Expositie ‘De Nieuwe Vrouw’ in het Singer: ‘Ik wil de bezoeker uitdagen’

De Nederlandse vrouw heeft flinke stappen gemaakt in de afgelopen tientallen jaren. De maatschappelijke positie van nu vergeleken met, laten we zeggen, 100 jaar geleden is night and day. Een ode aan deze verandering – zo ook in de kunstwereld – hangt nu in het Singer, met de expositie De Nieuwe Vrouw. Hier hangen zowel mannelijke als vrouwelijke kunstenaars, die met hun werk de moderne vrouw laten zien in al haar vormen. Coupes die korter worden, korsetten die verdwijnen, stemmen die harder gehoord worden en ‘kantooruren’ in alle werkvelden.

Op woensdag 26 oktober, om 14.00 uur sharp om precies te zijn, bezoek ik deze nieuwe tentoonstelling in het Gooische.

 

De Nieuwe Vrouw

Bij binnenkomst valt meteen op: het is kleurrijk. Het tweede wat opvalt? Veel vrouwen. De zaal hangt vol met portretten en staat nog voller met mensen die ze bewonderen. Waar er veel vrouwen los rondlopen, zie ik bij de rondleidingen opvallend veel mannen. De ene discussie gaat daar over dat “mantelpakjes tegenwoordig echt weer helemaal in zijn” en de ander roept de naam van Aletta Jacobs, want hij wist toch zeker wel wie zij was en wat zij voor elkaar had gebokst.

Wanneer je op een willekeurige woensdag binnenwandelt in het museum in Laren, voel je je al wat ongemakkelijk als je telefoon net te hard afgaat. Maar bij deze expositie is het gesprek in volle gang, bij elk gezelschap. Ik begeef me in een rumoerige zaal, wat duidt op een expositie die stof tot nadenken geeft.

 

Geen stereotype

Fotograaf: Daphne Lucker
   Fotograaf: Daphne Lucker

Gastconservator Maaike Rikhof is verantwoordelijk voor deze kunstzinnige – en vrouwelijke – mix aan de muren in Laren. Ik spreek haar dan ook in het museum over de expositie die zij neer heeft weten te zetten. Zij legt mij uit dat die gesprekken die

gaande zijn in de zalen haar goed doen. “Ik wilde een toegankelijke, maar ook uitdagende en activerende samenstelling maken, die verschillende mensen aanspreekt. De Volkskrant noemde de expositie activerend, in plaats van activistisch. Dat vond ik heerlijk. Wat ik wil laten zien is dat wanneer je op een andere manier dan jouw dagelijkse kijkt naar genderperspectief, dan vallen je ook hele andere dingen op. En dat zorgt hopelijk voor deze conversaties die je hoort”, aldus Rikhof.

Het valt me op dat er niet enkel het stereotype ‘sterke, geëmancipeerde’ vrouw – denk aan een Aletta Jacobs – met een I don’t need no man attitude afgebeeld staat. Nee, ook muzes van schilders als Jan Sluijters en alledaagse moeders die op hun eigen manier minstens zo krachtig zijn hangen geportretteerd in de ruimtes. “En dat vind ik zó nice, dat je dat eruit haalt”, reageert conservator Rikhof op mij. “Wat wij doen is het verhaal vertellen van de veranderende maatschappelijke positie van de vrouw, en hoe deze is gereflecteerd in de kunst sinds de 19e eeuw. Dit hebben we in verschillende thema’s opgedeeld, per zaal, en dit gaat dus om elke soort vrouw. Want zij representeren sámen de nieuwe vrouw.”

 

Tonia Stieltjes door Jan Sluijters

 

Aletta Jacobs door Isaac Israels

De werkende vrouw

Als ik me focus op het grootste verschil tussen de vrouwen 100 jaar geleden en nu, is het de

Fabrieksmeisje door Bart van der Leck

visie op de werkende vrouw. In een werk dat voorbij komt, een van Bart van der Leck, wordt duidelijk dat hardwerkende vrouwen niet werden gewaardeerd. Zij werden gezien als onrein, grof en vuil. “En dat terwijl er zat vrouwen zijn die nu juist naar de top willen, en daar waardering voor krijgen”, aldus de conservator.

Die shift zie je ook in de expositie terug. In de zes zalen zie je dat het harde werk van vrouwen door de jaren heen juist wordt gewaardeerd. Aan elke muur hangen hardwerkende vrouwen op hun eigen manier. Een muur is volledig gewijd aan vrouwelijke verpleging. Surinaamse vrouwen die na de Tweede Wereldoorlog naar Nederland kwamen en iedereen verzorgde tijdens – en na – hun werkuren. Zij hangen hier met trots. Maar ook de vrouw op de fiets in de zaal erna, het praktische vervoermiddel om naar werk te kunnen. De fiets wordt dan ook gezien als hét attribuut van de zich bevrijdende vrouw.

 

 

                                        Dutch Nurses door Iris Kensmil

Weggeschoven vooroordelen

                    Lou Loeber

In de derde zaal, genaamd Creatief Genie, zien we vrouwelijke kunstenaars die de vooroordelen en restricties van hun tijd – eind 19de eeuw en begin 20e eeuw – tegen gaan. Vrouwen zouden niet in staat zijn creatieve genialiteit te bezitten. Zij zouden enkel verfijnd en bescheiden zijn. Maar de kunstenaars in deze zaal zijn dat niet, en doen dat dus ook niet. Zoals Lou Loeber, die androgyne en harde, hoekige zelfportretten maakt van zichzelf. Ook zien we Johanna Maria Jannette van Zijl geportretteerd door Otto B. de Kat. Van Zijl schreef als dichter – uit noodzaak – onder de mannelijke pseudoniem Hans, waarmee ze behoorlijk veel bekendheid oogt.

 

“Vrouwen hoeven niet in het stereotype hokje te passen die de maatschappij hun altijd gaf”, deelt Rikhof. “Dat laten deze vrouwen zien, daar zijn zij de representatie van.” Dit hokje, deze beeldvorming, is dan ook het belangrijkste van deze expositie. “Ik wil de bezoeker uitdagen om te kijken naar de veranderende beeldvorming van de vrouw, vanuit zowel vrouwelijke als mannelijke kunstenaars. Beeldvorming is namelijk nog steeds een belangrijk fenomeen in de maatschappij. Heel veel stereotypes rondom vrouwen hebben zich al eeuwen geleden, zeker ook rond de 19de eeuw, geworteld. Deze zitten dus ook diep. En op die beeldvorming wil ik de bezoeker wijzen.”

 

No such thing as female art

                    Ina van Zyl

Het museum schrijft dat er no such thing als vrouwelijke kunst is. Stijl, techniek of onderwerp komen nooit per se overeen. Maar wat wel een terugkerend fenomeen is, is het (zelf)portret. Daar stond bijvoorbeeld Ina van Zyl bekend om, zoals je hier rechts ziet. Maar vanwaar zoveel portretten? “Laat ik voorop stellen dat portretten belangrijk zijn voor deze expositie, omdat het letterlijk om de beeldvorming van de vrouw gaat”, begint Rikhof. “Maar wat niet onbelangrijk is hier, is dat vrouwen veel minder mogelijkheden hadden dan mannen. Zo ook in de kunst. Zij mochten bijvoorbeeld geen naakt schilderijen maken van modellen, wat veel mannelijke kunstenaars wel deden. Vrouwen moesten roeien met de riemen die zij hadden, en dat waren vaak zij zelf.”

 

150 jaar De Nieuwe Vrouw

De diversiteit van De Nieuwe Vrouw wordt overal weergegeven gedurende de expositie. Het eindigt dan ook bij ‘het moederschap’, met de grote vraag: waar staan we nu, na een krappe 150 jaar De Nieuwe Vrouw? Die vraag

Vrouw met kinderwagen door Ferdinand Erfmann

stel ik aan conservator Rikhof na een wandeling door de zes verschillende zalen van de tentoonstelling. “Ik heb het gevoel dat, als je puur naar de cijfers van nu kijkt, we op stagnatie beland zijn. Gelijke juridische rechten en dergelijke zijn inmiddels verworven, maar we blijven naar mijn idee de afgelopen tien jaar nog steeds op een loonkloof hangen.”

We zijn er nog niet, maakt ze duidelijk. “De allerlaatste stappen, zoals het abortusrecht, moeten nog gezet worden. Ik vind het ook belangrijk dat je het nooit mag laten rusten. We zitten ondertussen op zo’n 80 procent van waar we willen en moeten zijn, maar we moeten ook zorgen dat het niet terug de verkeerde kant op gaat. Dat het erger wordt.”

Ook wil Rikhof nog een laatste woord kwijt over stereotypering, iets wat een grote rol speelt in de zalen waar wij net doorheen liepen. “De kern is eigenlijk: stereotypering staat gelijke kansen en gelijke behandelingen in de weg. Waar mijn hele lange lulverhaal van net over ging, is dat beperkende beeldvorming heel onschuldig lijkt, maar dat is het niet. Je komt er namelijk niet makkelijk vanaf. Blijf daarvoor waken.”

 

                        Zelfportret met drie kinderen door Charley Toorop