Trans personen hebben regelmatig last van geweld en intimidatie. In zulke mate, dat er jaarlijks nog steeds meer dan 300 trans personen worden vermoord wereldwijd.
Daarom staan mensen elk jaar tijdens internationale Transgender Gedenkdag stil bij het geweld tegen trans personen en alle mensen die zijn overleden door dit geweld. Maar hoe erg is het gesteld, en wat kunnen wij eraan doen om het te verbeteren, naast stil te staan één keer per jaar? Heleen Driessen, vertrouwenspersoon van Amsterdam, vertelt ons erover.
Eenzaam en geïsoleerd
“Afgelopen jaar zijn er weer 350 trans personen vermoord. Het blijft telkens een beetje hetzelfde, terwijl je toch echt zou hopen dat het zou afnemen – en flink ook. En dan gaat het alleen om het geregistreerde aantal, niet om zelfdoding. Want ook dat gebeurt veel onder trans personen, het suïcide cijfer is bij hen ontzettend hoog. Ze leven vaak geïsoleerd, onder andere door de angst voor intimidatie, bedreigingen of erger, en zijn dus ook vaak ontzettend eenzaam”, legt Driessen uit.
En op die manier kunnen we in een vicieuze cirkel terechtkomen. Want een onderzoek van Transgender Netwerk Nederland geeft aan dat veel respondenten melden te stoppen met sporten en winkels en mensen te vermijden, door gevoel van onveiligheid. Zo raken eenzame mensen alleen maar meer geïsoleerd.
Werkvloer
Driessen werkt bij een safe space, waar alle trans sekswerkers in Amsterdam terecht kunnen om veilig met haar te praten. “Waar zij enorm veel last van hebben is discriminatie. Ook omdat zij een dubbel stigma hebben, doordat zij trans en sekswerker zijn. Daardoor worden zij buiten gesloten van de maatschappij. Dit zie je ook gebeuren op de werkvloer. Veel werkgevers zeggen dat het uiteraard prima is als iemand trans zijn, maar toch komen ze er niet vaak doorheen. Het roept toch vaak wat op bij een bedrijf en ze komen daardoor niet makkelijk aan een baan.”
Onder andere daardoor is het dus moeilijk voor trans personen om beter te integreren in de samenleving. “Wij komen makkelijker aan een baan. Wij zijn de norm. Maar dat is waar we vanaf moeten. Wij kunnen gewoon even een boodschap doen of een koffietje halen, trans personen krijgen op zo’n moment al veel sneller te maken met opmerkingen en uitsluiting”, vertelt Driessen.
Jong geleerd
De vertrouwenspersoon geeft aan ontzettend blij te zijn dat er steeds meer aandacht voor komt in de media. “Bekende mensen die het afgelopen jaar publiekelijk hebben verteld trans te zijn. Ook dat helpt, dat mensen een gezicht erbij krijgen. Het is lang niet genoeg, maar zo krijgen jonge mensen ook op sociale media mee wat trans überhaupt betekent. Dat maakt het al vroeg normaal voor hen.”
“Maar”, zegt Driessen, “kinderen zijn sowieso het probleem niet, naar mijn idee. Mijn dochter vindt een vriendin van mij, wie trans is, ‘mijn knapste vriendin’. Dat zegt ze altijd. Ze is gék op haar. Ik heb het haar een keer hoeven uitleggen, en toen was het helemaal oké. Die reactie zie je meestal bij kinderen. Zij hebben nog niet te maken gehad met de nare reacties van de maatschappij. Zij denken gewoon ‘ik vind jou leuk, klaar’. Daardoor zie je dus dat we hier van nature helemaal geen probleem van maken, maar dat je het toch enigszins aan leert door bijvoorbeeld ouders die er raar naar kijken of er moeite mee hebben.”
‘Maak ze deel van de maatschappij’
En daarom moeten we bij jonge mensen beginnen, vindt Driessen. “Zij zijn de toekomst, en kunnen het ook weer veranderen voor de opkomende jeugd. Bekende gezichten die ervoor uit- en opkomen is ontzettend belangrijk, maar helaas niet genoeg. Maak het zoveel mogelijk bespreekbaar, breng het naar buiten waar je kunt. Op die manier wordt het steeds iets makkelijker.”
Maar dat is niet alles. Ook moet er wat worden gevraagd van de politiek en werkgevers. “We moeten ze op voorbeeldfuncties zetten, wat wellicht veel van hen vraagt. Maar we moeten ze meenemen in de dagelijkse gang van zaken. Maak ze deel van de maatschappij. Door ze dichtbij te hebben voor iedereen, maakt het ook normaal, bekender en makkelijker bespreekbaar.”
Onbekend en onwennig
“Want dat is wat het is”, vindt Driessen. “Pure onbekendheid, angst en onwennigheid. Want mensen kennen het niet. Ze hebben het niet dichtbij. Als je een collega naast je hebt die trans is, wordt het persoonlijk en normaal. Op televisie is het nog niet écht thuis bij mensen. Door het echt te integreren, of dat nou in je eigen sociale kring is of op werk, wordt het genormaliseerd. Dat is wellicht makkelijker gezegd dan gedaan, maar het is wel de beste stap naar acceptatie.”
Dus het belangrijkste is: zorg dat het ‘thuis’ komt bij mensen. “Ik zie onrust bij mensen in onze omgeving, omdat ze het niet kunnen plaatsen. Niet in hun bekende hokjes. Ze vinden het verwarrend en ingewikkeld. Maar trans personen willen gewoon duidelijk maken dat ze een mens zijn, en that’s it. Dat vereist blijkbaar veel van mensen. Maar het zijn niet alleen weldenkende mensen die het kunnen accepteren. Sommigen moeten gewoon iemand in hun buurt hebben om het makkelijker en normaler te maken, want dan wordt het persoonlijk.”
Heleen Driessen