De toon waarop er over de holocaust wordt gesproken en hoe er mee om wordt gegaan, is aan het veranderen. Is er sprake van een normvervaging en moeten we ons hier zorgen over maken?

Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht in samenwerking met tijdschrift de Groene Amsterdammer komt naar voren dat er via social media elke 83 seconden een antisemitische opmerking wordt gemaakt. Onderzoek van de Anne Frank Stichting bevestigt dat er een toename van antisemitisme zichtbaar is in de samenleving. Maar ook op kleinere schaal zijn er zorgelijke ontwikkelingen.

Een paar willekeurige incidenten die opvielen bij de coronademonstraties in de afgelopen weken. In Urk liepen jongeren in nazi uniformen over straat. Op meerdere plekken werden Jodensterren opgespeld. En bij de demonstratie tegen de invoering van de coronapas in Amsterdam werd een galg meegenomen.

“Door veel mensen worden er allerlei parallellen getrokken tussen (de aanloop van) de holocaust en de beperkende coronamaatregelen” vertelt bijzonder hoogleraar Populaire historische cultuur van Mondiale Conflicten en Massaal Geweld Kees Ribbens, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. “Je zou kunnen zeggen dat de Tweede Wereldoorlog een waterhoofd is in ons herinneringslandschap. Het heeft een hele belangrijke functie, niet alleen als historisch ijkpunt maar tegelijkertijd ook een functie als moreel ijkpunt. Als er behoefte ontstaat aan morele en ethische handvatten, is de holocaust een voor de hand liggend referentiekader om allerlei actuele ontwikkelingen mee te vergelijken.”

Toonverandering

Waar je er bij geschiedenis vaak vanuit gaat dat we meer waarde hechten aan verse herinneringen, gebeurde er volgens Kees Ribbens bij de holocaust juist het tegenovergestelde. “In de eerste naoorlogse jaren was het een open wond omdat veel mensen naasten hadden verloren. Dat is in de jaren vijftig en zestig een beetje weggezakt.” Ook toen waren er incidenten, bijvoorbeeld een ontgroeningsritueel van een studentenvereniging waarbij ze ‘Dachautje’ speelden. “In de jaren zeventig en tachtig kregen we juist weer steeds beter het besef van de gevoeligheid van de materie.”

Volgens de hoogleraar is het ontzag en de voorzichtigheid over een zo gevoelig en emotioneel thema, die is ontstaan tussen de jaren zeventig en tachtig, bij sommigen aan het afnemen en zelfs aan het verdwijnen. “De manier waarop mensen zich nu respectloos uiten is frequenter en intensiever dan voorheen. Men gaat lukraak op allerlei lange tenen staan. De politieke inzetbaarheid van de holocaust wordt steeds gemakzuchtiger gehanteerd. Vandaag de dag is het laagdrempelig om vergelijkingen te maken met de holocaust en de holocaust te benutten om je eigen gelijk te onderstrepen. Hiermee wordt op de koop toegenomen dat mensen zich hierdoor gekwetst zullen voelen. Een soort ingecalculeerde ongevoeligheid, die relatief nieuw is.”

Ongevoeligheid

Volgens Kees Ribbens zit deze politieke inzetbaarheid met name in twee groepen: “Tegenstanders van coronamaatregelen en als je het verder afbakent vertolken vooral mensen rond Forum voor Democratie dit geluid. Er zit natuurlijk wel verschil in, niet iedereen die bezwaar maakt tegen coronamaatregelen hoort automatisch thuis in de hoek van FvD. Ik heb er geen zicht op hoe groot deze groepen zijn, maar merk wel dat ze heel mondig zijn. Op de eerste plaats omdat ze zelf veel moeite doen om gezien en gehoord te worden, dat is tegenwoordig ook makkelijker dan vroeger door social media.”

Iemand die wordt getroffen door de ongevoeligheid van deze groepen is Hélène Wolf. Haar moeder moest vluchten in de oorlog en haar vader zat ondergedoken, andere familieleden overleefden de oorlog niet. “Het blijft heel pijnlijk om te zien dat deze associaties worden gemaakt. Ik denk dat hier een heel grote taak ligt voor het onderwijs. Vertellen wat de Tweede Wereldoorlog heeft betekend, in de hoop dat jongeren van nu beseffen waar ze mee bezig zijn als ze overgaan tot acties zoals in Urk.”

Historisch besef

Wat er gedaan kan worden om het besef terug te brengen is volgens hoogleraar Kees Ribbens de ‘one-million-dollar question’. Historische kennis is volgens hem niet het probleem. “Sterker nog, ze doen dit soort dingen juist omdat ze er toch iets van hebben meegekregen en dus ook realiseren dat ze daarmee emoties oproepen en kunnen choqueren. Het probleem zit meer in het historisch besef. Dat betekent dat je alle kennis die je paraat hebt op de juiste manier weet toe te passen, in een breder kader kunt plaatsen en op een verantwoordelijke manier historische vergelijkingen kunt trekken. Het is een heel geavanceerde, hoogstaande omgang met historische expertise. Kun je dat bijvoorbeeld wel van jongeren verwachten?”

Jimmy Jesterhoudt (21), student leraar geschiedenis, legt de lat van zijn generatie iets hoger. “Ik denk persoonlijk dat je in een bepaalde mate moet verwachten van jongeren dat ze historisch besef hebben. De geschiedenis herhaalt zich op een of andere manier altijd, en we moeten waken voor fouten uit het verleden. Essentieel is wel dat de jongeren de nodige kennis voor het vergelijken en het in context plaatsen goed en duidelijk, zonder bevooroordeelde mening aangeboden krijgen.”

Normvervaging

Volgens hoogleraar Kees Ribbens gaan een toonverandering en een normvervaging hier hand in hand. “De toon is veranderd in de zin dat er heel fel van leer wordt getrokken. Het is geen debat, een discussie tussen doven. En daarmee zie je dat een normvervaging in de hand wordt gewerkt. Wanneer Jodensterren als een politiek speeltje worden ingezet, dan moet je concluderen dat de geschiedenis niet langer serieus wordt genomen. Als de holocaust, die voorheen een moreel ijkpunt was, nu wordt gezien als iets wat je willekeurig kunt toepassen voor eigen doeleinde, dan is er sprake van een normvervaging.”

Hoogleraar Ribbens is verontrust door deze normvervaging en het gemak waarmee vergelijkingen en oorlogssymbolen voortdurend uit de kast worden gehaald. “Sterker nog, mensen laten speciaal Jodensterren maken! Ik merk dat er een soort gewenning optreedt. Ik vind het echt zorgwekkend omdat als we onze schouders gaan ophalen over Jodensterren het er misschien in resulteert dat we ook onze schouders gaan ophalen over de holocaust; de grootste moord in de Nederlandse geschiedenis. Daar kan je niet lichtvoetig aan voorbijgaan.”

Het holocaust namenmonument in Amsterdam – Foto: Ties Wijnen

Comments are closed.