Aruba, voormalig onderdeel van de Nederlandse Antillen, beschikte afgelopen donderdag 18 maart precies 45 jaar over een eigen vlag en een eigen volkslied. De dag van de vlag en het lied wordt, sinds het intrede in 1976, ieder jaar ceremonieel gevierd en is de boeken ingegaan als Arubadag.
Miro Ridderstad is bestuurslid van de Antilliaans-Arubaanse gemeenschap in Den Bosch. Voor hem is Arubadag een van de belangrijkste dagen van het jaar. Hij was bij de eerste ceremonie in 1976. ‘Ik was toentertijd nog een padvinder en mij werd gevraagd of ik wilde meelopen in de optocht die bij het feest hoort. Ik twijfelde geen moment en deed mee. We liepen met een grote mensenmassa door de straten van Aruba op weg naar het Beticoplein waar de vlag moest worden gehesen. Toen ik de vlag de lucht in zag gaan en het volkslied werd afgespeeld kreeg ik een brok in mijn keel. Er ging zoveel blijdschap door mijn lichaam heen. Het was voor mij het belangrijkste moment uit mijn leven. Het was het moment dat we na jaren strijd werden beloond en onze eerste stappen naar onafhankelijkheid zetten.’
Het verkrijgen van een eigen volkslied en de eigen vlag vormde uiteindelijk de opmaat voor een totale onafhankelijkheid. Op 1 januari 1986 werd Aruba namelijk officieel een autonoom land, binnen het Koninkrijk der Nederlanden en scheiden zich af van de andere Antilliaanse eilanden. Deze dag is voor veel Arubanen de belangrijkste dag uit de geschiedenis. Dat geldt ook voor de 64-jarige Karel Arends. Hij is al ruim 30 jaar journalist op het Caribische eiland en weet bijna alles van dat moment terug te halen. ‘Voor mij was de onafhankelijkheid in 1986 nog mooier dan het verkrijgen van de eigen vlag in 1976. Er zaten drie familieleden van mij in de Arubaanse politiek. Ze hebben jarenlang voor onze erkenning en onafhankelijkheid gestreden. Toen dat lukte voelde het als een familieoverwinning.’
Arubadag is dus een belangrijke dag in de geschiedenis van Aruba, maar hoe wordt deze dag eigenlijk gevierd?