‘Zolang we te weinig aandacht aan deze problematiek besteden, zal je altijd onbegrip houden.’

Op een woonark in Almere woont de 23-jarige Alain Dikken. De half-Brabantse, half-Surinaamse Solutions consultant bij NEP werd in 2020 al gekroond tot BMY Mediatalent van het jaar en bracht begin dit jaar een fotoboek uit dat de strijd aangaat tegen racisme. Dat racisme is iets wat Alain vaak tegenkomt in zijn dagelijks leven. Zo ook over zijn haar. Hij heeft het kort geknipt, maar zijn krullen zijn onmiskenbaar. Over culturele toe-eigening is hij heel open-minded en oplossingsgericht; ‘Het begint bij een zaadje in de media en die kan je het uitwerken in het klaslokaal.’

‘Je ziet natuurlijk veel culturele toe-eigening in de haarstijlen vanuit de zwarte cultuur, maar ook met eten. Ik denk niet per se dat het iets goeds of iets slechts is, want het is op zich iets heel moois. De integratie van cultuurelementen is heel goed en zorgt ervoor dat mensen andere culturen gaan waarderen. Alleen is het een heel dun hellend vlak. Ik ben naar Saudi-Arabië geweest en als ik mijn outfit van daar in Nederland zal aan doen, dan kan ik zelf denken dat ik de cultuur ondersteun, maar de mensen uit die cultuur kunnen dat heel anders opvatten. Zo kan het zijn dat ze het als een soort vreemde grap zien dat je verkleed door de stad gaat. Je moet goed kijken hoe mensen dat soort dingen interpreteren. Datzelfde heb je natuurlijk ook met haar. Ik ken veel blonde mensen met dreadlocks. Ik vind dat zelf wel grappig dat ze zich laten inspireren door een andere cultuur, maar aan de andere kant kan het ook dat Saudi-Arabië-effect hebben. Ik denk wel dat dat per persoon verschillend is.

We zitten in zijn woonkamer, uitkijkend op het water en de andere woonarken. Alain is amicaal en welbespraakt. ‘Ik had vroeger heel lang haar, maar nadat ik dagelijkse opmerkingen erover kreeg besloot ik het af te knippen. Je zou graag support willen want dan wordt het normaler. Aan de andere kant krijg je dan wel mensen die je gaan supporten, maar er eigenlijk niks vanaf weten en je waarschijnlijk voor de verkeerde redenen supporten. Dat is een heel moeilijk gebied, want als mensen uit coulance pruiken gaan dragen met Surinaamse haardracht dan wordt het ook een rare gewaarwording.’ Kort lachje.

‘Je moet je voorstellen dat je als Nederlander in Amerika komt en een restaurant binnenwandelt die authentieke stroopwafels serveert. Dus je bent er nieuwsgierig naar, maar krijgt vervolgens een pannenkoek op je bord. Dan vind je dat vreemd en zou je de Amerikaan zeggen dat dit geen stroopwafel is. Datzelfde geldt ook voor bepaalde uitwisselingen van cultuurelementen.’ Terug naar het haar.

‘Als je kijkt naar de typerende Surinaamse kapsels hebben toch meer mensen er een mening over. Zo vinden ze het minder mooi of minder zakelijk. Dat neem je wel mee in je onderbewuste bepalingen. Ik denk dat onbekend, onbemind maakt. Als je heel weinig traditionele haarstijlen ziet, dan voelt het heel raar als jij het wel draagt. Ik merk het aan heel veel dingen, maar veelal omdat mensen niet gewend zijn aan een hele grote afro. Dat effect gaat wel weg door het vaker te laten zien.  Er was natuurlijk ook een tijd waarin mensen het heel ongemakkelijk vonden om hand in hand te lopen als ze homo of lesbies waren. In sommige gebieden gaan mensen dat steeds meer durven. Als je het vaker laat zien gaan mensen het ook meer accepteren en dat motiveert elkaar ook. Als ik naar mijn eigen haar kijk zou ik het fijn vinden als wat meer mensen die haarstijl zouden adopteren omdat ik me dan wat comfortabeler zou voelen.’ Verplaatsing van houding in zijn stoel.

‘Ik denk dat het goed is voor de ontwikkeling om meer aandacht te besteden aan meer culturen dan alleen die van Nederland. Cultuur leren kennen is niet alleen; ‘neem een keer roti mee want dan hebben we ook een keer Surinaams eten geproefd’, want dat is helemaal niet de manier waarop je cultuur adopteert. Het is echt veel meer de diepte in gaan en er aandacht aan besteden. Door je af te vragen wat die haarstijlen zijn en waar ze vandaan komen. Er zijn ook goede films over. ‘Hoe duur was de suiker’ is een mooi voorbeeld dat heel veel informatie geeft over het slavernijverleden en elementen uit de Surinaamse cultuur. Zo kun je veel mensen uitleggen waar het vandaan komt en waarom sommige mensen dus bijvoorbeeld een zwarte pieten discussie voeren.’

 

‘Over de verschillen tussen culturen is en blijft heel veel discussie. Ik was vorige week vrijdag op een middelbare school en toen hadden we het erover dat het best raar is dat de discussie al best wel lang leeft, maar dat het eigenlijk pas de laatste drie, vier jaar mensen zich erin gaan verplaatsen. Zo gek dat zo’n proces zo lang duurt. Ik denk dat volledige acceptatie mogelijk is als er een goed plan wordt gemaakt om het meer te laten zien. Ik verwacht wel dat door alle andere landen via TikTok en YouTube mensen steeds meer in aanraking komen met andere culturen. Ik hoop wel dat er naast TikTok-filmpjes meer onderzoek wordt gedaan. Het bereik van sociale media is heel groot, maar anderzijds is de diepgang in die korte tijd zó beperkt dat je je kan af gaan vragen of het wel genoeg bijdraagt. Het is soms veel vervelender als mensen er te weinig tijd aan besteden dan helemaal geen tijd. Je krijgt dan namelijk het effect van de Amerikaan met de pannenkoek. Het blijft natuurlijk lastig te organiseren. Daarom is een onlinecampagne van de overheid een stuk realistischer en haalbaarder dan met een boek en een praatje langs elke klas in Nederland te gaan. Die campagne zou dan een trigger moeten zijn om meer onderzoek te doen, maar helaas werkt dat niet zo.’ Hij luistert aandachtig en noemt een voorbeeld.

‘Je ziet hoe snel mensen vegetarische leefstijlen accepteren na echt goede voorlichting. Dat geeft wel hoop voor de toekomst. Ik denk dat we ditzelfde kunnen gaan doen voor culturele eigenschappen en problemen. Er wordt nu wel aandacht aan besteed, maar de mensen die de documentaires maken zijn zelf ook niet heel divers. Veel goede documentaires halen niet eens een prime time slot omdat de mensen achter het stuur denken; ‘Joh wie wil dit nou kijken?’. Als je het niet zelf ervaart is het lastig het belang ervan te voelen. Als je zelf ook nooit iets meemaakt wat buiten je eigen bubbel gaat, dan snap ik dat je denkt voor wie doen we dit er zit niemand in de klas die hier last van heeft. Dat is een punt dat door heel veel scholen niet belangrijk genoeg gevonden wordt. Ik denk dat het als individu heel moeilijk is om je in een ander te verplaatsen. Je kan er wel een soort lespakket van maken en het als verplichte kost behandelen in de klas. Voor alle soorten discriminatie heeft het zin om er aandacht aan te besteden. Zolang we te weinig aandacht aan deze problematiek besteden, zal je altijd onbegrip houden.’ Neemt een slok thee en werpt een blik op de klok.

‘Het is lastig om over te praten omdat het zo gevoelig ligt, maar door er meer over te praten haal die gevoeligheid ervan af en wordt het ook normaler. Je presentatie van je wil om het gesprek te starten doet ook al veel en dan zul je nooit mensen met de verkeerde termen aanspreken. Dat is ook weer dat pannenkoek-effect. Mensen die denken er alles al van te weten formuleren dat ook zo en dat eindigt het weer in een hoop frustratie. Wanneer die Amerikaan tegen jou zegt; ‘Ik heb een recept gekregen, maar ik weet niet zeker of het een stroopwafel wordt’, klinkt al heel anders en dan vind je het waarschijnlijk niet zo erg dat je een pannenkoek op je bord krijgt.’

‘Uiteindelijk blijft het een cirkel die we moeten doorbreken.  Dat kan op veel punten. Dat kan in het onderwijs, in de media en door er met anderen over te praten. Als we die cirkel doorbreken is het ‘the only way up’ zou ik zo zeggen.’