Beeld: 1917
Het is 6 April 1917. Twee soldaten worden op een gevaarlijke missie gestuurd om het Britse bataljon te waarschuwen voor een valstrik van de Duitsers. Soldaten Blake (Dean-Charles Chapman) en Schofield (George Mackay) trekken door niemandsland om op tijd de boodschap te brengen, om 1600 soldaten te redden van hun ondergang. Regisseur Sam Mendes neemt je op indrukwekkende wijze mee naar een paar uur uit de vierjarige oorlog. Na afloop komt het besef. Er is nog geen dag voorbij.
Britse soldaten Blake en Schofield worden op een gevaarlijke missie gestuurd om een boodschap over te brengen aan Kolonel Mackenzie. Die bevindt zich in het tweede bataljon van ‘de Devons’. De Devons zijn van plan een aanval te plegen op het Duitse leger, dat zich heeft teruggetrokken uit de linie. Ze weten echter niet, door doorgeknipte telefoonkabels, dat dit een tactische zet is van de Duitsers. Het zal uitlopen tot een bloedbad van 1600 soldaten, waaronder de oudere broer van soldaat Blake. Hij aarzelt geen seconde en sprint zonder twijfel naar de voorste loopgraaf van hun Bataljon. Schofield volgt Blake, maar zonder vertrouwen. Het is een werkelijk slagveld, met overal karkassen en gevallen soldaten, maar de nuchtere Britten weten grapjes te blijven maken tijdens hun tocht. De film brengt je compleet in de situatie van de soldaten, alsof je een van hen bent. De selectieve manier van beeldgebruik zorgt voor spanning; er wordt informatie achtergehouden en er komen constant vragen op. De combinatie met muziek zorgt voor immense spanningsopbouw en trekken je de film in. Als een bom ontploft in een ondergrondse loopgraaf, lijkt soldaat Schofield bedolven onder het puin. Maar Blake graaft hem onder het puin vandaan en redt hem van de dood. Op uitzonderlijke wijze wordt de angst van Blake in beeld gebracht. De angst om zijn kameraad te moeten verliezen en alleen verder te moeten, maar ook angst die het gevoel van de hele oorlog weerspiegelt. De angst om thuis te verliezen. Maar Schofield overleeft, samen trekken ze verder. Niet ver achter de loopgraaf naderen ze een vlakte met een vesting in zicht. Ze passeren een moestuin met kersenbomen, omgehakt op de grond. Blake vertelt Schofield over zijn thuis, over de kersenbomen van zijn moeder. De omgezaagde bomen stralen een treurnis uit, maar waar het Duitse leger de bomen omzaagt als teken van einde en teloorgang, weten ze niet dat het een wederkeer van moed symboliseert. De bomen zijn omgehakt, het lijkt klaar, over. Het is een droevig zicht om een boom in bloei te zien vallen. Als een machtige soldaat die opgeeft. Maar de bomen komen terug, misschien wel mooier dan daarvoor.
De afloop van de film raad ik aan met eigen ogen te bekijken, op een zo groot mogelijk doek in een muisstille zaal.
De film 1917 laat niet het bekende verhaal zien. Wat men altijd leert over de oorlog; hoe Franz Ferdinand wordt vermoord door Princip, de slag van Verdun of hoe grote aanvallen werden gewonnen en verloren. Het laat het verhaal zien, van twee, van ál die soldaten die in de eerste wereldoorlog vochtten voor hun land, voor hun thuis. Aan hen die vielen, leest men vaak op een gedenkteken of een monument. De eerste wereldoorlog begon op 28 juli 1914 en eindigde op 11 november 1918. Dat zijn 1568 dagen. Sam Mendes neemt je mee naar een van die dagen, twaalf uur van angst, verdriet en verlies. Het betoont een schokkende realiteit en geeft de oorlog weer in een nieuw perspectief. Van zo dichtbij heb ik het nog nooit meegekregen. Je volgt de soldaten voor je gevoel in één shot en komt angstaanjagend dichtbij. ‘Time is the enemy’ spreekt de filmposter. Toch voelt dat misplaatst. In deze verfilming draait het voor mij niet om de vijand waar tegen wordt gevochten, maar de drijfveer die ze staande houdt in het gevecht. In dit geval de broederliefde van Blake voor zijn oudere broer en de trouw en belofte van Schofield aan Blake. Aan hen die vielen. Nee. Aan hen die vielen voor hen.