Achtergrondverhaal

Verstoord zelfbeeld door social media: “Je smartphone is een spiegel die perfectie laat zien, die jij zelf ook wil behalen”

Foto: Carmen van de Brug

Nachten liggen scrollen op Instagram of TikTok, telkens ‘perfecte’ lichamen voorbij zien komen, comments lezen, aan jezelf twijfelen, mensen met ‘perfecte’ levens zien, nog meer aan jezelf twijfelen. Het is een vicieuze cirkel waar je lastig uitkomt. Het kan je zelfbeeld aantasten, je onzeker maken. Je ziet bewerkte foto’s, of foto’s met filters erop, terwijl je dat soms niet in de gaten hebt. Wat kan dit doen met de mentale gezondheid van jongeren?

In 2023 heeft over heel Nederland de groep 20 tot 30-jarigen de meeste psychische klachten, blijkt uit onderzoek van het CBS. Bijna een vijfde van deze groep scoorde onder de 60 op de Mental Health Inventory en ervaart dus psychische klachten. Bij jongeren tussen de 16 en 20 jaar oud, ligt dit 5% lager. Het probleem doet zich voornamelijk voor bij jongvolwassenen, maar begint al op jongere leeftijd.

Kinderen zijn op basisschoolleeftijd vooral nog beïnvloedbaar door hun ouders. Op het moment dat ze naar de middelbare school gaan, worden ze meer beïnvloedbaar door hun leeftijdsgenoten, legt orthopedagoog Patricia Vuijk uit. “Dan gaan jongeren zich afvragen wat hun leeftijdsgenoten van ze vinden. ‘Hoe kom ik over? Voldoe ik aan het ideale beeld? Vinden ze mij aardig?’” De laatste tijd gaat social media hier ook steeds meer een rol in spelen.

Mediacoach Johanne van Kempen werkt met kinderen en ouders en maakt zich zorgen. “Vanaf een jaar of zeven krijgen kinderen tegenwoordig hun eerste mobiel. Dat is ongeveer vanaf groep vier. Die leeftijd wordt steeds jonger en dat wordt ook een beetje vanuit de maatschappij opgedrongen. Want als een vriendje of vriendinnetje het heeft, willen ze het zelf ook. Ouders vinden het dan lastig om nee te zeggen.” Van Kempen denkt dat het verstandig is om kinderen vanaf tien jaar een telefoon te geven, omdat ze op die leeftijd al meer begrip hebben van dingen. Ze begrijpen dan oorzaak-gevolgrelaties wat beter. “Als ouder moet je dan wel in de gaten houden wat je kind doet, met bijvoorbeeld een app als Family Link.”

Social media

Uit het publieksrapport AWeSome (Adolescenten, Welzijn en Social media) van de Universiteit van Amsterdam uit 2023, bleek dat een derde van de jongeren denkt dat social media een slechte invloed hebben op hoe ze over zichzelf denken, tegenover een kwart die denkt dat het een goede invloed heeft. Het resterende deel denkt dat social media geen invloed hebben op hoe ze over zichzelf denken.

Het meest gebruikte social media platform is TikTok. Driekwart van de jongeren noemt TikTok als één van hun drie meest gebruikte platforms. Op plaats twee staat Snapchat, plaats drie Whatsapp en plaats vier Instagram, zo blijkt ook uit het publieksrapport. “Jongeren worden aangetrokken tot deze apps door bijvoorbeeld mond-op-mondreclame en grappige dansjes die je met elkaar kan delen. Vervolgens zorgt het algoritme van TikTok ervoor dat je aan de app verslaafd raakt”, vertelt Sander Duivestein, trendwatcher en auteur van het boek ‘Echt nep’. “Je krijgt alleen maar dingen te zien die jij wil zien. Dus TikTok kijkt naar jou in plaats van andersom.”

“Social media is erg geneigd om het ideaalbeeld te laten zien. Het ideale uiterlijk, ideale gewicht, ideale houding. Social media is ook hardnekkig, met algoritmes die ervoor zorgen dat jongeren dingen die ze bekijken, ook steeds terugkrijgen op hun tijdlijn, waardoor ze geconfronteerd blijven met die schoonheidsidealen”, vertelt Vuijk. Ze legt uit dat deze idealen ook worden aangemoedigd door de reacties onder foto’s en filmpjes.

Op social media hebben we ook te maken met filters die je hele gezicht kunnen vervormen. “Die worden steeds populairder en beter, omdat kunstmatige intelligentie er nu voor zorgt dat je geen glitches meer ziet als je je gezicht aanraakt. Hierdoor lijkt het nog echter. Je smartphone is een soort spiegel, die een bepaalde perfectie laat zien, die jij dan zelf ook wil behalen”, zegt Duivestein.

Multimedia content creator Joyce Staneke-Meuwissen voegt nog een factor toe: content die influencers en content creators delen op social media. “Zolang creators beloond worden door views en deals om schadelijke informatie over gewicht en gezondheid te delen, zal dit soort content gemaakt blijven worden. Controversiële informatie is nu eenmaal verkoopbaar.”

Op social media zijn ook een hoop influencers te zien die cosmetische ingrepen zijn ondergaan. “Het relatieve aantal cosmetische ingrepen onder jongeren wereldwijd stijgt nog niet zo heel erg, maar in Nederland is er wel sprake van een stijging”, vertelt Anne-Mette Hermans, universitair docent aan Tilburg University. “Er bestaat een significante relatie tussen bijvoorbeeld het volgen van influencers die zelf cosmetische ingrepen hebben laten doen en een hogere intentie om zelf dingen te laten doen. Maar of social media nou echt de reden zijn voor de stijging in cosmetische ingrepen, is moeilijk te zeggen.”

Psychische problemen

Jongeren gaan zich vergelijken met het ‘ideaalbeeld’, zoals het ‘thin-ideal’. “Lang en dun zijn, maar ook niet te dun, maar wel met heupen, borsten en billen. Zo’n schoonheidsideaal verandert wel continu en verschilt ook per deel van de wereld. Je kan je daaraan spiegelen, jezelf ermee vergelijken en dat kan vervolgens je lichaamsbeeld aantasten”, vertelt Hermans.

Psychische klachten kunnen bijvoorbeeld somberheidsklachten, angstklachten en eetstoornissen zijn, vertelt Vuijk. “De helft van de meisjes op de middelbare school heeft op dit moment emotionele problemen. Dat aantal is nog nooit zo hoog geweest. Op de basisschool gaat het om een derde van de meisjes.”

Psycholoog Eline Vollema vult aan dat dit niet alleen te maken heeft met social media, maar ook met ervaringen uit je jonge leven. “Dat is bijvoorbeeld pesten, buitengesloten worden, traumatische gebeurtenissen, misbruik, geweld, noem maar op. Dit vormt je ook voor een groot deel.” Het heeft ook met DNA te maken, legt pedagoog Ingeborg Dijkstra uit. “De een heeft in het DNA meer aanleg om bijvoorbeeld depressief te worden dan de ander, net als dik worden. Je moet er dus ook deels gevoelig voor zijn. Jongeren zijn er ook gevoeliger voor, omdat ze nog aan het uitzoeken zijn wie ze zijn.”

Verschil jongens en meisjes

Uit het eerder genoemde onderzoek van het CBS blijkt dat 15,5% van de vrouwen slecht scoren op de Mental Health Inventory, tegenover 11,9% van de mannen, en dus meer psychische klachten ervaren.

Volgens het eerder genoemde publieksrapport blijkt dat bijna de helft van de meisjes denkt dat social media een slechte invloed hebben over hoe ze over zichzelf denken, terwijl dit voor de jongens voor een kwart geldt.

Vuijk legt uit dat dit kan komen omdat in de puberteit meer risicofactoren optreden die een nadelige impact hebben op meisjes. Het heeft ook te maken met hormonen, met het feit dat meisjes lichamelijk snel veranderen. Maar het heeft ook te maken met de rol van vriendschappen. Meisjes hechten meer waarde aan intimiteit en verbondenheid, jongens gaan sneller over tot de orde van de dag.

Van Kempen legt uit dat meisjes zich ook meer op Instagram bevinden dan jongens, omdat je daar foto’s van jezelf op kan zetten en foto’s/video’s over make-up, of dansjes bijvoorbeeld. “De korte filmpjes worden dan meer door jongens gekeken, die vinden ze ontzettend grappig. Ook is het is heel erg verslavend. Het hangt er ook vanaf wat er in jouw vriendengroep populair is. Bij de een is Instagram heel populair, maar bij de ander wordt vooral YouTube gebruikt.”

En nu?

Trendwatcher Duivestein zegt dat we in een tijdperk terecht komen waarbij we niet langer het onderscheid tussen echt en nep kunnen maken. “Je kunt per definitie niet meer op je ogen en oren vertrouwen. En dat betekent dat een hele hoop mensen digitaal geletterd moeten worden of mediawijsheid moeten opdoen.”

Pedagoog Dijkstra vindt ook dat ouders zelf moeten proberen om bij te blijven door actief te zijn op social media en aan je kind te vragen wat ze zoal doen op social media. “Ga heel open het gesprek aan met je kind en wees oprecht nieuwsgierig, niet kritisch.”


Positieve kanten

Eigenlijk zijn alle experts het erover eens wat de positieve kanten van social media zijn. “Afstanden bestaan niet meer dankzij social media. Het is ontzettend makkelijk om met iemand wereldwijd verbinding te leggen en te communiceren”, vertelt Duivestein.

“We moeten ons ook realiseren dat bonden met andere mensen via social media eigenlijk heel gezond is. Het vergelíjken is niet gezond. Het uitwisselen van interesses en tips is juist goed. Social media brengt ook een grote creatieve flow met zich mee”, vertelt Vuijk. Dijkstra vult aan dat jongeren ook veel steun ervaren door social media, die lotgenoten met elkaar in contact brengen. Bijvoorbeeld door jongeren met gescheiden ouders die elkaar daardoor steun kunnen bieden. “Je kan bijvoorbeeld ook je hobby’s ermee verdiepen. Denk aan allerlei leuke filmpjes om gitaar te leren spelen.”

Van Kempen ziet ook een hoop voordelen. “Door social media ligt de wereld aan je voeten. Je kan een beste vriend hebben in Amerika die je dagelijks spreekt, terwijl je een goede vriend van drie huizen verderop misschien eens in de zes weken ziet. Social media is ook gewoon leuk, het is voor entertainment ontworpen.”

Verantwoording

Voor de gebruikte cijfers is de dataset gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken van het CBS gebruikt. Hierbij is gekozen om specifiek de kolom ‘psychische klachten’ te gebruiken, in combinatie met de persoonskenmerken ‘mannen’, ‘vrouwen’ en alle leeftijdscategorieën. Omdat cijfers over de leeftijden 0 tot 4 jaar en 4 tot 12 jaar niet in dit onderzoek zijn opgenomen, zijn die buiten beschouwing gelaten.

De cijfers zijn in percentages weergegeven, dus bijvoorbeeld 19,2% van de groep 20 tot 30 jaar heeft psychische klachten. Dit geldt als de ondervraagden een score hadden van minder dan 60 op de ‘Mental Health Inventory’. Dit is een internationale standaard voor een specifieke meting van psychische klachten, bestaande uit 5 vragen.

Een vergelijking maken over de jaren heen kan niet zomaar. Er zijn namelijk met de jaren forse veranderingen doorgevoerd in de Gezondheidsenquête, deze vergelijking is daarom niet gemaakt en de cijfers hebben alleen betrekking op 2023.