“Als Suriname het WK haalt, komt Nederland in de problemen”

Sinds de invoering van het sportpaspoort in 2019 kunnen spelers die in Nederland geboren en getogen zijn met Surinaamse roots, ook zonder politieke rechten, uitkomen voor het Surinaamse elftal. Toch blijft het soms een uitdaging om deze spelers te werven. Algemeen directeur Brian Tevreden vertelt hoe hij samen met zijn team werkt aan de opbouw van een sterker Surinaams team. 

Brian Tevreden, algemeen directeur van de Surinaamse Bond en zelf voormalig speler van Volendam en Emmen, is een van de drijvende krachten achter de beweging. Sinds 2021 is hij verantwoordelijk voor zowel de organisatie als de voetbaltechnische ontwikkeling van het land, dat tot voor kort nog geen professionele structuur kende. “In zes jaar tijd hebben we behoorlijke stappen gemaakt. Ik zit er nu vier jaar, en we zijn begonnen met een korte termijnstrategie: ervaren spelers die het Nederlands elftal niet haalden in kaart brengen en werven, zodat er een competitief team staat. Momenteel richten we ons ook op jeugdspelers met Surinaamse roots, die we scouten en benaderen. Het is mooi om te zien dat jongens nu ook willen aansluiten, zeker nu we de Gold Cup hebben gehaald,” zegt Tevreden. 

Suriname wist in 2021 voor het eerst sinds 1977 door te dringen tot het Noord-Amerikaanse kampioenschap, dat na een gemiste editie in 2023 opnieuw werd bereikt in 2025. “Het is soms lastig. De KNVB komt nu ook met vragen als ‘Wat betekent dit voor de toekomst?’ omdat veel van deze spelers voor de Nederlandse jeugdelftallen uitkomen. Het is een proces,” aldus Tevreden. 

Door het feit dat veel spelers van Nederlandse bodem worden aangetrokken, ontstaan ook bepaalde uitdagingen. Sommige spelers zijn voorheen nooit of nauwelijks in Suriname geweest en hebben daardoor een andere band met het land. “Het is natuurlijk best een cultuurverschil: een ander klimaat, organisatorisch gaat het anders, en de manier van voetballen in Noord- en Midden-Amerika verschilt ook sterk van de Europese stijl. Dus dat is in het begin wel even wennen,” legt Tevreden uit. Toch merkt hij op dat de meeste spelers zich vrij snel aanpassen en de Surinaamse manier van voetballen oppakken. Tevreden noemt Etienne Vaessen als voorbeeld. Vaessen is momenteel keeper bij FC Groningen en heeft zijn Surinaamse roots via zijn opa. “Dat is echt te gek om te zien. Die jongen is zo boers als wat, maar hij komt het vliegtuig uit met een Surinaamse ketting en wordt ook echt omarmd door de andere jongens. Dus je ziet wel dat ze zich snel thuisvoelen,” vertelt Tevreden. 

Hoewel velen zich snel thuisvoelen bij de Surinaamse equipe, blijft de keuze voor welk land ze uitkomen lastig. “Er komt zoveel bij kijken: vrienden, familie, zaakwaarnemers. Het is echt een lastige keuze, aangezien deze beslissing de rest van je voetbalcarrière bepaalt,” legt Tevreden uit. Zaakwaarnemers proberen hun talenten vaak zo goed mogelijk te etaleren, en Nederland is daarbij nog de veilige optie, omdat Oranje regelmatig op het EK en WK speelt en spelers zo een podium biedt voor de wereldclubs. “Ik ben nu in gesprek met een jongen die eigenlijk voor Suriname wil kiezen, maar door zijn zaakwaarnemers wordt verteld dat hij moet wachten op het Nederlands elftal,” aldus Tevreden. Volgens hem gaat het soms om loze beloften: “Ik heb zelf ook mijn connecties binnen de KNVB, en soms zijn spelers helemaal niet in beeld.” Daarnaast zijn er spelers die uiteindelijk voor het Nederlands elftal kiezen en slechts een paar interlands spelen. Achteraf hadden zij liever voor Suriname gekozen, maar na drie officiële wedstrijden is dat niet meer mogelijk. 

“Als jij je opleiding hebt gevolgd in Nederland en je kunt daarmee in Amerika een veel betere baan krijgen, feliciteren ze je. Maar als je voor een ander land gaat voetballen, word je de grond ingeboord.” 

Toch kijkt Tevreden positief vooruit. “Het klinkt misschien hard, maar als wij zo blijven presteren en het WK halen, gaat Nederland echt nog in de problemen komen. Dan gaan jongens als Van Dijk en Gravenbergh op een gegeven moment voor ons kiezen. Dat zie je nu al bij Marokko, waar steeds meer Nederlandse Marokkanen willen uitkomen voor hun land.” De algemeen directeur benadrukt dat het een individuele keuze is en noemt de kritiek vanuit Nederland hypocriet: “Als jij je opleiding hebt gevolgd in Nederland en je kunt daarmee in Amerika een veel betere baan krijgen, feliciteren ze je. Maar als je voor een ander land gaat voetballen, word je de grond ingeboord.” 

Daarnaast wijst Tevreden op een ander punt van kritiek. Hij vertelt over een Instagram-post waarop Memphis Depay en Nathan Aké te zien waren. “Als je leest wat voor comments daaronder staan, je haren gaan er recht van overeind staan,” zegt hij. Het gaat hierbij om racistische opmerkingen onder een verder onschuldige foto. “Het publiek doet het zelf. Hierdoor gaan jongens op een gegeven moment de keuze maken om níét voor Nederland te kiezen.” Ook benoemt hij een duidelijk verschil in de manier van verslaggeving tussen Nederlandse en Surinaamse media. “De Surinaamse media kan nog wel stappen zetten. Ze wachten tot de spelers in Suriname zijn, steken weinig effort in het verhaal en duiken er vaak niet dieper in,” zegt hij. Volgens Tevreden is die verslaggeving soms nog amateuristisch, en hij is hierover in gesprek met journalisten in Suriname. 

Maar tegelijkertijd uit hij stevige kritiek op de Nederlandse media. Zo zou er een uur voor een belangrijke interland van Suriname een artikel zijn verschenen over een vermeende sekstape van een international. Ook ontstond er commotie over het feit dat FC Groningen meebetaalde aan een businessclass-ticket voor doelman Etienne Vaessen, omdat de Surinaamse bond de financiële middelen daarvoor nog niet heeft. “Dat is al een jaar een normale afspraak,” legt Tevreden uit. “Maar opeens wordt het publiek gemaakt en ontstaat er gedoe. Het lijkt soms alsof ze het expres doen, alsof ze niet bezig willen zijn met hoeveel er goed gaat.” De voorbeelden blijven zich opstapelen. Zo zou de directeur van FC Groningen tegen een speler hebben gezegd of hij “weer lekker op vakantie ging” toen hij op interlandbreak naar Suriname vertrok. Tevreden: “Ze nemen ons niet serieus. Alsof we een of andere bananenrepubliek zijn.” 

“We zijn heel lang onderdrukt geweest, en je merkt nu dat de tijd is aangebroken om op te bloeien en om die dingen tot uiting te laten komen.” 

De beweegredenen van Tevreden zijn helder. Tijdens zijn periode als technisch directeur bij Reading in Engeland vroegen twee Surinaamse spelers hem ooit of hij iets zou willen betekenen voor de Surinaamse bond. Dat idee bleef hangen. “Dat zag ik in de toekomst wel zitten. En de rol die ik toen voor me zag, die vervul ik nu ook. ‘Dat moet je manifesten,’ zeggen ze dan hè, haha.” Tevreden wil Suriname de komende jaren op de wereldkaart zetten. Hij wijst op het aanwezige voetbaltalent in en buiten het land, maar ook op de rijkdom aan natuurlijke hulpbronnen zoals olie, goud en hout. “We zijn heel lang onderdrukt geweest, en je merkt nu dat de tijd is aangebroken om op te bloeien en om die dingen tot uiting te laten komen.” 

Daarnaast spreekt hij de wens uit om ook binnen de Surinaamse samenleving verandering te zien. Het land kent een unieke etnische diversiteit met Creolen, Hindoestanen, Javanen, Chinezen en vele anderen, maar spanningen bestaan er soms nog steeds. “Het mooiste wat ik heb gezien, was dat Misidjan in de laatste minuut scoorde tegen Guatemala. Alle culturen omhelsden elkaar, iedereen juichte samen. Dat moment liet zien dat Suriname wél één kan zijn.” Via sociale media probeert Tevreden die boodschap actief uit te dragen, door positieve verhalen en beelden van het team te delen. Ook ondersteunt hij bewust de spelers die in Nederland zijn opgegroeid en voor het eerst in Suriname komen. “Ik ben een bruggenbouwer. En ik doe het niet voor mezelf, maar voor Suriname.” 

Aan jonge spelers geeft hij een duidelijk advies mee: neem geen overhaaste beslissing. “Als je die keuze maakt, moet je het met 200% doen.” Volgens hem zijn veel spelers verrast door de professionaliteit die zij aantreffen wanneer zij zich aansluiten bij de nationale ploeg. “Ik had een speler die tegen me zei: ‘Is dit het?’ Ik begreep niet wat hij bedoelde. En toen zei hij: ‘Als ik wist dat dit het was, was ik allang gekomen.’” Dat was volgens Tevreden een terechte reactie, omdat er tot een aantal jaar geleden nog geen professionele structuur bestond. “Het zegt denk ik genoeg dat er nu zóveel spelers aansluiten.”