Reportage: De Spakenburgse derby, vanuit een Blauw oogpunt

De meest sfeervolle voetbalderby van Nederland speelt zich af in het amateurvoetbal. In Spakenburg om precies te zijn. Zaterdag 14 mei was het weer zover. SV Spakenburg ontving de buren en eeuwige aartsrivalen IJsselmeervogels op het Sportpark de Westmaat. Hoe wordt deze derby-dag beleefd door een rasechte Spakenburg-fan en waar komt de rivaliteit vandaan?

Vanaf een afstand is al te horen hoe de fans van Spakenburg, de ‘blauwen’, en de fans van IJsselmeervogels, de ‘rooien’, het in gezang met elkaar opnemen. Met twee handen in de zakken loopt Stefan Koelewijn, blauwe Spakenburger pur sang, ogenschijnlijk ontspannen richting de blauwe zijde van het sportpark. Hij heeft er wel vertrouwen in vandaag. Zijn vrienden lopen er daarentegen wat onrustiger bij en vragen zich af hoe Stefan zo kalm kan zijn. “Wij gaan gewoon winnen. Let op mijn woorden”, zegt hij terwijl hij een plekje zoekt op de volle staantribune.

Toch schuilt achter deze rustige uitstraling een fanatieke Spakenburg-fan met een blauw hart. Voor zover Stefan het weet, hebben al zijn voorouders in Spakenburg geleefd. En ook is zijn hele familie voor SV Spakenburg, een blauwe familie dus. Stefan is sinds een jaar mede-eigenaar van Heinen & Koelewijn, een vishandel in Spakenburg en een echt familiebedrijf. Wanneer hij niet in het weekend op de markt staat, staat hij langs de lijnen van het Spakenburgse voetbalveld. Vandaag heeft hij geregeld dat er iemand anders op de markt staat, zodat hij naar de derby kan gaan.

De blauwe liefde ontstond in 2003 toen Spakenburg de kampioenswedstrijd verloor van Huizen met 2-1. “Dat doelpunt vóór deed me wel iets, maar die goals tegen voelden alsof er echt iets door me heen stak. Ook heb ik gewoon een hekel aan de rivaal IJsselmeervogels. Mijn vriend zegt altijd: ‘Er zijn drie woorden: dom, lelijk en zielig. Een rooie is meestal drie van de drie, maar altijd twee van de drie”, grinnikt Stefan.

‘Die staat in de verkeerde rij’, zegt Stefan terwijl hij wijzend een rooie herkent

De wedstrijddag begon vandaag voor Stefan bij, hoe kan het ook anders in Spakenburg, de vishandel. Hier deed hij, onder het genot van een visje, de voorbeschouwing met vijf van zijn vrienden, die ook voor de blauwen zijn. De tegenstander wordt ook besproken. Al hebben de vrienden het dan niet over IJsselmeervogels, maar over ‘NAS’. Het is de oorspronkelijke naam van de rooien en staat voor Na Arbeid Sport, onder de blauwen is dit nog een levend begrip. Reden? “Omdat je in het woord NAS, echt je walging kwijt kunt.”

Wie de rivaliteit van nu wil begrijpen, moet eerst terug naar het verleden. De Spakenburgse clubs spelen sinds hun oprichting bij elkaar in dezelfde klasse. Dit heeft over de jaren voor een rivaliteit gezorgd aangezien vrijwel iedereen in het dorp wel supporter is van ‘de club van de boeren en klerken’, SV Spakenburg, dan wel van ‘de club van het volk en de vissers’, IJsselmeervogels. In welke familie je geboren wordt, bepaald of je voor de ene of de andere club bent. Vroeger was het lange tijd geografisch bepaald of je een rooie of een blauwe was. Stefan legt uit dat als je bij de Oude Haven staat en kijkt richting het sportpark van nu, alles aan je linkerhand blauw was en alles aan je rechterhand rood.

Door de jaren heen is men door elkaar heen gaan wonen. Toch weet elke Spakenburger welke kleur elk bedrijf, winkel of kroeg is. Ook als je je nieuwe liefde voorstelt aan de familie, is de eerst gestelde vraag: ‘Ben je een rooie of een blauwe?’ Het is ook een van de vragen die Stefan stelt tijdens een sollicitatiegesprek voor zijn vishandel. Op basis van het antwoord krijg je een extra plusje of minnetje achter je naam.

De blauwe vriendengroep concludeert dat er vandaag weinig op het spel staat. Beide ploegen staan in de Tweede Divisie in de grijze middenmoot en spelen eigenlijk nergens meer voor. Toch wordt het wel weer tijd dat de Spakenburgse derby een winnaar kent na 90 minuten. Vanaf 2016 speelde de twee clubs steeds gelijk tegen elkaar en de laatste winst van de blauwen was in 2014.

Onderweg naar het stadion worden de stappen steeds sneller en de passen steeds groter. Je merkt dat de vriendengroep toch wat meer gespannen is, dan ze in eerste instantie zeiden. Behalve Stefan, die lijkt het meeste vertrouwen te hebben in een goede afloop.

Het gebouwtje in het midden scheidt de rode en blauwe zijde van sportpark de Westmaat

In alle vrede staan de blauwen en rooien naast elkaar in de rij om het sportpark binnen te gaan. Toch is geweld nooit ver te zoeken bij deze derby. Dat wordt nog eens duidelijk wanneer de fanatiekste vriend van Stefan een verhaal vertelt. “De materiaalman van NAS wilde blijkbaar rookbommen meenemen voor de harde kern, omdat hij dacht dat hij niet gecontroleerd zou worden. Maar omdat ik werk bij de hoofdsponsor van die rooien, wist ik het ook. Ik heb Spakenburg wel even ingelicht.”

Er zijn vaker geweldsincidenten bij de Spakenburgse voetbalclubs en vooral bij de blauwen. Vaak is de aanstichter de zelfbenoemde ‘Harde Kern Spakenburg’. De club ziet de HKS niet als supporters maar als hooligans, die alleen maar uit zijn op knokpartijen. Bestuurslid Harry Pitlo moest het aan den lijve ondervinden toen hij eind januari een ijzeren staaf door zijn voorraam kreeg. Ook de aanvaller van Spakenburg, Vince Gino Dekker, moest het flink ontgelden, toen hij in januari bekendmaakte over te stappen naar IJsselmeervogels. Na verschillende bedreigingen en zelfs een belaging van een hooligan tijdens een oefenwedstrijd, besloot hij de transfer terug te draaien.

“Blijken die rooien toch nog humor te hebben”, zegt Tijmen Beekhuis, secretaris van SV Spakenburg. Lachend laat hij het wedstrijdformulier zien aan Stefan, waarop te zien is dat IJsselmeervogels Dekker op papier in de basis hebben gezet. Stefan kan er gematigd om glimlachen.

Tijdens de opkomst worden meterslange spandoeken uitgerold om de spelers een warm onthaal te geven. Opeens komt er een geur voorbij, die doet denken aan oud en nieuw. Het blijkt vuurwerk te zijn dat, niet heel tactisch, is afgestoken onder het spandoek. Hierdoor blijft de rook hangen en trekken veel fans hun shirt over de neus.

‘Een mondkapje zou nu niet gek zijn’, roept iemand op de tribune na het zien van de rook

Het eerste fluitsignaal klinkt. De wedstrijd is begonnen. Na één minuut is er al het eerste hatelijke duwtje tussen twee spelers en na tien minuten is ook het eerste opstootje op het veld een feit. Dit wordt met luid gejuich ontvangen door de blauwe supporters.

De scheidsrechter fluit en wijst naar de penaltystip. De blauwe fans waren al enthousiast aan de wedstrijd begonnen, maar na deze beslissing in de zesde minuut kunnen ze hun geluk niet meer op. Stefan was iets rustiger, maar nadat de Spakenburg-spits de penalty binnenschiet, komt ook hij helemaal los.

Vanaf dat moment is het feest op de blauwe tribunes en overwegend stil aan de rooie kant. ‘Je ziet ze wel, maar je hoort ze niet’ is dan ook logischerwijs het volgende lied wat de blauwen inzetten.

Op de blauwe tribune is het de hele eerste helft niet langer dan tien seconden stil geweest tussen elk lied. En dat terwijl IJsselmeervogels steeds beter wordt op het veld. ‘Eerst maar eens de rust halen met deze stand’, zegt Stefan.

Het rustsignaal wordt met luid gejuich ontvangen. Stefan loopt naar de kantine en komt niet terug met bier, maar met zes water en één cola. Dit vanwege de drooglegging die de gemeente Bunschoten heeft opgelegd rondom de wedstrijd om problemen door teveel alcohol te voorkomen. Na de wedstrijd gaat de tap weer open.

Vorig jaar werden er bij de derby viking helmen uitgedeeld, dit jaar zijn het blauwe sombrero’s

In de tweede helft gaat het blauwe publiek verder met waar ze gebleven waren, namelijk zingen. Tot dat de spits van de rooien na een kwartier binnen kopt. Na een minuut van teleurstelling en stilte, beginnen de blauwe fans weer met hun ploeg aanmoedigen. ‘Wie niet springt, die is niet blauw’, klinkt het. Stefan is wat langer stil en is zichtbaar teleurgesteld.

Na de 1-1 is de wedstrijd erg gelijk opgaand. Beide ploegen krijgen grote kansen en de nagels worden steeds korter op de tribunes. Na een foutje van de blauwe keeper, die onbestraft blijft, grijpt Stefan opgelucht naar zijn blauwgekleurde hart: “Gelukkig gaat die na dit seizoen weg.”

Het laatste fluitsignaal wordt wisselend ontvangen op de tribunes. De rooien vieren het verdiende punt als een overwinning, terwijl Stefan en zijn vrienden ietwat teleurgesteld richting sporthal De Stormvogel lopen voor ‘wat welverdiend bier’. Ze hadden stiekem gehoopt op eindelijk weer een overwinning, geeft Stefan toe terwijl hij naar het feest aan de rooie overkant kijkt: “Je ziet maar weer het verschil in verwachting.”