Multimediaal Verhaal: “Biodiversiteit in de stad”
In Nederland is het verlies aan oppervlakte en kwaliteit van oorspronkelijke natuur significant groter geweest dan het gemiddelde in Europa of wereldwijd. Dat is te zien in cijfers van het Compendium voor de Leefomgeving (CLO). Toch zijn er in Nederlandse steden veel kleine ‘groene’ initiatieven die zich inzetten voor natuurbehoud en biodiversiteit. Zo ook in Leiden. Wie zijn deze voorvechters en op welke manier zetten zij zich in? Waarom is biodiversiteit in de stad zo belangrijk?
Dit is een interactieve kaart van Leiden. De gekleurde bolletjes kan je op klikken om meegenomen te worden naar een andere pagina.
Het belang van biodiversiteit in de stad
Judith Veenkamp, expert urban ecology bij het Urban Ecology Lab en politicoloog, maakt zich zorgen om het verlies van biodiversiteit in de steden. “In de samenleving zie je veel lokale initiatieven ontstaan om bijvoorbeeld samen openbaar groen te beheren. Dat is supergoed want er is momenteel een enorme noodzaak aan behoud aan groen en biodiversiteit.”
De bezorgdheid van Judith Veenkamp, expert urban ecology bij het Urban Ecology Lab en politicoloog, over het verlies van biodiversiteit in steden wordt ondersteund door de gegevens van het Centraal Orgaan Leefomgeving (COL). Volgens de MSA-cijfers van het COL is er een aanzienlijke afname van de Mean Species Abundance (MSA) in zowel Nederland als Europa, wat aantoont dat er een dringende noodzaak is voor het behoud van groen en biodiversiteit, zelfs in stedelijke omgevingen.

De Mean Species Abundance (MSA) is een maatstaf voor de natuurlijkheid van ecosystemen, waarbij gekeken wordt naar de gemiddelde populatieomvang van inheemse soorten in vergelijking met hun populatieomvang in een ongestoorde situatie. Met andere woorden, het geeft aan in hoeverre de populaties van inheemse planten- en diersoorten zijn afgenomen als gevolg van menselijke invloeden. Deze grafieken geven duidelijk aan dat de populatieomvang van inheemse soorten in de Nederlandse landnatuur hard achteruit gaan. Een MSA van bijvoorbeeld 33% geeft aan dat de populaties van inheemse planten- en diersoorten gemiddeld een derde van hun omvang hebben in een natuurlijke, ongestoorde situatie. Een MSA van 100% betekent dat de populaties gelijk zijn aan die in een ongestoorde situatie. De MSA dient als een indicator voor natuurlijkheid, wat verwijst naar de toestand waarin de menselijke invloed op de biodiversiteit minimaal is.
Een hoge biodiversiteit in de stad is gunstig voor het welzijn en welbevinden van de bewoners en voor de realisatie van ecosysteemdiensten in het algemeen (Morgenroth, 2016)
Veenkamp denkt dat de Nederlandse overheid niet weet hoe ze om moeten gaan met groene initiatieven van stedelingen in Nederland. “Die leefwereld en systeem wereld vinden elkaar niet goed. Terwijl daar juist een enorme waarde ligt: dat mensen zich inzetten voor de biodiversiteit zonder dat van ze gevraagd wordt.” Dergelijke initiatieven als moestuintjes of groentetuinen worden vaak weggezet als iets schattigs, maar eigenlijk is het heel krachtig, vindt Veenkamp. “Je kan wel gaan voor hele megalomane oplossingen, maar het vergroten van biodiversiteit zit hem ook heel erg in dat je heel veel dingen op kleine schaal doet. Er wordt vaak gekeken door de overheid van hoe kunnen we dit opschalen tot iets groots? Terwijl je beter kan kijken, hoe kunnen we meer van dit soort kleine tuintjes spreiden over de stad?”
Het maakt wel uit wát je plant
Voor een hoge biodiversiteit en een goed werkend ecosysteem is elk natuurlijk leven belangrijk. Die ene insect die belangrijk is voor de mus leeft graag op de plant die jij misschien als onkruid beschouwt. Another man’s trash is another man’s treasure. Ook maakt het uit waar je koopt wat je plant. “Als je bij het tuincentrum planten koopt zijn die vaak opgekweekt met enorm veel pesticiden. Hij ziet er dan wel mooi kleurrijk uit, maar de insecten hebben er erg weinig aan”, zegt Veenkamp.