{"id":18809,"date":"2025-04-11T01:01:59","date_gmt":"2025-04-10T23:01:59","guid":{"rendered":"https:\/\/svjmedia.nl\/specialisaties\/?p=18809"},"modified":"2025-04-11T19:36:29","modified_gmt":"2025-04-11T17:36:29","slug":"oorlogsheld-zonder-wapens-adrianus-van-breemen-en-zijn-yad-vashem-onderscheiding","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/svjmedia.nl\/specialisaties\/18809\/oorlogsheld-zonder-wapens-adrianus-van-breemen-en-zijn-yad-vashem-onderscheiding\/","title":{"rendered":"Oorlogsheld zonder wapens: Adrianus van Breemen en zijn Yad Vashem-onderscheiding"},"content":{"rendered":"
Afgelopen november kregen Adrianus en Wilhelmina van Breemen postuum de Yad Vashem-onderscheiding. Deze onderscheiding looft Isra\u00ebl uit aan niet-Joden die Joden hielpen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze kregen de onderscheiding voor het laten onderduiken van de Joodse familie Sjouwerman in hun woning in Koog aan de Zaan. <\/strong><\/p>\n De onderduik mislukte door verraad en beide families werden opgepakt. Waar Wilhelmina en dochter Johanna de oorlog verder in vrijheid hebben doorgebracht, belandde Adrianus in concentratiekampen Vught en Dachau. Dit is zijn oorlogsverhaal. <\/strong><\/p>\n Madelon Liefting, de achterkleindochter van de Van Breemen\u2019s, nam de Yad Vashem namens haar overgrootouders in ontvangst in het Nationaal Monument Oranjehotel in Scheveningen. Waar ooit deuren sloten achter verzetsmensen en andere gevangenen van de Nazi\u2019s, werd een nieuw hoofdstuk geopend. Een hoofdstuk dat de erkenning van de daden van de Van Breemen\u2019s beschrijft.<\/p>\n Ze heeft haar overgrootouders niet gekend, maar voelt zich desondanks verbonden met deze \u2018helden\u2019, zoals zij ze noemt. Door de verhalen van haar oma Johanna en de uitgebreide documentatie die bewaard is gebleven weet ze veel over het oorlogsverleden van haar overgrootouders.<\/p>\n We spreken Madelon in haar flat in Zaandijk, bijna op steenworp afstand van de Jan de Wittestraat in Koog aan de Zaan, waar haar overgrootouders woonden. Voor haar liggen twee dikke inbindmappen gevuld met kopie\u00ebn en originele documenten uit of over de oorlogsperiode van het gezin Van Breemen. Sommigen zijn flink vergeeld en vallen bijna uit elkaar. Naast Madelon prijkt de Yad Vashem-medaille, het kloppende hart van een verhaal dat generaties overstijgt.<\/p>\n Adrianus Johannes van Breemen en Wilhelmina Maria de Ooij zagen beiden het levenslicht in Rotterdam, waar ze in 1926 trouwden. Adrianus was toen 27 jaar oud, zijn kersverse vrouw ruim een jaar ouder. Kort na het huwelijk verhuizen ze van de Maasstad naar de Kaasstad. In het Noord-Hollandse Alkmaar werd dochter Johanna op 27 november 1927 geboren.<\/p>\n Begin 1940, enkele maanden voordat de Duitsers Nederland binnenvallen, verhuist het gezin naar een oud schoolgebouw aan de Jan de Wittestraat 77 in Koog aan de Zaan. Adrianus, boekbinder en typograaf van beroep, had een vacature bij de Zaanlandsche Stoomdrukkerij<\/em> gezien. Een maand voor het onheil wat zich in de eerste helft van mei 1940 zou afspelen had hij hier een succesvolle sollicitatie.<\/p>\n Na vijf dagen strijd tekende generaal Winkelman de Nederlandse capitulatie in de nacht van woensdag 15 mei 1940, \u00e9\u00e9n dag nadat de geboortestad van Adrianus en Wilhelmina door Duitse bombardementen in as was gelegd. Volgens het boek De Zaanstreek in Oorlogstijd <\/em>werden op 16 mei de eerste Duitsers in de Zaanstreek gezien. Lange colonnes Wehrmacht-soldaten, gehuld in hun grijsgroene uniformen, baanden zich een weg door de streek. Ze waren op doortocht naar het noorden van de provincie.<\/p>\n Dat Adrianus zich niet thuis voelde onder de nieuwe vlag die over het land wapperde, blijkt uit een anekdote die zijn dochter Johanna, de oma van Madelon dus, jaren later met haar deelde.<\/p>\n[aesop_quote type=”block” background=”#ff9999″ text=”#0a0a0a” align=”left” size=”1″ quote=”\u2018Er was een NSB-krantje ingegooid met daarin een kinderpuzzel. Ze deed mee en won een doos kleurpotloden. Die kleurpotloden liet ze trots aan haar vader zien, waarna hij vroeg waarmee ze die gewonnen had. Oma liet het blad zien en hij ontstak in woede. Hij brak de kleurpotloden en begon te schelden en vloeken. Ze heeft nooit meer meegedaan aan zo\u2019n wedstrijd, omdat ze veel te bang was voor een nieuwe uitbarsting.\u2019” parallax=”off” direction=”left” revealfx=”off”]\n De Duitse bezetters gedroegen zich aanvankelijk vriendelijk tegenover de Nederlandse bevolking, die zij zagen als een \u2018Arisch broedervolk\u2019. Voor de Joodse inwoners gold die omhelzing niet. De Joden stonden vanaf het begin buiten de kring.<\/p>\n Naarmate de anti-Joodse maatregelen steeds grimmiger van aard werden, en de greep op het politieke en economische leven steeds steviger werd, barstte op 25 februari 1941 de Februaristaking los. Dit protest weerklonk massaal en krachtig in de Zaanstreek, waarna er van de Duitse vriendelijkheid steeds minder sprake was.<\/p>\n Toeval of niet: in 1941 verharde ook het verzet binnen huize Van Breemen. Adrianus en zijn vrouw sloten zich aan bij de ondergrondse en hielden zich bezig met het rondbrengen van illegale kranten en voedselbonnen voor onderduikers, doodzondes in de ogen van de bezetters. Dochter Johanna maakte schoon in doorgangshuizen voor Joodse onderduikers in Zaandijk.<\/p>\n Waarschijnlijk heeft het verzet binnen het gezin Van Breemen vorm gekregen, omdat Adrianus politieagent Joop Keijzer kende. Keijzer, die zelf ook een Yad Vashem-onderscheiding kreeg, was al langer actief binnen het verzet. Dat Adrianus zich beperkte tot geweldloos verzet had volgens Madelon te maken met morele overtuigingen.<\/p>\n[aesop_quote type=”block” background=”#ff9999″ text=”#0a0a0a” align=”left” size=”1″ quote=”\u2018Hij was tegen zinloos geweld en ik denk dat hij daarom ook kranten ging rondbrengen. Zo verzette hij zich tegen iets waar hij het niet mee eens was, zonder wapens te hoeven gebruiken. In mijn ogen laat dat zien hoe lief hij was, en dat er bijna geen geweld in zijn donder zat.\u2019” parallax=”off” direction=”left” revealfx=”off”]\n Politieagent Joop Keijzer was degene die het echtpaar Van Breemen uiteindelijk verzocht om de Joodse familie Sjouwerman in hun woning te laten onderduiken. Ze stemden toe, en vermoedelijk vonden vader Elia en moeder Betje rond april 1943 onderdak in huize Van Breemen, een toevluchtsoord midden in een wereld die steeds vijandiger werd.<\/p>\n Later voegde ook dochter Nora en zoon Syndey zich bij hun ouders, ze hadden daarvoor bij Joop Keijzer ondergedoken gezeten. Een verscheurd gezin was weer herenigd, met z\u2019n vieren deelden ze \u00e9\u00e9n slaapkamer op de bovenverdieping.<\/p>\n Het was een gedurfde beslissing om de familie Sjouwerman te laten onderduiken. Bij ontdekking liepen niet alleen de onderduikers groot gevaar, maar ook hun helpers. Dat risico, gecombineerd met het constante gevaar van verraad, zou Adrianus uiteindelijk aan den lijve ondervinden.<\/p>\n Een \u2018stomme fout\u2019, zoals Madelon het noemt, lag ten grondslag aan de ontdekking van de familie Sjouwerman. Terwijl er van de familie Van Breemen niemand thuis was, hoorde buurvrouw Zwaan dat er een toilet werd doorgetrokken. Buurvrouw Zwaan lichtte Willem Ritman in. Ritman was een familielid van de buurvrouw en tevens de rechercheleider in Velsen.<\/p>\n In opdracht van Ritman begaf op 20 oktober 1943 een overvalploeg zich in het holst van de nacht richting de Jan de Wittestraat. Deze ploeg stond onder leiding van politieman Abraham Harrebomee en bestond daarnaast onder andere uit de beruchte Jodenjagers Adriaan Frederik Jager en Ko Langendijk.<\/p>\n De ploeg drong het huis met veel bombarie binnen via de poort en de tuin van de buren, waarbij ze niet nalieten enkele ruiten aan diggelen te slaan. De schrik moet immens zijn geweest, maar toch wist de familie Sjouwerman zich nog te verstoppen. Adrianus probeerde tijd te winnen met een daad van geweld. Iets wat dus, volgens Madelon, haaks stond op zijn zachtaardige aard.<\/p>\n[aesop_quote type=”block” background=”#ff9999″ text=”#0a0a0a” align=”left” size=”1″ quote=”\u2018Adriaan Frederik Jager en Ko Langendijk, de Jodenjagers, renden de trap op en kwamen hem daar tegen. E\u00e9n van hen dreigde hem van de trap te gooien als hij niet zou vertellen waar de Joden waren. Daarop zei hij iets van \u2018als je dat doet, dan ga jij met me mee.\u2019 Uiteindelijk zijn ze dus samen van de trap af geduveld. Het was een zeldzame uiting van geweld van zijn kant.\u2019” parallax=”off” direction=”left” revealfx=”off”]\n De poging van Adrianus ten spijt werd de familie Sjouwerman ontdekt. Nadat ze wat spullen mochten inpakken werden zowel Adrianus als de familie Sjouwerman overgebracht naar het politiebureau in Velsen. Hier werd Adrianus enkele dagen verhoord, waarna hij werd overgebracht naar een gevangenis in Amsterdam.<\/p>\n Een kleine week na de inval, op 26 oktober 1943, werden zijn vrouw en dochter ingesloten op het politiebureau in Velsen. Vooral Wilhelmina werd op gewelddadige wijze verhoord door de Sicherheitsdienst, <\/em>de inlichtingendienst van de nazi\u2019s. Aan deze verhoren liep ze blijvende gehoorschade op. Hoewel Johanna\u2019s verhoor er minder gewelddadig aan toe ging, heeft haar gevangenschap grote indruk op haar gemaakt. In haar dagboek schreef ze later:<\/p>\n[aesop_quote type=”block” background=”#ff9999″ text=”#0a0a0a” align=”left” size=”1″ quote=”\u2018Toen moeder en ik gevangen zaten, hoorde ik vaak \u2019s nachts de cipiers met hun zware laarzen door de gang lopen met hun rinkelende sleutelbossen, nog hoor ik dat geluid.\u2019” parallax=”off” direction=”left” revealfx=”off”]\n Twee dagen later werden Wilhelmina en Johanna weer vrijgelaten.<\/p>\n Na zijn verblijf in een Amsterdamse cel werd Adrianus op 26 november 1943 overgebracht naar Konzentrationslager Herzogenbusch<\/em>, na de oorlog in de volksmond beter bekend als Kamp Vught. Dit kamp was, in tegenstelling tot doorgangskamp Westerbork, een strafkamp. Hier werden vooral politieke gevangen zoals Adrianus vastgezet en te werk gesteld.<\/p>\n Om groepen gevangenen snel van elkaar te kunnen onderscheiden gebruikten de nazi\u2019s een indeling met gekleurde driehoeken. Van Adrianus is bekend dat hij een rode driehoek op zijn kleding droeg, wat hem als politieke gevangene kenmerkte.<\/p>\n Adrianus had het geluk dat hij werk kreeg in het Buitencommando Roosendaal. Hier deed hij dienst als hovenier voor barones Charlotte van Beuningen, later bleek dat deze barones ook banden met het verzet had. Het voordeel van zijn werk in het Buitencommando Roosendaal was dat hij hier extra eten kreeg en redelijk licht werk had.<\/p>\n Hoewel Adrianus een relatief fijn baantje had zal hij meer dan genoeg van Kamp Vught hebben meegekregen. Hij sliep in blok 21, wat deel uitmaakte van een deel van het kamp speciaal voor strafgevangenen. Dit deel bestond uit negen barakken die als een slagader door het midden van het kamp stonden.<\/p>\n Nationaal Monument Kamp Vught. De barak en wachttoren zijn replica’s. Bron: Rick Nieborg<\/p><\/div>\n Ongeveer een half jaar verbleef Adrianus in Kamp Vught. Met de eerste van de in totaal vier transporten uit Kamp Vught werd hij op 24 mei 1944 naar concentratiekamp Dachau overgebracht, waar hij twee dagen na vertrek aankwam. In totaal zijn er met dit transport 650 mannen naar Dachau overgebracht, waaronder veel Zaanse verzetslieden.<\/p>\n Het moet een angstaanjagend beeld zijn geweest: het stenen toegangsgebouw met een wachttoren boven op de rode dakpannen. In het ijzeren hek stonden de woorden \u2018Arbeit macht frei\u2019, een Duits plaagstootje dat overigens in meerdere kampen zichtbaar was.<\/p>\n Aangekomen in Dachau verkreeg Adrianus op bijzondere wijze een baan. Zijn beroep als boekbinder werd verkeerd ge\u00efnterpreteerd, waardoor werd gedacht dat hij bekwaam was om ontwerpen voor Messerschmitts<\/em> te tekenen. Deze Duitse gevechtsvliegtuigen waren door hun snelheid, wendbaarheid en krachtige bewapening vooral aan het begin van de oorlog zeer gevreesd.<\/p>\n Adrianus moest aan de productie van de gevechtsvliegtuigen werken in Kottern-Weidach, een buitenkamp van Dachau. Toen ze erachter kwam dat hij helemaal niet zo\u2019n goede tekenaar was kreeg hij een kantoorbaan als boekhouder. Hierdoor ontsnapte hij aan de ontberingen in Dachau zelf.<\/p>\n Uit zijn tijd in Dachau en Kottern-Weidach zijn twee bijzondere erfstukken bewaard gebleven. Zijn ijzeren identiteitsplaatje en een brief naar zijn familie in een envelop. De brief kan overigens niet meer worden gelezen, omdat die van ellende bijna uit elkaar valt.<\/p>\n Het ijzeren identiteitsplaatje.<\/p><\/div>\n De brief verstuurd door Adrianus uit Dachau.<\/p><\/div>\n Toen het einde van de oorlog naderde organiseerden de radeloze Duitsers vaak dodenmarsen vanuit de concentratiekampen. Ook Adrianus heeft gelopen in zo\u2019n dodenmars totdat ze bij een steengroeve aan waren gekomen. Waar dit precies was, is niet geheel duidelijk. Wel is duidelijk dat hij hier werd bevrijd, waarschijnlijk door Amerikaanse troepen.<\/p>\n Na zijn bevrijding werd hij naar Frankrijk overgebracht om aan te sterken, en dat aansterken was nodig. Zo was hij sterk vermagerd en had hij schade aan zijn geslachtsdeel. Ook miste hij tanden en waren zijn nagels uitgetrokken. Waar deze mishandelingen hebben plaatsgevonden is niet duidelijk.<\/p>\n Nadat de oorlog was afgelopen ontving de familie een briefje met de volgende tekst:<\/p>\n[aesop_quote type=”block” background=”#ff9999″ text=”#0a0a0a” align=”left” size=”1″ quote=”A.J. van Breemen was op 23 mei 1945 in goede gezondheid in het kamp Etrepy (gemeente in Noord-Frankrijk red.) op doorreis naar Holland. Hoogachtend Herming.” parallax=”off” direction=”left” revealfx=”off”]\n Wie deze Herming precies is en wat zijn relatie tot Adrianus was, is niet helemaal duidelijk.<\/p>\n Op 3 juni 1945, rond drie uur s \u2019nachts werd er aangebeld bij huize Van Breemen. Het was Adrianus, die op dat moment zijn gestreepte kampuniform nog droeg. Hij was broodmager en het vel hing over zijn benen, maar hij was in ieder geval weer thuis.<\/p>\n Het originele treinkaartje waarmee Adrianus terug naar Nederland reisde.<\/p><\/div>\n Pas later hoorde de Van Breemen\u2019s door wie ze verraden waren, al werd het motief nooit bekend. Ook hoorden ze pas later over het lot van de familie Sjouwerman. Nadat ze enige tijd in de strafbarak van doorgangskamp Westerbork hadden verbleven, kwamen ze allen om het leven in vernietigingskamp Auschwitz.<\/p>\n De uitreiking van de Yad Vashem-onderscheiding in Scheveningen.<\/p><\/div>\n","protected":false},"excerpt":{"rendered":" Afgelopen november kregen Adrianus en Wilhelmina van Breemen postuum de Yad Vashem-onderscheiding. Deze onderscheiding looft Isra\u00ebl uit aan niet-Joden die Joden hielpen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze kregen de onderscheiding voor het laten onderduiken van de Joodse familie Sjouwerman in hun woning in Koog aan de Zaan. De onderduik mislukte door verraad en beide families […]<\/p>\n","protected":false},"author":2286,"featured_media":18855,"comment_status":"closed","ping_status":"closed","sticky":false,"template":"","format":"standard","meta":{"_acf_changed":false,"_et_pb_use_builder":"","_et_pb_old_content":"","_et_gb_content_width":"","footnotes":""},"categories":[4],"tags":[804,577,803],"class_list":["post-18809","post","type-post","status-publish","format-standard","has-post-thumbnail","hentry","category-cbj","tag-adrianus-van-breemen","tag-tweede-wereldoorlog","tag-yad-vashem","et-has-post-format-content","et_post_format-et-post-format-standard"],"acf":[],"yoast_head":"\n<\/p>\n
Kinderpuzzel<\/strong><\/h2>\n
Verzet <\/strong><\/h2>\n
Verraad<\/strong><\/h2>\n
Kamp Vught<\/strong><\/h2>\n
Dachau<\/strong><\/h2>\n
\u00a0Terug naar Koog<\/strong><\/h2>\n
Familie Sjouwerman<\/strong><\/h2>\n