Interview: ‘Zonder overheidssteun was de hele horeca failliet geweest’

Nu de coronacrisis op zijn einde is en lockdowns tot de verleden tijd lijken te horen, kijken we naar de gevolgen ervan voor de horecabranche. Want als je om je heen kijkt, lijkt veel horeca deze tijd toch goed door gekomen te zijn. Hoe zit dit?

In de warme lentezon bestelt Maarten Hinloopen een cappuccino op een van zijn terrassen op de Grote Markt in Den Haag. De horecabaas en tevens voorzitter van de Haagse Koninklijke Horeca Nederland heeft verschillende horecabedrijven in de Hofstad. Tijdens het interview wordt hij meerdere keren begroet door vaste klanten, die duidelijk laten merken dat ze blij zijn dat de horeca weer open is. ‘Afgelopen weekend zat het hier weer stampvol. Daar doe je het uiteindelijk voor’, vertelt Hinloopen trots.

We hebben twee jaar lang tegenslag op tegenslag gezien voor de horecabranche door de coronacrisis. Hoe kijkt u terug op de afgelopen twee jaar?

‘Het leek uiteindelijk wel of er alleen nog maar maatregelen golden voor de cultuur en horeca. De stad liep vol, maar die twee sectoren bleven dicht. Ik voelde soms een gebrek aan medeleven. Het geldt namelijk niet voor iedereen dat aan het eind van de maand je salaris is gestort. In de horeca moeten we daar echt voor werken en die mogelijkheid hadden we nauwelijks tijdens de coronacrisis.’

Het aantal faillissementen bleef tijdens de coronacrisis flink onder het niveau van eerdere economische crises, zoals die in 2009. De gevreesde faillissementsgolf in de horeca is tot nu toe uitgebleven. In het tweede kwartaal van 2020 was er wel een stijging te zien, maar die daalde al heel snel weer in de maanden daarna. In 2021 zijn er zelfs minder faillissementen voorgekomen in de horeca dan in 2019.

Als ik om me heen kijk hier in de stad en ook de faillissementscijfers van het CBS bekijk, lijken de gevolgen toch mee te vallen voor de horecabranche. In hoeverre bent u het eens met deze conclusie?

‘Dat is voor een heel groot deel geflatteerd. Vrijwel iedere horecagelegenheid heeft uitstel van belasting gevraagd en gekregen. Dat is bijna een soort automatisme geworden. Dat mag je nu in zes jaar afbetalen tegen een hele lage rente. We moeten nog maar eens zien of we dat kunnen terugbetalen in die zes jaar. Ook hoor ik verhalen van mensen die de spaarpot van hun kinderen leeg getrokken hebben om hun horecabedrijf boven water te houden. Er zijn dus heel veel schulden gemaakt in die twee jaar en dat moet allemaal worden terugbetaald. Dus ik denk dat die cijfers er mooier uitzien dan dat ze zijn.’

U pleitte in oktober 2020 voor een ruimhartig en duidelijk steunpakket van de overheid. Hebt u dat gekregen?

‘Het is elke keer een stukje beter geworden. Het begon dramatisch met de eerste lockdown waar we voor tweeënhalve maand sluiting vierduizend euro kregen per bedrijf. Dat was volledig kansloos, omdat je daar niet mee kunt rondkomen. Maar elke keer is er een beetje bij gekomen tot we uiteindelijk ongeveer op nul uitkwamen. De laatste periode zou je ongeveer quitte kunnen draaien. De overheid kreeg natuurlijk ook steeds meer tijd om goed uit te rekenen wat er nou allemaal gebeurde en hoe ze dat het best konden oplossen. Ik vind het best knap wat er uiteindelijk uit de hoed is getoverd.’

Hoe essentieel waren deze steunmaatregelen voor de horeca om te overleven?

‘Als er geen steunmaatregelen waren geweest dan was ieder horecabedrijf failliet geweest. Ik heb zelf ook gebruik gemaakt van regelingen, namelijk de Tegemoetkoming Vaste Lasten en de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid. De TVL voor de vaste lasten zoals de huur en de NOW om het vaste personeel binnen boord te houden. Zonder deze steun waren wij ook kopje ondergegaan. Ik heb zelf al heel lang geen salaris gehad, maar dat is niet zo erg. Als het bedrijf gezond is, ben ik ook financieel gezond.’

Veel horecabedrijven kwamen met creatieve oplossingen om toch nog een beetje geld te kunnen verdienen. Wat zag u hiervan om u heen?

‘Je hebt een aantal spelers in de take-away die daar harstikke groot in zijn. Die hebben hele goede zaken gedaan. Dat zijn vooral horecabedrijven die aangesloten zijn bij bijvoorbeeld Thuisbezorgd. Maar wat wij hier op de Grote Markt bieden is een hele beleving. En dat kan je niet meebrengen in een kartonnen doosje.’

‘Financieel hebben ze ook weinig nut. Zulke creatieve initiatieven zijn er meer om je personeel bezig te houden en bij je te houden, zodat ze niet naar andere bedrijven of sectoren toegaan. Ook houd je zo het publiek een beetje geïnteresseerd.’

De horeca was veel te horen in de media tijdens de coronacrisis. Was dit nodig om meer zorg en aandacht te krijgen van de overheid voor jullie sector?

‘Dat is lastig. De achterban van de horeca vindt juist dat de KHN veel te aardig en meedenkend is geweest met het beleid. Terwijl de mensen die ik spreek van de overheid juist zeggen dat er altijd gezeur was bij de KHN. Ik persoonlijk denk dat we een goede balans hebben gevonden tussen meegaand en kritisch zijn op het beleid.’

Toch had u veel kritiek op de overheid. Als u terugkijkt, denkt u dat dat heeft geholpen?

‘Ik denk wel dat het helpt. Als we onze mond hadden gehouden, hadden we niet de steun gekregen die we nu hebben. Je moet constant aandacht blijven vragen. Ook nu de horeca weer vrij is, hebben we nog steeds hulp nodig. We moeten harder gaan draaien om achterstanden in te lopen. De gemeente kan ons daarbij helpen door bijvoorbeeld extra terrassen toe te laten of bepaalde leges voor de aanvraag en afhandeling van horecavergunningen te verlagen.’

U zegt dat elk horecabedrijf veel schulden heeft. Moeten de echte klappen dan nog vallen in de horeca?

‘Dat zou inderdaad kunnen. Het ligt er heel erg aan hoe de fiscus gaat optreden. Als die de schulden snel gaat innen, dan gaan er problemen ontstaan. Maar ze zeggen nu dat je er zes jaar over mag doen om de schulden terug te betalen. Dat is behoorlijk coulant. Met de inflatie wordt die schuld natuurlijk ook kleiner. Ik denk niet dat er belasting kwijtgescholden gaat worden. Dat zou ik ook wel heel gek vinden, want sommige bedrijven hebben wel gewoon alles betaald. Dus dat zou oneerlijk zijn.’

‘Nu de overheidssteun verdwijnt, denk ik dat de bedrijven die gaan omvallen al ongezond waren. En dat is goed, want je moet geen ongezonde bedrijven in leven houden. Een gezond horecabedrijf hoeft zonder maatregelen geen verlies te draaien. En er zijn nu geen maatregelen meer, dus dan is de steun ook niet nodig.’

Nog een probleem in de horeca is het personeelstekort, omdat veel van hen zouden zijn weggelopen naar andere sectoren tijdens de coronacrisis. Wat voor gevolgen zal dit hebben op de horeca?

‘Dat probleem speelde eigenlijk al voor de coronacrisis. De instroom bij vakopleidingen, zoals een koksopleiding, is al een tijdje vrij slecht. En dat is nog erger geworden, omdat het imago van de horeca een klap heeft gekregen. Horeca was nou niet echt een vaste werkgever in de afgelopen tijd. Dus die instroom is al slecht en dat zullen we zeker gaan merken over twee, drie jaar. Als die mensen die nu zouden moeten instromen, klaar zouden zijn.’

‘Over het losse personeel, die bijvoorbeeld bij de GGD zijn gaan werken, maak ik me helemaal geen zorgen. Het is wel iets leuker om bij ons te werken dan bij de GGD. Dat verdient nu wel goed, maar dat houdt ook op natuurlijk. Die gaan zeker terugkomen en dat zien we nu al gebeuren.’

Heeft de coronacrisis ook positieve veranderingen teweeggebracht in de horecabranche?

‘Bij ons zijn er wel een aantal vastgeroeste processen op een goede manier heroverwogen. Bijvoorbeeld de openingstijden. Alle horecabedrijven hier op de Grote Markt horen bij ons en die gingen eigenlijk allemaal om dezelfde tijden open en dicht. Nu merken we dat dat helemaal niet nodig is. Het kan veel efficiënter zijn om waar de vraag hoger is, de deuren langer open te houden. Daar kwamen we achter doordat we helemaal dicht zijn geweest. En je moet dan uiteindelijk kiezen welke zaak je weer open doet en welke niet, want er is zo weinig aanbod van het publiek dat je ze niet allemaal open gooit. Die afwijkende openings- en sluitingstijden bleken heel goed te werken. Omdat je gedwongen wordt om je aan te passen, zie je nieuwe mogelijkheden.’

‘Kortom, we hadden het met de steunmaatregelen nog een hele lange tijd vol kunnen houden, maar ik ben blij dat we gewoon weer open mogen. Want wat is er nou leuker dan ’s avonds in De Zwarte Ruiter te staan met een biertje in de hand kijkend naar een of ander bandje?’