Goed antwoord stelling vier

Goed antwoord stelling vier

Misschien heb je zelf wel eens opmerkingen gemaakt over iemands anders gewicht in de hoop iemand daarmee verder te helpen. Helaas blijkt dit geen effectieve manier om te zorgen dat iemand gewicht kwijtraakt en werkt het juist averechts.

Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat het stigmatiseren van een dik iemand vaak erg nadelige gevolgen heeft voor de (mentale) gezondheid van degene die de stigmatisering meemaakt. Mensen die gewichtsdiscriminatie of stigmatisering ervaren, hebben een hogere kans om minder te bewegen en ongezonde eetgewoontes te ontwikkelen, zo blijkt uit onder andere dit onderzoek dat gepubliceerd werd in de American Journal of Public Health. Bij mensen die te maken krijgen met discriminatie, vindt er daarnaast daadwerkelijk een stressreactie plaats. Uit dit onderzoek dat gepubliceerd werd in de Canadian Medical Association Journal, blijkt dat hun stresshormoon cortisol stijgt, waardoor ze minder goed in staat zijn om hun impulsen te bedwingen. Eetbuiten liggen hierbij dus sneller op de loer. Daarnaast blijkt dat negatieve opmerking over iemand gewicht vaak tot schaamte leiden; iets wat, zo blijkt uit dit boek over vet geschreven door onderzoeker Susan Greenhalgh, wederom kan zorgen voor slechte eetgewoontes, minder bewegen en eetbuien.

In 2016 werd in Amerika een studie gedaan die uiteindelijk gepubliceerd werd in The International Journal of Clinical Practice. Twintigduizend mensen werkten aan het onderzoek mee. Wat bleek? Mensen die gewichtsdiscriminatie binnen de gezondheidszorg ervaarden, liepen een grotere kans op hartziektes, een hoog cholesterol en diabetes. Waar vaak gedacht wordt dat het een ‘te hoog’ gewicht is wat iemand ongezond maakt, kan het dus ook heel goed zo zijn dat iemand grotere gezondheidsrisico’s loopt door stigma’s en vooroordelen vanuit de gezondheidszorg.

Deze onderzoeksresultaten worden beaamd door internist-endocrinoloog Van Rossum. “Mensen met overgewicht en obesitas maken op dagelijkse basis discriminatie mee, zowel binnen hun eigen bekende kringen als binnen de medische wereld. Mensen met overgewicht en obesitas krijgen door het stigma ook last van angsten, eetbuien en een minderwaardigheidscomplex. Door die schaamte zie je weer dat mensen hun lichaam en ook lichamelijke activiteit gaan vermijden. Zo ontstaat een vicieuze cirkel die zichzelf in stand houdt.”

Over de extra gezondheidsrisico’s die mensen met obesitas lopen, heeft Van Rossum ook nog wat te zeggen. “In het ziekenhuis werd ik geconfronteerd met de afkorting ddd, die te pas en te onpas gebruikt werd. Het bleek dat die staat voor ‘Dikke Domme Diabeet’. Binnen ons zorgsysteem bestaat nog steeds het idee dat obesitas je eigen schuld en verantwoordelijkheid is. Er wordt bijna geen rekening gehouden met andere factoren, die we eerder besproken hebben, die hieraan ten grondslag zouden kunnen liggen. Mensen worden door dit probleem niet op de juiste manier behandeld, krijgen algemene middelen voorgeschreven of ziektes worden zelfs over het hoofd gezien omdat obesitas direct bestempeld wordt als de boosdoener. Daar moet iets aan veranderen.”

Hoe trek je dan wel aan de bel?

Los van de misstanden binnen de zorg, kan het natuurlijk best zijn dat je je zorgen maakt om iemand in je directe omgeving. Zoals je net hebt kunnen lezen, werkt het dus averechts om iemand er op een denigrerende en stigmatiserende manier op te wijzen. Als je echt bezorgd bent over een familielid of vriend- of vriendin vanwege een heftige afname of toename in gewicht, dan is er natuurlijk niks mis met dit op een respectvolle manier aankaarten. Het kan daarbij wel helpen om de focus niet op het gewicht, maar de gezondheid in het algemeen te leggen. Zoiets als: “Gaat alles goed met je? Ik heb het gevoel dat er iets aan de hand is. Je kunt er met me over praten als je wilt,” werkt wellicht beter dan: “Je bent wel erg veel aangekomen/afgevallen de afgelopen weken, gaat het wel lekker?”.

Klik hier om terug te gaan naar de homepage en het artikel verder te lezen.

Over de auteur