Leden van de LHBTI-community hebben het tot de dag van vandaag erg zwaar in Iran. Het is één van de zeven landen ter wereld die executies toestaan tegen homoseksuelen. Daarnaast kan men ook bestraft worden met 100 zweepslagen wanneer hij of zij gepakt wordt met zoenen in het openbaar.
Eerder dit jaar is de Iraanse Ali Fazeli Monfared (20) ontvoerd en vermoord door zijn halfbroer en neven. Dit als gevolg van zijn seksualiteit. Monfared stuurde een brief naar het leger waarin hij kwijtschelding vroeg voor zijn verplichte dienst. Zijn broer en neven onderschepten deze brief en vanaf dat moment is het compleet misgelopen. Ze onthoofden hem gooiden het lichaam onder een boom.
Soortgelijke gevallen vinden meervoudig plaats in Iran. Zo heeft Javaid Rehman, VN-rapporteur voor Iran, begin dit jaar zijn bezorgdheid geuit. “Homoseksuele, biseksuele en transgender kinderen worden blootgesteld aan elektrische schokken, toediening van hormonen en sterke psychoactieve medicijnen.” Volgens Rehman zijn er sprake van martelingen en wrede, onmenselijke en onterende handelingen die in strijd zijn met de verplichtingen van de staat onder het internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van het kind.
Een andere VN-rapporteur Saheed meldt dat hoge functionarissen gebruikmaken van haatdragende taal zodra zij spreken over leden van de LHBTI-community. Ze noemen hen ziek en in sommige gevallen zelfs onmenselijk. Dit resulteert er volgens Saheed indirect in dat geweld tegenover deze groep als legaal wordt gezien door de rest van de bevolking.
Patrick Dörr, coördinator van het Queer Refugees Project in Germany, erkent ook dat het beleid in Iran de LHBTI-groep onderdrukt. “Veel queers die Iran zijn ontvlucht, praten over bedreigingen met geweld die ze hebben doorstaan. Niet alleen van familieleden, maar ook van de Iraanse politie.” Hij laat weten dat homoseksuele mannen mannen gedwongen worden om geslachtsverminking te ondergaan met de verkeerde onderstelling dat ze eigenlijk vrouwen zijn.
Human Rights Watch heeft daarbij ook onderzoek gedaan naar het de behandeling van homoseksuelen in het land. Zij hebben ontdekt dat de politie en het parlement handelen op grond van discriminerende wetten om deze mensen te intimideren, arresteren en detineren. Dit vindt plaats in parken, cafés, maar er zijn ook gevallen waarbij veiligheidseenheden huizen binnenvallen en toezicht houden op internetsites. Daarnaast bleek uit het onderzoek dat meerdere mensen hebben aangegeven te zijn verkracht door de veiligheidseenheden.
Er valt te concluderen dat het niet eenvoudig is om als homoseksuele man op te groeien in Iran. Iemand die dit mee heeft moeten maken is Amin Talebi (23). Bijna vijf jaar geleden heeft hij zijn geboorteland verlaten, omdat hij niet kon zijn wie hij echt is. “Ik was vijftien en besefte wie ik was en hoe ik in het leven stond. Ik wist ook wat de regels zijn voor mensen zoals als ik en dat er bepaalde wetten waren die stellen dat ik een zonde bega.”
Op de vraag of Talebi weleens werd geïntimideerd of lastiggevallen wegens zijn seksualiteit beantwoordt hij: “Elke dag en vooral door autoriteiten. Ik verwachtte het al, maar trok het uiteindelijk niet meer. Ik ging bijvoorbeeld in de ochtend niet naar buiten om de politie te vermijden. In plaats daarvan verliet ik het huis in de avond en vertrok ik alleen met de auto om risico’s te verlagen. Onthoud dat ik hier pas vijftien was, maar ik had geen keus. Ik kreeg mijn eerste vriend en begon op te vallen.”
Datzelfde jaar kwam hij uit de kast bij zijn ouders. “Ze hadden ontzettend veel vragen, maar ik heb altijd het gevoel gehad dat ik gehoord werd. Dat er naar me werd geluisterd. Ze vonden het eerst onnodig, maar realiseerden zich al snel dat ik niet in Iran kon blijven. Vanaf dat moment hebben mijn ouders alles gedaan wat ze konden. Mijn vader heeft de overheid betaalt zodat ik vijf jaar vrijstelling kon krijgen van mijn dienst in het leger. Dit zorgt ervoor dat ik mag studeren in het buitenland. Eigenlijk zou ik na vijf jaar weer terug moeten naar Iran, iets wat ik nooit zal doen.”
Momenteel woont Talebi al drie jaar samen met zijn vriend die ook is gevlucht uit Iran. Zijn familie woont nog steeds in Iran. “Ik bel ze minstens drie keer per week en ze zijn hier ieder jaar, dus ik mis ze niet dagelijks. Natuurlijk was het eerst heel erg wennen. Ik kwam uit een Iraanse stad met ruim 4 miljoen inwoners en vertrok in mijn eentje naar een dorp in Arnhem. Ik was gewend dat alles voor mij werd gedaan thuis, maar het is goed zo. Door hier zonder mijn familie te zijn, ben ik uiteindelijk volwassen en zelfstandig geworden.”