Achtergrondverhaal: Witwassen, een sluimerend probleem in de horeca

Stel, je hebt een horecabedrijf. Je hebt een lastige tijd doorgemaakt met lockdowns en vroege sluitingen en zit daarom erg krap bij kas. ’s Avonds, voor het slapen open je nog even je Facebook om te zien waar je vrienden mee bezig zijn. Plotseling zie je een privébericht waarin honderdduizend euro wordt geboden om je horecagelegenheid te helpen in deze zware tijden. Wat doe je?

Vele horecaondernemers krijgen deze verzoeken wekelijks, zo niet dagelijks. De criminelen, die achter deze berichten zitten, willen jouw restaurant of café gebruiken om hun zwarte geld in wit te wassen. Hoe groot is dit witwasprobleem in de horeca? Hoe heeft de coronacrisis hier invloed op gehad? En hoe kunnen we dit probleem aanpakken?

Herman Schoemaker is eigenaar van Bangkok City in Gouda en krijgt wekelijks verschillende verzoeken van criminelen. “Ik word benaderd via Facebook met een privébericht, maar krijg ook soms mails binnen. Het komt eigenlijk van alle kanten binnen”, vertelt de horecaondernemer. Zo’n bericht ziet er als volgt uit:

‘Hallo meneer en mevrouw. Ik spreek tot iedereen die een lening nodig heeft, om hun behoeften te begrijpen. Omdat we een contante lening van vijfduizend tot honderdduizend euro kunnen verstrekken aan iedereen, die je het hele jaar door kunt terugbetalen met een rentepercentage van drie procent. Als je het echt nodig hebt, neem dan contact met ons op voor meer informatie.’

“Ik heb er vervolgens niks meegedaan. Ik heb er niet opgeklikt en heb ook niks beantwoord. Wij hebben geen financiële nood, ook niet tijdens de coronacrisis”, vertelt Schoemaker. Als een horecaondernemer wel ingaat op een voorstel van een crimineel, dan krijgt hij een flinke som geld, een lening of een voorstel om zijn pand voor een hoog bedrag te verhuren. “Ik snap wel dat dit aantrekkelijk kan zijn voor sommige horecaondernemers. Zeker in deze tijd staan verschillende horeca er voor open om dat soort criminele praktijken toe te laten in je bedrijf. Als er honderdduizend euro geboden wordt, dan is het natuurlijk wel aantrekkelijk als je ’s nachts niet kan slapen door de geldproblemen.”

Alleen houdt het hier niet op. De crimineel wil namelijk iets terug voor zijn ‘barmhartigheid’. De horecaeigenaar moet na overeenkomst namelijk sjoemelen met zijn omzet, om het zwarte geld wit te wassen, of moet een extreem hoge rente betalen over de lening en vaak moet de ondernemer ook zijn bedrijfsruimte beschikbaar stellen voor illegale praktijken, zoals gokken, prostitutie of drugshandel. Je weer uit dit criminele circuit onttrekken is vaak makkelijker gezegd dan gedaan. “Als je eenmaal in de tang zit, ben je de sjaak”, zegt Schoemaker. “Want als je niet terugbetaald, dan vinden ze daar wel de middelen voor. Als je een lening afsluit bij de Rabobank en na een tijdje niet meer betaald, zal de Rabobank niet snel je familie opzoeken. Deze gasten doen dat wel.”

Het witwassen is in het algemeen flink toegenomen in de afgelopen jaren. Volgens het CBS waren er in 2016 nog 610 geregistreerde witwasmisdrijven in Nederland en afgelopen jaar waren dat er 2460. En dat terwijl de geregistreerde misdrijven in zijn totaliteit is afgenomen met ongeveer dertig procent in het afgelopen decennium. Er wordt daadwerkelijk meer witgewassen, maar er wordt ook beter geregistreerd. Of deze stijging ook terug te zien is in de horeca, is lastig te zeggen, zegt Emile Kolthoff, lector Ondermijning aan de Avans Hogeschool: “Ik denk dat als de totale omvang van het witwassen toeneemt, dat die ook toeneemt in de horeca. De horeca is namelijk traditioneel wel een van de branches, die je goed kunt gebruiken om geld in wit te wassen. Het is relatief makkelijk om wat extra omzet toe te voegen. En daarnaast heeft de horeca traditioneel banden met de criminaliteit. Er worden daar nou eenmaal veel deals gesloten, criminelen ontmoeten elkaar daar en er zijn ook wel lijntjes tussen horecaondernemers en criminelen.”

Ook heeft de coronacrisis invloed gehad op het witwasprobleem in de horeca. Niet op het traditionele witwassen. Dit wil zeggen dat je meer omzet opschrijft, dan dat je daadwerkelijk heb gedraaid. Tijdens de coronacrisis was de horeca natuurlijk lange tijd dicht en is er ook minder geld omgezet. Dan is het moeilijker om grote hoeveelheden geld bij je omzet toe te voegen. Daar staat tegenover dat tijdens de coronacrisis veel bedrijfjes zijn overgenomen door criminelen. “Dit was een uitgelezen kans voor criminelen om bedrijfjes en kroegen over te nemen. En er zijn aanwijzingen dat dat ook op grote schaal gebeurd is. Ze nemen zo’n bedrijf over, zodat ze na de coronacrisis een goede manier hebben om hun zwarte geld wit te wassen. In Amsterdam zijn bijvoorbeeld heel veel toeristenwinkeltjes overgenomen door criminelen in de coronatijd. Die bedrijfjes waren namelijk lekker goedkoop, omdat ze geen winst meer maakte. Die ondernemers waren blij dat ze er van af konden”, vertelt Kolthoff.

De toeristenwinkeltjes zijn dus prooi voor criminelen, maar ook bijvoorbeeld shoarmatenten, belwinkels en autowasserettes. Het gaat vooral om winkels waar je weinig inkoopstromen hebt. Een detailhandel moet bijvoorbeeld veel inkopen doen en heeft daar ook facturen van. Daar kun je heel goed controleren wat er ingekocht is en uiteindelijk verkocht. Je kunt er dus minder makkelijk spelen met je omzet.

Het witwasprobleem is zo moeilijk aan te pakken, omdat het versnipperd is. Kolthoff: “Als je bedragen verdient boven de tienduizend euro moet je dat verantwoorden bij de belastingdienst. Criminelen knippen daarom hun winsten op in stukjes onder die tienduizend euro, zodat ze geen meldplicht hebben. Daar hebben die criminele organisaties heel veel mensen voor nodig, dat zijn de stromannen. Zij moeten onder andere huizen en telefoonnummers op hun naam zetten, maar moeten ook het geld naar de bank brengen. Omdat het om miljoenen gaat, heb je veel stromannen nodig om dat geld op te knippen onder de tienduizend euro. Deze mensen moet je als overheid allemaal nalopen om achter de criminele organisatie te komen. Dat maakt het zo tijdrovend.”

Daarom concentreert de overheid zich op de grote zaken, waar veel te halen is. De kleinere bedrijfjes blijven daardoor vaak buiten schot. Toch is er een oplossing en dat is het witwasprobleem in de kiem smoren, maar of dat realistisch is, is nog maar de vraag. Het geld dat wordt witgewassen is voornamelijk drugsgeld. Om die inkomstenstroom te stoppen, moet je beginnen op de plek waar de drugs ons land binnenkomt. “We weten dat het gros van de cocaïne binnenkomt via de Rotterdamse haven. Je zou dat kunnen onderscheppen door een honderd procent controle, maar dan ligt de haven plat. Dat gaat lange wachtrijen opleveren, waardoor schepen naar andere havens zullen gaan en dat het probleem zich zal verplaatsen naar andere landen. Je kan denken dat dat positief is, maar je gaat dan wel als land enorme economische schade lijden, omdat die cocaïne natuurlijk meekomt met andere legale goederen. Dat is een politieke afweging, waar men niet aan wil beginnen. De vraag is dus: ‘Hoeveel wil je opsporen en hoeveel wil je dogen?’”, aldus Kolthoff.

Concluderend is het witwasprobleem dus erg lastig om een vinger achter te krijgen en al helemaal om het aan te pakken. Wel kunnen we stellen dat dit probleem groter is dan we denken en dat de coronacrisis de situatie alleen maar heeft verergerd. Toch heeft horeca-eigenaar Schoemaker een tip voor horecaondernemers, die verzoeken krijgen van criminelen: “Gewoon negeren. Want als je meedoet ben je eigenlijk te laat. Dan ben je gegijzeld door het geld en de maffia.”