Veel vrouwen in Nederland ervaren straatintimidatie. Sinds 1 juli 2024 is hier een belangrijke stap tegen gezet: een landelijke wet die straatintimidatie strafbaar stelt. Hiervoor loopt er nu een jaar lange pilot met undercover boa’s om daders op te sporen en te bestraffen, nu is de pilot op de helft van zijn duur.
Aan redacteur Vera Warmenhoven leggen Lieke Gaminde, voorzitter van Stop Straatintimidatie, en Robert Timmers, universitair docent strafkunde, uit hoe straatintimidatie en het beleid hiertegen zijn ingericht.
WAT IS STRAATINTIMIDATIE
Iemand loopt over straat, het is donker en de straatlantaarn verlichten enkel de straten in de stad. Er klinkt gefluit, aarna wordt er ‘hey, geil wijf!’ achterna geroepen. Het creëert een onveilige on ongewenste situatie op straat, vooral voor vrouwen want zij zijn het vaakst slachtoffer. Dit is seksuele straatintimidatie.
Nafluiten, achtervolgen en zelfs ongewenst aanraken van mensen op straat dat als intimiderend wordt opgevat. Dit is altijd met een seksuele ondertoon. Dit stelt de Rijksoverheid vast in de nieuwe wetgeving dat straatintimidatie strafbaar maakt. Vanwege deze onveilige situaties wordt er steeds meer aandacht gevraagd voor het probleem en nog extra in november en december tijdens Orange the World. Een campagne waarbij gebouwen oranje worden verlicht om geweld tegen vrouwen onder de aandacht te brengen.

Negatieve impact
‘Straatintimidatie beperkt de bewegingsruimte van vrouwen enorm. Dit geldt voor veel vrouwen’, vertelt Lieke die veel ervaring heeft met straatintimidatie en de behandeling daarvan. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde in 2022 in het onderzoek Straatintimidatie van Jongeren dat twee op de drie jonge vrouwen in Nederland te maken krijgen met straatintimidatie. In steden zijn dit zelfs drie op de vier vrouwen. Dit zorgt niet alleen voor gevoelens van onveiligheid en machteloosheid, maar ook voor boosheid en irritatie. ‘Vrouwen passen hun gedrag aan om dit te voorkomen.’
‘Straatintimidatie beïnvloedt de levens van vele vrouwen, het beperkt hun bewegingsruimte enorm’, vertelt Lieke. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde in 2022 dat twee op de drie vrouwen in Nederland te maken krijgen met straatintimidatie. In steden zijn dit zelfs drie op de vier vrouwen. Dit zorgt niet alleen voor gevoelens van onveiligheid en machteloosheid, maar ook voor boosheid en irritatie. ‘Vrouwen passen hun gedrag aan om dit te voorkomen.’

‘Om straatintimidatie te voorkomen vermijden vrouwen om ’s avonds alleen over straat te lopen, mijden ze bepaalde plekken door ervaringen of verhalen of houden ze sleutels tussen hun vingers voor zelfverdediging’, legt Lieke uit.
Meer dan de helft van de vrouwen vermijdt ook oogcontact om straatintimidatie te proberen voorkomen en 40% doet alsof ze iemand aan het bellen zijn, blijkt uit hetzelfde onderzoek van het CBS. ‘Het heeft echt een negatieve invloed op het mentaal welzijn van slachtoffers, mensen worden bang en hun leven wordt erdoor beïnvloedt. Hierom pleiten wij al heel lang voor politieke aandacht en beleid. We moeten een duidelijke norm stellen dat straatintimidatie niet acceptabel is.’
NIEUWE WETGEVING TEGEN STRAATINTIMIDATIE
Vanaf juli 2024 is de wetgeving seksuele misdrijven in gevoerd. Onder deze wetgeving valt onder andere dat straatintimidatie strafbaar is. Het is namelijk een verstoring van de openbare orde volgens de Rijksoverheid. De straf hierop kan op oplopen tot een geldboete van 10.800 euro of een celstraf van maximaal drie maanden.
‘Een ander in het openbaar indringend seksueel benaderen door middel van opmerkingen, gebaren, geluiden of aanrakingen op een wijze die vreesaanjagend, vernederend, kwetsend of onterend is te achten‘, wetgeving seksuele misdrijven
Slachtoffers kunnen aangifte doen. Daarnaast is er in drie steden, Rotterdam, Utrecht en Arnhem, een pilot gestart waarbij undercover boa’s straatintimidatie aanpakken. Voor een jaar lang gaan handhavers dan de straat op in burgerkleding, onherkenbaar. Deze boa’s zijn speciaal opgeleid om straatintimidatie te herkennen en in te grijpen zodra er voldoende bewijs is voor een aanhouding. De pilot is nu al bijna een half jaar bezig maar toch blijven er twijfels over deze handhaving en de wetgeving.

DE ROL VAN ONDERZOEK EN HANDHAVING

‘Je moet iets hebben om te bewijzen dat wat iemand jou heeft aangedaan voor een gemiddeld mens intimiderend is. Het is lastig om bewijs te verzamelen want mensen gaan niet zomaar iemand filmen in zo’n situatie. Maar ook is het lastig om de identiteit van iemand vast te stellen. Je kunt niet zomaar vragen: “Mag ik jouw identiteitsbewijs zien?” als iemand je lastigvalt’, legt Robert uit. Hij heeft onderzoek uitgevoerd naar de strafstellen tegen psychisch geweld, waaronder ook een specifiek onderzoek naar straatintimidatie. En als er geen bewijs is, is het ook lastig om iemand een boete op te leggen.
Handhaving speelt daarom een cruciale rol, maar ook daar zijn er obstakels. Boa’s hebben al veel taken, en er is beperkte capaciteit om straatintimidatie effectief aan te pakken. ‘Capaciteit blijft het grootste probleem. Zonder goede handhaving heeft het beleid weinig directe impact’, vertelt Robert. Het vraagt namelijk veel van de boa’s om dit beleid te handhaven. ‘Het kost tijd om iemand op te leiden om hierop te handhaven en het is een lastig proces om iemand een boete op te leggen.’ Dat hangt weer af van het bewijs.
MAATSCHAPPELIJKE NORM
Ondanks de uitdagingen draagt het beleid volgens Lieke en Robert wel bij aan verandering. ‘Het zet een duidelijke maatschappelijke norm: straatintimidatie is niet acceptabel in Nederland,’ zegt Lieke. ‘Die norm is nu vastgelegd als wet.’ Daarnaast zorgt de wet en norm voor meer aandacht voor het probleem, wat leidt tot meer campagnes en gesprekken over het onderwerp. Dit helpt mee aan de bewustwording van straatintimidatie en zo ook het verminderen.
Robert voegt toe dat bewustwording in de privésfeer ook belangrijk is. ‘Gesprekken thuis of op school hebben een grotere impact. Een deel van Nederland begrijpt al dat straatintimidatie niet oké is, maar juist degenen die dat nog niet beseffen, moeten bereikt worden. De wet helpt daarbij, want het toont de gevolgen van dergelijk gedrag aan. We moeten duidelijk maken dat het niet oké is.’