontwikkeling die zowel wetenschappers als transgender personen met groeiende zorgen gadeslaan. Hoe kon de discussie rondom een zorgprotocol zo gepolariseerd raken?

Het protocol
Psycholoog Peggy Cohen-Kettenis en endocrinoloog Henriette Delemarre-van de Waal van het Amsterdam UMC een publiceerde in 1998 een baanbrekend onderzoek. De casestudy van een dertienjarige patiënt met genderdysforie. In plaats van de toen gangbare aanpak met alleen psychotherapie, beschreven zij het gebruik van puberteitsremmers om de genderdysforie te verlichten en de patiënt tijd te geven om na te denken. Deze behandeling zou wereldwijd bekend komen te staan als het ‘Dutch Protocol’.
De behandeling van Cohen-Kettenis en Delemarre-van de Waal bestaat uit meerdere fases: na psychologische ondersteuning en diagnostiek volgt het gebruik van puberteitsremmers om de puberteit tijdelijk te onderdrukken. Vanaf 16 jaar kunnen de jongeren ook beginnen met cross-sekse hormonen. Pas als zijn volwassen zijn volgen eventuele chirurgische ingrepen. Zo’n 250 minderjarigen komen jaarlijks op intake bij het Amsterdam UMC voor deze behandeling. Maar wat ooit als medische innovatie gold, staat nu onder grote politieke druk.

In februari 2024 diende NSC-politica Rosanne Hertzberger een motie in waarin ze de regering verzocht onderzoek te doen naar de fysieke en mentale gezondheidsuitkomsten van het Dutch Protocol. Het lijkt een neutrale vraag, maar voor belangengroepen was meteen duidelijk dat de motie een eerste stap was naar een meer terughoudend beleid. Hertzberger stelde dat het ‘aantal kinderen met genderdysforie snel toe neemt’ en ‘ze in het buitenland een stuk terughoudender zijn met dit beleid.’
Voetnoot 2: Dat Hertzberger zo leek op te komen voor transgender personen is opvallend, zeker omdat ze hen in een column nog ‘het nieuwe knuffeldier van links’ noemde. |
Beide stellingen kloppen overigens: het aantal aanmelding voor de genderpoli is in de afgelopen jaren verdubbeld.
Finland besloot het Dutch Protocol niet langer toe te passen na teleurstellende ervaringen, en in het Verenigd Koninkrijk leidde de publicatie van de invloedrijke Cass Review in april 2024 tot het stopzetten van behandelingen met puberteitsremmers voor nieuwe patiënten onder de 18 jaar.
De Cass Review is een onderzoek van de Engelse kinderarts Hilary Cass naar de genderbevestigende zorg in het Verenigd Koninkrijk. Hieruit volgde 32 aanbevelingen voor een reorganisatie van de transgenderzorg, met focus op het Dutch Protocol. Cass belangrijkste conclusie: wetenschappelijke ondersteuning voor het Dutch Protocol was gering. Pycholoog Roelien den Oude vertelt in park Nieuweroord: “De kinderen die ik in mijn praktijk zie en die in behandeling zijn bij de genderkliniek, hebben vaak comorbiditeiten. Autisme, eetstoornissen, noem maar op. Het Dutch Protocol is geen oplossing voor deze groep. Daarbij komt dat genderdysforie een totaal nieuw verschijnsel is, dat aanhangers van de transgender ideologie nu ook bij mensen uit de geschiedenis proberen op te plakken.” Het Amsterdam UMC is het oneens met de conclusie van de Cass Review omdat het stopzetten van het Dutch Protocol ethische bezwaren oproept en noodzakelijke zorg ontoegankelijk kan maken.

Ook zijn er zorgen vanuit de transgemeenschap over de conclusies van Cass. In een artikel voor OneWorld legt journalist Marte Hoogenboom uit: “Binnen de transgemeenschap leeft altijd de vrees dat de uitkomsten van onderzoeken naar onze zorg en ons welzijn misbruikt worden om die zorg aan banden te leggen en onze rechten in te perken.” De Cass Review doet bijvoorbeeld een aanbeveling om cross-sekse zorg pas aan te bieden na het 25e levensjaar, omdat het brein dan pas uitontwikkel zou zijn.
Voetnoot 3: Dat is overigens een mythe: https://www.sciencefocus.com/comment/brain-myth-25-development |
Daarnaast heikelt Hoogenboom in haar artikel de terminologie die door Herzeberger gebruikt wordt. Genderbevestigende zorg ‘onomkeerbaar’ en ‘ingrijpend’? “Dat geldt in veel gevallen ook voor het úitblijven van die ingrepen. Voor veel transgender vrouwen zijn ongewenste veranderingen als gevolg van testosteron (zoals een hogere haargrens en lagere stem) bijvoorbeeld een blijvende bron van ongeluk.”
Polarisatie
De sfeer rondom de discussie over transgenderzorg in Engeland wordt door Cass omschreven als een ‘culture war’, een discussie die is vergiftigd door polarisatie. Terug in park Nieuweroord is de rij ME’ers een symbool voor deze polarisatie in Nederland. Er lijkt zich een onoverbrugbare kloof te hebben gevormd tussen de twee uitersten van het debat, terwijl zij in de kern zeggen hetzelfde te willen: kwetsbare kinderen beschermen.
Lydia Daniël wijst naar de groep tegendemonstranten aan de andere kant van het cordon. “Zij noemen ons transfoob, maar zij zeggen ook dat mannen vrouwen kunnen zijn, dus wat zijn woorden dan nog waard?.” Daniël loopt in de richting van de joelende menigte, waar bij haar aanblik de middelvingers de lucht in schieten.

Het argument ‘zij noemen mannen vrouwen; dat Daniël gebruikt, is een bewuste versimpeling van de identiteit van transpersonen. Door het bestaan van transidentiteit te ontkennen, sluit Daniël zich aan bij de retoriek uit het buitenland. Van anti-LHBTI+-propaganda in Rusland tot de recente ontwikkelingen in de Verenigde Staten, de problematisering van genderidentiteit die buiten de binaire norm valt, is een wereldwijd fenomeen. In Nederland manifesteert dit gedachtegoed zich op subtielere wijze, meestal vermomd als ‘bezorgdheid’, die desalniettemin transpersonen reduceert tot een abstract ‘gevaar’ voor de samenleving.
Tot en met 2020 hield het Sociaal en Cultureel Planbureau bij wat de houding van de Nederlandse bevolking was tegenover genderdiversiteit. Bij de stelling ‘Als iemand goed heeft nagedacht over het veranderen van zijn of haar geslacht, dan is een operatie een goed idee’ gaf 64% aan het hier mee eens te zijn. 23% was neutraal en 13% stond negatief tegenover deze stelling. Als dit wordt vergeleken met onderzoek van het Nederlands Kiezers Onderzoek in 2024 is een lichte kentering te zien: iets minder dan 60% van de bevolking is nog voorstander van geslachtsverandering, 17% keurt een geslachtsverandering af en 25% is staat hier neutraal tegenover.
Wat zegt de wetenschap?
Wat het publieke debat compliceert, is dat het wetenschappelijke bewijs voor de effectiviteit van het Dutch Protocol genuanceerd en soms tegenstrijdig is. Eigen onderzoek van het Amsterdam UMC in 2014 toonde positieve resultaten. Ze volgden 55 jongeren die de volledige behandeling volgens het protocol hadden doorlopen. Zij vertoonden significante verbeteringen in hun psychisch welbehagen. Replicatiestudies in het Verenigd Koninkrijk kwamen echter niet tot dezelfde conclusie. De Cass Review is daarnaast kritisch over de onderzoeksmethode: de positieve resultaten van het Amsterdam UMC kunnen ook aan de begeleidende psychotherapie toegeschreven worden, omdat er geen gebruik is gemaakt van een controlegroep.
Deze medische onzekerheid biedt de ideale voedingsbodem voor verdere polarisering van het debat. Waar experts nog worstelen met genuanceerde afwegingen, kiezen politieke partijen en activisten voor stellige standpunten die aansluiten bij hun ideologische voorkeuren. Zo grijpen meerdere sprekers bij het evenement van Let Women Speak terug naar de Cass Review, maar wie doorvraagt, merkt al snel dat zij tegen genderzorg in het algemeen zijn, niet alleen bij kinderen. Transactivisten beginnen bij de minste kritiek op genderbevestigende zorg al te steigeren, uit angst dat hun zorg op een hellend vlak terechtkomt. De nuance verdwijnt, en wat overblijft zijn twee kampen die elkaar bestrijden met selectief gekozen wetenschappelijke inzichten.

De toekomst
Er is één ding waar beide groepen het over eens zijn: de huidige zorg in ontoereikend. Het rapport ‘Mijn gender, wiens zorg?‘ uit 2023 wijst op structurele problemen in de Nederlandse transgenderzorg: de meer dan 1000 kinderen en adolescenten op de wachtlijst voor genderzorg bij het Amsterdam UMC krijgen niet op tijd de hulp die ze nodig hebben. Ook is er een gebrek aan reguliere psychologische ondersteuning voor mensen met gendervragen. De Gezondheidsraad heeft in februari 2025 een commissie geïnstalleerd die, naar aanleiding van de motie van Hertzberger, onderzoek doet naar de werking van het Dutch Protocol. De resultaten hiervan zouden kunnen leiden tot herziening van het huidige beleid.
Wat begon als een medisch protocol is verworden tot een symbool in een culturele oorlog over gender en identiteit. Wie hierbij het minst aan het woord komen zijn de trans jongeren zelf. Hun wensen en behoeften verdwijnen in het gekrakeel van twee steeds verder polariserende ideologische kapen. Zowel het volharden in het huidige protocol zonder kritische evaluatie als het volledig afschaffen ervan zonder goede alternatieven, zou deze kwetsbare groep kunnen schaden.