Hoe Stella de Swart overleefde in armoede

Als alleenstaande moeder hield ze na het betalen van haar vaste lasten nog zo’n 65 euro per week over. Voor boodschappen, schoolspullen, kleding – alles. Welke keuzes neem je dan? Wat doet dat met je leven, met je zelfbeeld, met hoe je naar de toekomst kijkt? Dit is hoe die tijd voor Stella voelde: jaren waarin armoede haar leven bepaalde, maar waarin ze bleef vechten voor haar kinderen, omdat opgeven geen optie was.

Multimediale Productie – 13 juni 2025
Tekst/ontwerp: Sam Wouters
Beeld: Sam Wouters & Stella de Swart

Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 was bestaanszekerheid hét thema. Politieke partijen beloofden structurele hulp voor mensen met een laag inkomen: minder regels, minder maatwerk en een menswaardig sociaal vangnet. Nu, anderhalf jaar later, is daar voor veel mensen weinig van terechtgekomen. De inflatie stijgt opnieuw. Vooral boodschappen en energie zijn duurder geworden en juist mensen met weinig financiële ruimte voelen dat het hardst.

Tegelijkertijd lijkt armoede steeds meer een ondergeschoven kindje te worden. De verontwaardiging neemt af. We horen zo vaak dat mensen niet rondkomen, dat het bijna normaal is geworden. Alsof het er gewoon bij hoort dat kapotte spullen niet worden vervangen of dat een kind met een lege broodtrommel naar school gaat.

Stella groeit op in een warm, liefdevol en welgesteld gezin. Haar vader is huisarts, haar moeder een wereldwijze vrouw uit Curaçao. Ze wonen in ruime huizen, eerst in het Gooi en later in een grachtenpand in Oudewater. Na de scheiding van haar ouders verhuist haar vader naar een villa in Zeeland, waar hij zijn huisartspraktijk voorzet. Winkelen met honderd gulden op zak, vakanties naar Mallorca of Schotland tijdens de kerst: geld was er altijd.

‘Armoede heb ik als kind nooit gekend. We leefden gewoon in luxe.’
Stella de Swart

Na haar schooltijd verhuist Stella voor haar werk naar Amsterdam. Ze maakt carrière in de modewereld en werkt voor grote merken, onder meer als areamanager bij Esprit. Tijdens die jaren ontmoet ze in de stad de vader van haar kinderen, een bedrijfsjurist. Samen leiden ze een comfortabel leven in Amsterdam-Zuid, in een luxe huurappartement op Het Kwartier. Zwembaden, een kindercrèche, een loungeruimte met gratis koffie en kranten – je kon het zo gek niet bedenken, of het was er. Alles was tot in de puntjes geregeld, een leven zonder zorgen.

Maar zekerheid bleek kwetsbaarder dan gedacht. Van het een op het andere moment veranderde Stella haar leven ingrijpend.

De geboorte van haar zoon Kick in 2004 luidt een nieuwe fase in. Twee jaar later volgt Pleun. Het gezin verruilt hun comfortabele huurwoning voor een koopwoning aan de Lumièrestraat, op IJburg. Het huis is ruim, modern en met een tuin. De hypotheek staat op beider naam, maar alleen haar partner betaalt die af. Stella neemt gas, water en elektra voor haar rekening.

‘Een constructie die ik echt niemand zou aanraden.’
– Stella de Swart

Na de komst van de kinderen komt de relatie onder druk te staan. De liefde raakt op. In 2009 valt de bodem onder haar bestaan weg: de relatie strandt, ze verliest haar baan en raakt daarmee haar financiële stabiliteit kwijt. Hoewel ze nog kinderalimentatie ontvangt en wat eigen geld heeft, is het lang niet genoeg om zelfstandig verder te kunnen. Omdat haar naam nog altijd op de koopwoning staat, zit ze muurvast. Hij wil het huis niet verkopen, de huizenmarkt zit in een diepe crisis en Stella heeft het geld niet om hem uit te kopen. Door die constructie kan ze nergens heen, maar komt ze ook nergens voor in aanmerking.

Wat volgt is een onstabiele en uitputtende periode. In anderhalf jaar tijd verhuist Stella met haar kinderen vijf keer. Ze leven in tijdelijke huizen via een ‘time-being’-constructie: woningen van mensen die al vertrokken zijn, maar hun huis nog niet verkocht hebben.

Toch doet Stella er alles aan om haar kinderen niet te belasten. Ze verzint uitstapjes, organiseert logeerpartijen en probeert het gezellig te houden.

‘Ik wilde dat ze zich kind konden voelen, ondanks alles.’
– Stella de Swart

Ondertussen probeert ze opnieuw haar eigen boontjes te doppen. Ze begint een winkelconcept, de One-Day Shop. Maar de lasten zijn te hoog en de opbrengst te laag. Alles glipt verder uit haar handen. De financiële rek is eruit, het spaargeld slinkt en de stress neemt toe.

Ze houdt het vol zolang het kan, maar op een gegeven moment is het op. Uiteindelijk komt er iets van beweging: ze krijgt een urgentieverklaring van de gemeente en via een juridische omweg weet een rechter haar ‘failliet’ te laten verklaren, waardoor ze zich eindelijk losmaakt van de koopwoning op IJburg. In 2011 verhuist ze naar een kleine tussenwoning in de Transvaalstraat, een plek waar ze eindelijk kan blijven. Maar wat een opluchting moest zijn, markeert in werkelijkheid het begin van haar leven in armoede.

Kort na haar verhuizing wordt bij Stella baarmoederhalskanker vastgesteld. Het is vooral het herstel dat al haar energie vergt. Solliciteren is geen optie meer en als ze het al probeert, haken werkgevers af.

Zonder werk en met slechts een beetje kinderalimentatie komt Stella uiteindelijk in de bijstand terecht. Omdat ze zichzelf failliet heeft laten verklaren om los te komen van de koopwoning op IJburg, belandt ze in de wettelijke schuldsanering. Spaargeld heeft ze dan niet meer. Drie jaar lang leeft ze onder financieel toezicht, met zo’n 65 euro per week aan leefgeld. Voor boodschappen, kleding, schoolspullen, sport en cadeautjes. Alles moet daarvan betaald worden.

Het leven wordt een puzzel. Elke uitgave moet verantwoord worden. Bonnetjes bewaren, formulieren invullen, afspraken nakomen. Boodschappen doen verandert in een rekensom. Soms moet ze iets terugleggen bij de kassa, onder het toeziend oog van een rij wachtenden.

Via een maatschappelijk werker komt ze terecht bij de voedselbank. Aanvankelijk met tegenzin, maar er is geen keus. Iedere vrijdag haalt ze een tas met houdbare producten, groenten en brood. Thuis sorteert ze alles in plastic bakken en maakt ze er het beste van.

‘Soms aten we vier dagen achter elkaar mihoensoep met restjes groente.’
– Stella de Swart

Tegenover haar kinderen probeert Stella haar zorgen te verbergen. Omdat ze zoveel snoep kreeg van de voedselbank, noemden haar kinderen het zelf al snel de ‘snoepbank’. Ze organiseert thuisbioscoopavonden met popcorn uit de aanbieding en verzint uitstapjes in de buurt die niets kosten. Alles om maar te voorkomen dat haar kinderen voelen hoe krap het is.

Vanbinnen voelt Stella zich steeds leger. Ze probeert het luchtig te houden voor haar kinderen, maar zelf raakt ze uitgeput. De energie om nog sociaal te doen verdwijnt langzaam. Vriendinnen bellen minder, ze wordt niet meer uitgenodigd en ze voelt zich steeds meer een buitenstaander.

Ondertussen ziet ze hoe haar kinderen ook dingen missen. Traktaties op school of een verjaardagsfeestje zitten er vaak niet in, en een toetje is er alleen als het bij de voedselbank zit. Nieuwe kleding heeft ze wél voor ze – die koopt ze vier keer per jaar van de kinderbijslag. Hoe goed ze ook haar best doet, het vreet aan haar, iedere dag opnieuw.

Wie alleen naar de armoedecijfers kijkt, ziet een positieve ontwikkeling: het aantal mensen dat in Nederland in armoede leeft is de afgelopen jaren gedaald. Beleidsmaatregelen zoals de verhoging van het minimumloon, energietoeslagen en gerichte inkomensondersteuning voor lage inkomen hebben volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek hun vruchten afgeworpen. In de politiek wordt deze daling vaak gepresenteerd als een stap vooruit.

Dat het aantal mensen in armoede afneemt, klinkt dus hoopvol. Maar wie dieper kijkt, ziet een ander probleem groeien: de intensiteit van de armoede. Uit hetzelfde rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat steeds meer mensen langdurig in armoede blijven hangen, met minder middelen en minder perspectief om daaruit te komen.

Ook Stella haar verhaal laat zien dat armoede niet alleen gaat over hoeveel mensen ermee te maken hebben, maar vooral over hóé zij leven. De dagelijkse keuzes tussen eten, zorg, schoolkosten of een kapotte wasmachine. De stress, het isolement, het gevoel nergens op te kunnen terugvallen.

Het aantal mensen in langdurige armoede groeit en het Sociaal en Cultureel Planbureau waarschuwt dat deze groep weinig uitzicht heeft op verbetering. Daarnaast leidt de armoede vaker tot mentale problemen en isolement. Ook het Nibud ziet dat veel huishoudens zo krap leven dat elke tegenvaller hen direct in de problemen brengt. De totale armoedecijfers mogen dan misschien dalen, maar de armoede wordt intenser, schrijnender en hardnekkiger.

Op 6 december 2017 sluit Stella officieel het traject van de wettelijke schuldsanering af. Na jaren van toezicht, regels en beperkingen krijgt ze eindelijk een brief: een schone lei. Maar die opluchting voelt dubbel, want de vijf jaar die daar op volgen mag ze geen geld lenen, geen hypotheek afsluiten en dus geen stap zetten richting financiële zelfstandigheid.

‘Je bent officieel klaar, maar je voelt het nog overal. Alsof er een vinkje achter je naam blijft staan.’
– Stella de Swart

Langzaam bouwt ze haar leven opnieuw op. Ze begint met lezingen over armoede, eerst onbetaald, later als zzp’er. Inmiddels spreekt ze voor gemeenten en bedrijven, om het gesprek te openen over bestaanszekerheid.

‘Ik droom er nog steeds over. Soms word ik wakker met het gevoel dat ik opnieuw in de schulden zit.’
– Stella de Swart

Toch staat ze aan de vooravond van iets moois. In juni is Stella verhuisd naar Zeeburgereiland: een frisse start, letterlijk een nieuw hoofdstuk vol nieuwe kansen. En op achttien november viert ze haar zestigste verjaardag, een mijlpaal die symbool staat voor nieuwe energie, nieuwe dromen en de kracht om haar eigen toekomst verder vorm te geven.

Stella haar verhaal laat zien dat verlies niet het einde hoeft te zijn, maar juist de opening kan vormen naar nieuwe perspectieven en een toekomst die je zelf durft te herschrijven.