
In juni 2024 werd er in Vlaanderen gestemd voor een nieuwe regering. De grote winnaars van deze verkiezingen waren de Nieuw-Vlaamse Alliantie en het Vlaams Belang, samen haalden zij 45% van de stemmen. Beide partijen zijn voor een autonomer dan wel niet onafhankelijk Vlaanderen. Partijleiders Tom van Grieken (Vlaams Belang) en Bart de Wever (N-VA) hebben beiden ooit uitgesproken een hereniging met ons land te zien zitten. Ook de leider van de grootste partij in Nederland; Geert Wilders, heeft in het verleden aangegeven geen tegenstander te zijn van een fusie. Hiernaast is ook Thierry Baudet van Forum voor Democratie voorstander van een herenigd Koninkrijk der Nederlanden. Zo heeft FVD begin dit jaar aangekondigd mee te willen doe met de Vlaamse verkiezingen voor de EU. Er zijn dus al geesten gerijpt voor dit idee. Dit roept echter de vraag op: Nederland en Vlaanderen herenigd, een Europese grootmacht in wording of gedoemd te mislukken?
Onze gedeelde geschiedenis met Vlaanderen is doordrenkt van conflicten. Dit is vooral zichtbaar tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), die resulteerde in de eerste scheiding van de noordelijke en zuidelijke Nederlanden. Na een aantal eeuwen gescheiden geweest te zijn, kwamen de gebieden in 1815 weer bij elkaar onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Dit gebied schaarde ook Wallonië en Luxemburg onder zich. Na de Belgische Revolutie van 1830 zijn we voorgoed uit elkaar gegaan.
Een doodszonde als je het aan Europarlementariër van N-VA, Kris van Dijck vraagt. ”Wij zijn een regio van gemiste kansen”, stelt hij. Volgens hem is de huidige federale structuur waarin België zich bevindt onhoudbaar. ”België is een klein land, maar we hebben twee democratieën, bij ons zijn er politieke partijen in het noorden en andere in het zuiden. Ook bij verkiezingen. En dat is ook de reden waarom het zo moeilijk is om een federale regering te smeden.” Om deze uitspraak meer kracht mee te geven, trekt de N-VA’er een vergelijking met de Nederlandse politiek: ”Veronderstel dat de PVV en VVD in het noorden de verkiezingen winnen en vervolgens met PVDA en SP uit het zuiden een coalitie moeten gaan vormen. Dat is onbegonnen zaak”, verklaart hij. Ondanks de doorgaans gebruikelijke trend dat Walen linkser stemmen dan Vlamingen, hebben de rechtse MR en centrumrechtse Les Engagés toch iets meer dan 50% van de stemmen gehaald bij de afgelopen verkiezingen.
Als we kijken naar een onderzoek dat zich richt op de verkiezingsresultaten van 2019 in België, kunnen we de uitspraak van Van Dijck met twee verschillende brillen bekijken. In het onderzoek, dat uitgevoerd werd door politicologen van vijf Belgische universiteiten, werden 14 sociaal-economische en sociaal-culturele stellingen voorgelegd aan zowel Vlamingen als Walen. In 11 van de stellingen kwamen de Vlamingen er het meest rechts uit, in de overige 3 was het verschil dermate klein dat het door de onderzoekers insignificant bevonden werd.
Zo was 78,1% van de Vlamingen het eens met de stelling: ‘Winkels mogen zelf kiezen wanneer ze uitverkoop hebben’, terwijl maar 66,6% van de Walen hier mee instemden. Ook waren een stuk meer Vlamingen van stelling dat nieuwkomers eerst moeten slagen voor een examen over de Europese waarden voor ze de Belgische nationaliteit kunnen verwerven. 83,8% stemde hier mee in, tegenover 74,3%. Hier valt wel op te merken dat in deze beide extremen het merendeel vóór deze rechtse stellingen was. Het enige punt waar de meerderheid van de twee groepen het niet over eens kon worden was of transmigranten onderdak bieden strafbaar zou moeten zijn. 53,0% tegenover 44,2% bij de Franstaligen. Het is dus nog maar de vraag hoezeer de noordelingen van de zuiderlingen verschillen.
Zo stelt ook hoogleraar interculturele bedrijfscommunicatie Marinel Gerritsen: ”Vlamingen staan dichterbij Walen en verder van Nederlanders af dan vaak gedacht wordt.” Gerritsen heeft meerdere onderzoeken gedaan naar interculturele verschillen tussen Nederland en Vlaanderen. Ze beweert dat de twee culturen dermate van elkaar verschillen dat ze tot grote frictie in de samenleving kunnen leiden. Hiermee bedoelt Gerritsen niet cultuur zoals we het normaal interpreteren, zoals feestdagen, rituelen of klederdracht. Maar cultuur in de antropologische betekenis van het woord. Zelf gebruikt ze graag de definitie van sociaalpsycholoog Geert Hofstede: ‘de collectieve programmering van de menselijke geest die de leden van één groep mensen onderscheidt van die van andere groepen’. Dit gaat om zaken zoals risicovermijding of acceptatie van hiërarchie. Vlamingen scoren op deze onderdelen veel hoger dan Nederlanders. ”Ik heb in beide landen lesgegeven, in Vlaanderen schreef iedereen altijd keurig mee en kon ik mijn verhaal afmaken. In Nederland ben je continu in discussie met studenten”, vertelt Gerritsen. Op elf van de zestien waarden die Hofstede in zijn bekende dimensies benoemt verschillen Vlaanderen en Nederland sterk.
Er zijn meerdere voorbeelden te noemen van mislukte fusies tussen Vlaamse en Nederlandse bedrijven: Fortis en ABN-AMRO, Boël en Hoogovens, BBL en ING. Allemaal geklapt op culturele verschillen volgens Gerritsen. ”De Nederlanders bij ING vonden dat de Vlamingen van BBL te lange lunchpauzes namen.” Of toen ING de internetbankieren verder wilde ontwikkelen. ”Dat ging helemaal niet, Vlamingen willen een band met die bank en niet alles vanachter een scherm oplossen”, aldus de hoogleraar.
”Ik heb het zelf ook meegemaakt, dan moest ik om vier uur vergaderen in Antwerpen en dan bleek dat er geen agenda was en dat we pas om half zes zouden beginnen”. Volgens Gerritsen zijn het dingen die er ingebakken zitten en dit is voor haar ook de reden waarom een hereniging nooit een succes zal worden.
Toch liggen er volgens Kris van Dijck kansen: ”Ik denk dat het in Nederland wat minder leeft, maar zeker bij N-VA zien wij de noodzaak om samen te werken met onze noorderburen.” Zo is er onlangs een verbond te gesloten onder de naam North Sea Port, deze verbindt de havens van Gent, Terneuzen en Vlissingen. Hiernaast is Mark Rutte een aantal keer op handelsmissie gegaan met Vlaams minister-president Jan Jambon, om de regio op internationaal niveau uit te dragen. ”We zien in Europa dat landen als Frankrijk en Italië erg protectionistisch zijn. Dus we moeten haast wel samenwerken zodat de grote landen de kaas niet van ons brood eten”, alarmeert Van Dijck. Volgens schattingen zou een Verenigd Koninkrijk der Nederlanden de vijfde economie van Europa en vijftiende economie van de wereld zijn.
”Die samenwerking is overigens al langer gaande, alleen in een andere vorm. Voorheen waren er altijd veel arbeiders bij Philips in Eindhoven of bij de textielfabrieken in Tilburg die vanuit de provincie Antwerpen kwamen werken in Nederland. Ook in de mijnen in Zuid-Limburg waren veel mijnwerkers uit Vlaams-Limburg actief”, verklaart Van Dijck. ”Nog steeds zijn er veel Vlamingen die komen werken bij ASML of een ander bedrijf in de Brainport Eindhoven. Dat is iets wat nog altijd gebeurt.”
Als we vooruitkijken, zijn er meerdere mogelijkheden voor de toekomst. Een volledige hereniging lijkt op dit erg onwaarschijnlijk, aangezien Vlaanderen eerst nog een lange weg te gaan heeft naar onafhankelijkheid van Wallonië. Wellicht is een economische confederatie op dit moment het hoogst haalbare. Kris van Dijck verwacht een eenwording niet meer mee te maken, ondanks de Nederlandse vlag die hoopvol op zijn bureau prijkt, waar de Belgische driekleur ontbreekt. Marinel Gerritsen is er minder rouwig om: ”Volgens mij zien we elkaar toch meer als vakantieland, wat mij betreft houden we dat zo.”
Voor mijn data heb ik gebruik gemaakt van data RepResent, RepResent is een consortium bestaande uit politicologen van vijf Belgische universiteiten. Het wordt geleid door Stefaan Walgrave en Jonas Lefevere (UA). Consortiumpartners zijn Sofie Marien (KULeuven), Karen Celis en Kris Deschouwer (VUB), Virginie van Ingelgom en Benoît Rihoux (UCLouvain), Emilie Van Haute en Jean-Benoit Pilet (ULB). RepResent is een EOS (Excellence of Science) project dat door het FWO en het FNRS betoelaagd wordt. RepResent is betrouwbaar omdat het wordt geleid door vooraanstaande politicologen van vijf topuniversiteiten in België en gefinancierd wordt door gerenommeerde organisaties als het FWO en FNRS. Deze brede expertise en academische steun waarborgen de kwaliteit en integriteit van het onderzoek.