In de afgelopen zes jaar is het aantal mensen met honger, wereldwijd gestegen. Dit blijkt uit een onderzoek van de FAO, Food and Agriculture Organisation. Dit is een organisatie van de Verenigde Naties die zich dagelijks bezighoudt met de ontwikkelingen van mensen in hongersnood. “Conflicten blijven toenemen maar er zijn veel mensen afhankelijk van hulp. Ze belanden in een visuele cirkel”, aldus Annegre de Roos van de hulporganisatie Save the Children.
“Er zijn meerdere oorzaken voor de stijging van dit probleem. Als we bijvoorbeeld gaan kijken naar de situatie in Afrika zien we dat de klimaatcrisis maar ook conflicten hier een grote rol in spelen. De conflicten die we dachten dat ze opgelost zouden zijn, zijn niet opgelost.” Annegre de Roos, deskundige op het gebied van voeding en ondervoeding, geeft aan dat de conflicten doorgaan en zelfs toenemen. Omdat mensen door de conflicten gaan migreren hebben ze geen invloed meer op de kostwinning. Ze zijn vanaf dan afhankelijk van hulp. “Daarnaast heb je de klimaatcrisis. Door de schaarste van goede langbouwgronden en water, om de landbouwgronden te irrigeren, hebben de gezinnen geen toegang meer tot voedsel en het verbouwen daarvan.”
Hongersnood, honger en structurele ondervoeding zijn de complicaties die voor komen in deze landen. De Roos legt uit wat het verschil is, “hongersnood betekend dat je vrijwel geen voedsel meer binnenkrijgt. Het gevolg daarvan is dat je sterk gaat vermageren en dat tast je immuunsysteem aan.” Chronische of structurele ondervoeding treedt op als er te eenzijdig voedsel beschikbaar is. Dit heeft volgens de Roos te maken met te weinig mineralen, vitaminen en eiwitten in het eten. Diversiteit in het voedsel ontbreekt en wat je dan, met name bij kinderen, ziet is de lengte. Kinderen zijn vaak klein voor hun leeftijd.
Gezinnen
“De hongersnood of chronische ondervoeding zien we voornamelijk bij kinderen maar wij pakken het gehele probleem aan”, vertelt de Roos, die dit een belangrijk punt vindt. De aanpak van de interventies van Save the Children wordt breder ingezet. “We kijken waar het aan ontbreekt, hebben ze bijvoorbeeld geen toegang tot inkomen, eigen voedsel te verbouwen of gezondheidszorg? Als dat het geval is zorgen wij er als organisatie voor dat daar een interventie plaats vindt.”
In de afgelopen jaren probeert de hulporganisatie in te zetten op hulp die op lange termijn helpt. Zo voorzien zij mensen van zaden, werktuigen of landbouwvoorlichting geven. “We kijken ook naar jongeren die onderwijs gaan volgen, zodat zij deel kunnen nemen aan de maatschappij. We willen hen een vak leren waardoor ze inkomen kunnen inbrengen in hun gezin.” De interventies die zich focussen op de hulp op lange termijn, zullen in de toekomst meer worden ingezet.
Samenwerking lokale autoriteiten
“Het is heel belangrijk dat wij kunnen samenwerking met de autoriteiten en de regering. Dit is een belangrijk elementen in al onze programmeringen. Als zij niet meebewegen in datgene wat nodig is voor de bevolking, blijven we bezig”, geeft de Roos aan. De regering moet voldoende middelen tot zijn beschikking hebben. Zoals goede gezondheidszorg en dat de markten en scholen goed kunnen functioneren. Een voorbeeld van een land waar dat op dit moment niet zo gemakkelijk is, is Jemen. Daarover werd, in hoge uitzondering, een reportage over gepubliceerd door een correspondent van de NOS. In de reportage laat de correspondent zien op welke manieren de oorlog in Jemen de bevolking tot een afgrond duwt. Hierin worden beelden getoond die voor sommigen als schokkend ervaren kunnen worden, zoals een meisje dat weinig voedsel heeft en daardoor maar zeven kilo weegt.
Bewering David Beasly
De afgelopen weken ontstond er via Twitter een gesprek tussen uitvoerend directeur van het Wereldvoedselprogramma David Beasly en de oprichter van Tesla, Elon Musk. Beasly beweerde dat je met 6,6 miljard dollar de wereldwijde hongersnood zou kunnen redden. “Ik denk dat het klopt, daar is natuurlijk een berekening op los gelaten”, zegt de Roos, “maar we hebben het dan over de huidige situatie, voor die populatie en bepaalde periode. Dan hebben we het niet over de mensen die er nog bij gaan komen.” Volgens de Roos pakken ze de symptomen aan, maar niet de oorzaken.
Onderzoeken van organisaties
Cijfers worden in de landen waar Save the Children maar ook andere organisaties werken gemonitord. Oftewel de ontwikkelingen per gebied. “Er worden ook regelmatig cijfers gepubliceerd op basis van surveys op nationaal niveau. Ten aanzien van ondervoeding, educatie en gezondheidszorg”, zegt de Roos. De ondervoedingscijfers zijn in Afrika slechter geworden maar in Azië juist verbeterd.