Schouder aan schouder, naast elkaar. De medewerker van de fotozaak, de juriste bij de politie, de eigenaar van de zonnestudio. Gebroederlijk naast elkaar. Wat ze aan het doen zijn? Zingen. Neuzen dezelfde kant op, handen klappend op elkaar en uit volle borst, voor dat ene doel.
Aan de linkerkant volgt u een repetitie-avond van Popkoor Prestige. Aan de rechterkant van de pagina gaat u mee naar een Europese wedstrijd van AFC Ajax. Want zoveel kan een avondje zingen (en voetbal kijken) toch niet van elkaar verschillen. De gebruikte beelden, zowel video, audio als foto, zijn of zelfgemaakt, of rechtenvrij verkregen, tenzij aangegeven.
De zaal stroomt langzaam vol
Als de druppels uit de lucht vallen, stroomt het theater van kunstencentrum CultuurCampus in Vleuten over met gelach én gezang. In de zaal, betonnen muren, lampen aan het plafond, hebben zo’n 130 mensen zo langzamerhand hun plek gevonden op de met rode stoelen gevulde tribune. Voor in de zaal is dirigent Ruut te Velthuis druk bezig met het instellen van de microfoons.
Waar eerst de stilte overheerste, wordt de zaal koorlid voor koorlid gevuld met geluid. Gesprekken die een bijstander eerst prima kon volgen, vallen weg in het grote geheel. Een gekakel en gekletst waarin de laatste levensverhalen worden uitgewisseld. Trappen worden bestegen door de laatsten om hun (stem)groep te vinden. ‘Zitten we dit keer boven of beneden?’, wordt er hardop afgevraagd.

De zaal stroomt langzaam vol
De deuren van het stadion gaan open. De muziek gaat aan. Hollandse meezingers als Hazes en Tante Leen schallen langs de rode plastic stoeltjes die alleen gevuld zijn met een plastic vlaggetje. Er waait een klein briesje door de ruimte. Voor de poortjes beneden wordt het geroezemoes steeds sterker. De spanning hangt over de menigte. Kan het vanavond gaan gebeuren?
De steeds voller wordende trappen en roltrappen leiden de supporters van buiten naar de betonnen overloop. ‘We gaan wel nog even naar het toilet hoor, dat is ons bijgeloof’, zeggen een moeder en dochter tegenelkaar.
Tien traptreden leiden naar de arena, de letterlijke Johan Cruijff Arena, maar ook de arena die straks gevuld gaat zijn met 56.000 fans. Groepen vrienden, familie, kennissen en volstrekt onbekenden zoeken hun vak, hun rij en hun stoel. Her- en der wordt er wat geschoven met plekken. Trappen worden bestegen door steeds meer mensen. Waar je eerst het gesprek van de onversterkte stadionspeaker en huisdj beneden op het veld kon volgen, kunnen de supporters nu nog nauwelijks hun eigen gesprek volgen.
Door de speakers klinkt vrolijke muziek. ‘Je krijgt de stad niet uit de jongen, en de jongen niet uit de stad‘ Zachtjes wordt er her en der meegeneuried. Het zachte gehum wordt plotseling onderbroken. Vanuit het fanatieke vak, beneden aan de overkant, klinkt steeds sterker wordend gejuich. Vuisten gaan omhoog, de ogen zijn weer even op het veld gericht. Er klinkt hardstyle muziek, echte fans herkennen het meteen.

Warming-up
Stipt om 20.00 fluit Ruut op zijn vingers. ‘Goedenavond, zullen we even gaan staan?’ schalt door de plots stille zaal. Het beton neemt wat van het geluid op, samen met de doeken die op de vloer als coullissen dienen. De concentratie neemt het gekakel van een paar minuten geleden over. Er wordt een fysieke warming-up gedaan. Alles wordt losgeschud en de stress van de afgelopen dagen wordt eruit gezucht. Alles om met een open blik de repetitie in te gaan.

Warming-up
De stadionspeaker, Rob van Rossum pakt de microfoon. Dan weten de fans al hoe laat het is. Tijd voor de welbekende Richard Witschge Bokaal. Terwijl de basisspelers al hun spieren los maken en de wissels een balletje overtrappen, schallen de begintonen van Hazes’ Kleine Jongen door de speakers.
Een spelertje uit de jeugd mag gaan hooghouden, tussen de twee dug-outs in. Een traditie die al jarenlang stand houdt én waar menig supporter zijn steentje aan bijdraagt. Zodra ‘Kleine jongen, je bent op deze wereld, dus zal je moeten vechten, net als ik‘ de revue passeren, is het hele stadion weer alert. Er wordt meezongen en geklapt als de pupil het balletje niet meer hooghoudt. Een nieuw record, 3000 keer. Geen fan op de tribune doet het hem na.
Repetities die sinds de oprichting van Popkoor Prestige in 2015 al ongeveer zo gaan. Begonnen in Hoorn, om amateurzangers een podium te kunnen bieden, en nu uitgegroeid tot een organisatie met 31 verschillende koren door het hele land. Met ook een Popkoor Prestige in Utrecht, dat sinds 2019 onder leiding valt van Ruut te Velthuis.
‘Als klein jongetje wilde ik altijd met muziek bezig zijn. Ik leerde trompet spelen, en ik werd echt naar de muziek getrokken. Dus ik ging naar het conservatorium, om muziekdocent te worden. Ik werd directeur van een muziekschool én ben tegenwoordig voorzitter van Koornetwerk Nederland. Mij kan je niet blijer krijgen dan mensen zien die met plezier bezig zijn met muziek.’
Vandaar dat Ruut in 2019 ook besloot om dirigent te worden van dit popkoor. Een rol die hem op het lijf geschreven is. ‘Ik geniet er zo van. In principe heeft 70% van dit koor geen muzikale achtergrond. Maar ik ben er van overtuigd dat iedereen kan zingen. Om ze dan met mijn enthousiasme mee te krijgen en samen echt wat neer te zetten bij een optreden, dat is dan prachtig.
Het popkoor zingt allerlei verschillende nummers op een repetitie-avond, of optreden. ‘We zingen eigenlijk alles wat in de hitlijsten staat.’ Van een sentimenteel nummer als ‘Door de Wind’ tot ‘Noodgeval’ van Goldband en ‘We Pray’ van Coldplay, Little Sims, Burna Boy, Elyanna en Tini.
‘Het zijn soms nummers die ze niet verwachten, maar des te leuker om er dan aan te werken. En de leden het zover te krijgen dat ze zich helemaal aan het nummer overgeven en hetzelfde gevoel uitstralen. Soms is een nummer heftig, blij of verdrietig. Het is dan de kracht om dat ook te laten zien. De een lukt dat wat beter dan de ander, zeker als je net komt kijken natuurlijk.’
Eenheid
Het belangrijkste is het vormen van een eenheid. Honderdtachtig stemmen worden dankzij het dirigeren van Te Velthuis en de regie, bedacht door enkele koorleden, één. ‘Eenheid van gevoel en eenheid van focus voor bepaalde nummers. Dat willen we uitstralen.’
Belangrijk voor die eenheid is een veilige sfeer, vindt Te Velthuis. ‘Sociale veiligheid is belangrijk. Omdat je werkt met zoveel verschillende mensen en niveau’s is het belangrijk om iedereen de ruimte te geven om te laten zijn wie die is.
‘Ik ben eigenlijk altijd wel bezig met Ajax, podcast luisteren, nieuws bijhouden en natuurlijk naar zoveel mogelijk wedstrijden gaan’, vertelt Wesley Bouwmeester (25).
Sinds zijn zesde gaat hij naar Ajax. Eerst met kaarten gekocht via de supportersvereniging, sinds twee jaar nu met een eigen seizoenskaart. ‘Als klein jongetje had ik ook voor een hele andere club kunnen kiezen. Mijn vader is immers voor Feyenoord. Maar ik denk dat de liefde voor Ajax overgewaaid is door mijn neef.’
In het dagelijks leven werkt Wesley als auto-inname-expert. ‘In de werkplaats luister ik af en toe even naar Hazes op mijn oortjes. Dat is wel genieten hoor.’
Samen met een vriend zit hij in vak 408, op de tweede ring dus. Een vak dat niet erg fanatiek meedoet. ‘We hebben, zeker bij Eredivisie-wedstrijden, vaak gezinnen of dagjesmensen in ons vak zitten. Die kennen de liedjes niet en doen ook niet echt mee. Dat vind ik wel jammer. Dat maakt namelijk ook dat wij ook niet altijd even hard meezingen.
Ik zou wel willen dat iedereen uit ons vak meedoet, dat geeft zoveel sfeer. Als dan echt het héle stadion meedoet met bijvoorbeeld Bloed, Zweet en Tranen, ja dan kan ik daar wel echt van onder de indruk zijn.’
Een echte favoriet heeft Wesley niet. Al vind hij ‘Geen dag gaat mij voorbij‘ wel een hele lekkere om mee te zingen. Ook zijn er dingen die hij niet meezingt. ‘Aan het einde van de Ajax Marsch zingen ze ‘Rood en Wit wordt kampioen.‘ Het is niet eens bijgeloof, maar dat zing ik niet mee. En als er enorm veel gescholden wordt, of er worden bijvoorbeeld tegen Feyenoord bepaalde nummers ingezet, dan sla ik ook even over. Dat past niet bij mij.
Eenheid
In een volle Johan Cruijff Arena kunnen 56.000 mensen. Allemaal met een andere achtergrond, ander werk en andere leeftijd. Die duizenden stemmen worden, tijdens het zingen van die nummers één. En daar wil Wesley toch altijd graag onderdeel van zijn. ‘Ik zing verder eigenlijk alles wel mee. Dat blijft zo gaaf.’
Ook voor mede-Ajacied Jasper Keuper (23) is het gevoel van eenheid aanwezig. ‘Je voelt dan toch een soort van verbroedering. Je staat er allemaal met hetzelfde doel: Ajax naar de overwinning helpen. En het is het mooist wanneer de sfeer vanaf de F-Side wordt opgepakt door de rest van het stadion.’
In een wereld vol polarisatie en individualisme blijft de mens op zoek naar sociale cohesie. Het is een belangrijk gegeven. Het leggen van de verbinding van zogenoemd sociaal kapitaal bevat het versterken van sociale banden binnen een groep die relatief gelijkgestemden bevat. Door die verbindingen komt er een diepgaande interne verbondenheid tot stand tussen groepsleden, wat op den duur weer een structurele basis vormt om op emotioneel vlak op terug te vallen
Muziek is zo’n sociale activiteit waarbij die verbindingen ontstaan. Samen zingen zou versterkt de cohesie naar mensen toe die je niet persoonlijk kent en dus een binding veroorzaken.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat samenzang een positief effect heeft op sociale cohesie. Muziek maken is namelijk in de samenleving altijd een groepsactiviteit geweest. Koorzang, oftewel samen zingen, zoals dat ook in stadions gebeurt, is hiervan een eenvoudig voorbeeld, dat we hebben overgenomen van onze voorouders.
Kippenvel, het gaat beginnen
Inmiddels is wel duizend keer besproken of dit nou de ideale opstelling is, zijn alle levensverhalen uitgewisseld en alle Europese tripjes voor mogelijke volgende rondes al uitgestippeld. De spanning begint te stijgen. Tante Leen, Yves Berendse en Peter Beense zijn traditiegetrouw het stadion in gegooid en met nog 5 á 6 minuten voor de wedstrijd te gaan, is het een kwestie van seconden voordat Hazes weer te horen is.
Het stadion begint te trillen. ‘Ik heb het goed gedaan, maar ook zo fout gedaan.’ klinkt het uit 55.000 kelen. De stadiondj heeft de volume-knop gevonden en opengedraaid. Maar hij houdt hem even vast. Precies op het moment dat de befaamde woorden, ‘bloed, zweet en tranen‘, komen. Dan draait hij de geluidssluizen dicht. Het hele stadion zingt door, a capella zoals dat in muziektermen heet. Links en rechts sluiten mensen hun ogen en wrijven ze over hun armen. Hoewel ze het misschien niet snel willen toegeven, doet dit momentje wel wat met ze. Hun hartslag stijgt, nu moet het toch echt gaan gebeuren.
Video: Hugo Odijk
De warming-up gaat verder. Alle noten op de piano worden aangetikt, ieder op eigen volume, met ieder zijn eigen woorden. Als laatste oefening zingen ze een canon. Eentje over treinen, dat past wel. ‘Want ja, morgen rijden er geen treinen.’ Alsof er zich een mooie actie heeft plaatsgevonden op het veld, volgt er een klein applaus.
Er wordt gejuicht. Iedereen is er klaar voor. Althans, bijna. Als de spelers zich in de catacomben naast de mascottes voegen. Dreunt er een ongebruikelijke melodie door de muren. Klassieke muziek, in een stadion? Ja, bij een Europese wedstrijd van Ajax is dit vaste prik.
Het licht gaat uit. De spots gaan aan. De plastic vlaggetjes worden gepakt, uitgerold en heen en weer gezwaaid. Eerst rustig, op de maat van de muziek. Het zogenoemde Slavenkoor, een koor uit het derde bedrijf van de opera Nabucco van Giuseppe Verdi uit 1842. Daarna wiegen de vlaggen steeds sneller én klinken de tonen ook steeds sneller. De energie stijgt. Er vliegen her en der al wat vlaggenstokjes, mét of zonder vlag door de lucht. Gegooid door ongeduldige supporters bij wie de spanning al dusdanig hoog is, dat ze er wat mee moeten. Andere supporters wachten daarmee tot de laatste tonen van de muziek.
Stemmen worden verheft. Uitroepen die neer komen op een simpele ‘heeeeuyy’ worden her en der afgewisseld door een ‘Kom op Ajax!’ en een ‘Let’s Goooo!’. De spelers staan op het veld. Naast elkaar, met een mascotte van twee turven hoog voor zich. Idealiter klinkt er nu nog een klassiek muziekstuk, de Champions League hymne, maar dankzij de resultaten zijn de fans veroordeeld tot de modernere Europa League hymne… Ook leuk, maar wel minder catchy om mee te neuriën.
Vanaf de F-Side begint de capo door zijn megafoon te schreeuwen. Een doodzonde volgens de één, een must volgens de ander. De man naast hem slaat op de trommel in een bekende vierkwartsmaat. Het publiek doet mee en zingt. ‘Een juichtoon dav’re langs de velden, voor ons dierbaar rood en wit.‘ Als de dj het clublied vandaag niet kan draaien, nemen de supporters het heft in eigen hand.
Als de ergste rook is weggetrokken, blaast de scheidsrechter op zijn fluit. We gaan beginnen en dat is te merken aan het publiek.

‘Laten we ‘We Pray‘ weer even oefenen.’ Zuchten en juichen wisselen elkaar af. ‘Dat blijft een lastig nummer, vooral die rap, die gaat zo snel.’
De trommel blijft gaan, in een poging om de stress eruit te slaan. De fans blijven gestaag meezingen. Liederen als ‘geen dag gaat mij voorbij, zonder mijn vrienden aan mijn zij‘ en Danny de Munks’ Mijn stad worden af en toe onderbroken door een grote kans. Ademloos kijken 56.000 fans of de bal in het net gaat, om vervolgens te klappen en verder te juichen en zingen.
Spelers worden toegezongen, ieder met hun eigen liedje. Sommigen op dezelfde melodie, als dat goed uitkomt met het aantal lettergrepen in hun naam. Bij anderen is daar iets meer creativiteit voor nodig.
De eenheid uitstralen lukt aardig, beamen koorleden Anne-Marie, Jolanda en Evi. Drie dames met allemaal een compleet andere achtergrond, werkend bij de Rijksoverheid, ex-facilitair manager en werkend bij een slijter. Samen zijn zij onderdeel van de stemgroep Alt 1 , waar ze zich helemaal thuis voelen.
‘Ik krijg zo’n energie van zingen in dit koor. Soms heb je wel eens een slechte dag op werk, geen zin om te gaan, maar dan ga je toch, ook omdat je met elkaar gaat. Je komt altijd weer blij terug. En je kan vaak niet slapen, te veel liedjes in je hoofd.’ Lachen de dames.
‘Samen zingen geeft zoveel meer energie dan dat het kost. Al het gedoe van de dag kan je even loslaten. Je zingt het er echt even uit. Een momentje in de week waar ik naar uitkijk.’
Tijdens het zingen is er sprake van beleving en concentratie. Meedeinend op de muziek en met hun ogen dicht worden de noten gehaald. Tussen de nummers door wordt er gelachen en zachtjes gekletst, vertellen de dames in de ‘rust’.
Jolanda: ‘Ondanks dat het een groot koor is, 183 leden, zijn er toch veel persoonlijke contacten en dat merk je ook echt. Toen ik ziek werd merkte ik dat meteen een steunnetwerk om mij heen had’. Anne-Marie en Evi knikken. ‘Sowieso merk je het met optredens ook enorm. Je zit allemaal in hetzelfde schuitje en dat schept een band. Je werkt als groep samen ergens naar toe.’
Samen zingen
En wat er nou zo fijn is aan samen zingen? ‘Het heerlijke gevoel dat je ervan krijgt! Een soort euforie. Of je nou mooi of niet helemaal mooi zingt, met elkaar klinkt het goed.’
Ook in het buitenland lukt het uitstralen van die eenheid aardig. ‘Afgelopen jaar ben ik voor het eerst naar twee Europese uitwedstrijden geweest’, vertelt Wesley. ‘In België wisten we in eerste instantie niet helemaal hoe de sfeer zou zijn.’
De wedstrijd tegen Union Saint-Gilloise werd immers niet in het eigen stadion van Union gespeeld, maar in het Koning Boudewijn stadion. Vanuit de Belgische fans was er slechts een derde aan kaarten gekocht, waardoor de 2300 meegereisde Ajacieden, de overhand hadden. ‘We hadden bijna een hele zijde voor ons zelf. Tijdens de wedstrijd was dat alleen al super gaaf. Normaal gesproken zit ik in niet zo’n heel erg fanatiek vak, en bij een uitwedstrijd dan zingt iedereen mee, de hele wedstrijd. Daar komt zo’n megalawaai vanaf. Dat is automatisch wel wat mooier en gaver dan in de Arena.’
‘En daar kan ik dan wel snel kippenvel van krijgen hoor. Sowieso als het om Ajax gaat.’
Sophie Verschuur (22) heeft ook zo haar hoogtepunten. ‘Komend seizoen wordt mijn zevende jaar als seizoenskaarthouder en in die jaren zijn de klassiekers als Bloed, Zweet en Tranen, Mijn Stad en Je Loog Tegen Mij‘ wel mijn favorieten in het stadion geworden. Hoewel niet iedereen in mijn vak uitbundig meezingt, geniet ik daar wel altijd van. Ik voel dan echt een soort saamhorigheid. Je zit daar voor hetzelfde, en muziek kan daar een grote rol in spelen.
Ook draagt zingen in een stadion bij aan identiteitsvorming, wat op zichzelf samenhangt met sociale cohesie. Dr. Julian Schaap: Hoe vaker een liedje leidt tot cohesie in het stadion, hoe vaker het thuis of in andere contexten wordt aangezet om dat gevoel weer aan te wakkeren, hoe vaker het opnieuw in het stadion wordt gedraaid. Het wordt uiteindelijk een beproefd recept dat keer op keer blijft terugkeren. Dat laatste hangt dus ook sterk samen met identiteit: als voetbalfan leer je in en om het stadion welke muziek bij jouw team 'hoort'. Vervolgens ga je jezelf associëren met die liedjes, ook buiten het stadion, als symbool van 'jouw groep'.
De trommel wordt steeds harder beslagen. Het spel zakt in, het lukt niet, en er is pit nodig. De fans zingen harder en harder. Er wordt geschreeuwd, gejoeld. Totdat de vlam in de pan schiet. De overlopende energie van de tribunes slaat over op het veld. Een overtreding wordt gemaakt, de spelers schieten er naar toe.
Een vechtpartijtje. Er wordt nog meer geschreeuwd en gejoeld. Ook op de tribunes lijkt de sfeer om te slaan. Is dit het gevolg van de harde muziek voor de wedstrijd? Van de teksten tijdens de wedstrijd? Is het de combinatie van drank en stress?
Het gezang tijdens en de muziek voor de wedstrijd kunnen ook een negatief effect hebben op de fans en de spelers. Zo kan het zijn dat harde muziek, zoals hardstyle en hardcore, in combinatie met drank het vecht- en vluchtgedrag van de supporters aanspreken. Of er worden dingen geroepen waar niet alle fans achter staan.
Jasper: ‘Negatieve spreekkoren zijn denk ik nooit bevorderlijk, evenals je eigen spelers uitfluiten. Ik denk ook dat het gebruik van het woord “Kanker” etc. in liederen, bijvoorbeeld over aartsrivaal Feyenoord, kunnen zorgen dat mensen de realiteit kunnen verliezen. Dat ze niet meer helder hebben wat een vreselijke ziekte dat is en dat er in het stadion waarschijnlijk heel veel Ajacieden zijn die een dierbare kennen en of zelf misschien met kanker gediagnosticeerd zijn. Daarnaast denk ik dat dat ook een slecht voorbeeld is voor de jonge kinderen op de tribune die dit ook horen.’
Zingen geeft de mens een fijn gevoel. Dat komt doordat er twee belangrijke stoffen vrijkomen. Allereerst het hormoon oxytocine, dat ook wel het knuffel- of liefdeshormoon wordt genoemd. Daarnaast wordt de neurotransmitter dopamine aangemaakt, die speelt een belangrijke rol bij motivatie en beloning. Beiden geven de mens een fijn en gelukkig gevoel.
Samen zingen iets is dat diepgeworteld zit in onze evolutie. Mensen hadden klanken en ritme voordat we over taal beschikten. Vaders en moeders gaan bij hun pasgeboren kinderen haast vanzelfsprekend zingen en neuriën om ze te kalmeren: het dempt angst en somberheid, geeft je een gevoel van saamhorigheid.

Na de pauze worden de stoelen op de tribune verlaten en zoekt iedereen diens plek op vloer. Stemgroepen als linies bij elkaar, samen een eenheid vormend op de vloer en in stem. Nummer na nummer wordt gespeeld, met dirigent Ruut als bevlogen aanvoerder of capo. ‘Ik heb het idee dat er een feelgood geluk over jullie heen valt’.
Rust
De scheidsrechter blaast op zijn fluitje. De spanning zakt een beetje. Net voor rust ontplofte de Arena eventjes. Er werd gescoord, gejuicht en gezongen. ‘Drie gouden sterren, Ajax Amsterdam, de mooiste club van Nederland‘, klonk het door de kelen van minstens tweederde van het stadion. Er vielen mensen over elkaar heen, sjaals werden rondgezwaaid en opnieuw verdwenen er vlaggetjes naar rijen beneden.
Een groot contrast met nu. De kritische blik van de Ajacied is weer terug. ‘Het moet beter. Die spits bakt er niets van, ik wil Weghorst in plaats van Brobbey!’
Geroezemoes wordt begeleid door reclamegeluiden en later opnieuw de Hollandse meezingers. De stoelen worden even verlaten voor een plaspauze óf een bier-haalpauze. Levensverhalen worden weer uit de kast getrokken en de clichés van het voetbal worden weer boven tafel gehaald.
Dan, na een klein kwartier, druppelen de spelers één voor één het veld weer op. De stadiondj draait de volume-knop weer open en even lijkt de grote arena op een vredelievende plek. Supporters die het liefst dingen willen schreeuwen over de moeder van de scheidsrechter, staan nu naast elkaar mee te deinen op hét nummer van Bob Marley. Three Little Birds, want ‘Every little thing, is gonna be alright’. Een hoogtepunt, dat na het fluitsignaal voor het begin van de rust, a-capella doorgezet wordt door het publiek.
De groep repeteert voor opkomende optredens. ‘We hebben een optreden in Rotterdam, samen met het koor in Rotterdam op de planning staan’, vertelt Te Velthuis. Tijdens de repetitie wordt er ook geoefend met bewegingen. Vanuit het koor in Utrecht zelf zijn er een aantal leden die de zogenoemde regie onder handen hebben genomen. Roxanne is er daar één van. ‘We hoorden vandaag dat ze vanuit Prestige zelf, de grote organisatie, bij bepaalde nummers algemene regie willen invoeren. Zodat alle koren makkelijker bij elkaar kunnen invallen. We daar tot nu toe nog geen fan van. Onze eigen regie is eigenlijk wel leuker, maar kan wel voor moeilijkheden zorgen als we samen met een ander Prestige koor gaan zingen. Voor het optreden in Rotterdam kunnen we ons voor de nummers die we alleen zingen gelukkig aan onze eigen regie houden.’ Zo wordt er tijdens het nummer Flowers van Miley Cyrus een deel van het nummer bewust gedraaid gezongen. En gaan de handen van de verschillende rijen omhoog bij Overwhelmed van Royal & The Serpent
Ruut wijst naar zijn armen en vertelt. ‘En als het dan lukt, tijdens een repetitie maar vooral tijdens een optreden. Alles komt er mooi uit, iedereen heeft lekker gezongen. Ja, dan heb ik wel kippenvel hoor en ben ik vooral trots.’ Jolanda, Evi en Anne-Marie: ‘Ja, die emoties komen er soms echt wel uit. Laatst had ik tijdens het zingen echt compleet kippenvel, dat overvalt je dan echt.’
Afhankelijk van de wedstrijd, staan de supporters meestal niet stil. Op fanatieke vakken als de F-Side en de vakken daarnaast en daarboven staan de meeste mensen tijdens een Europese avondwedstrijd. Handen in het haar, vingers voor het gezicht, of vuisten in de lucht.
Als het einde van de wedstrijd er aan zit te komen, dan zet de capo, de aanvoerder, het nummer ‘Negentig minuten lang’ in. Alle fans op de eerder benoemde zijde draaien zich om en hopen het hele stadion mee te krijgen. Armen worden in elkaar gehaakt en dan begint de menigte te springen.
Jasper vertelt: ‘Als ik op de F-side sta vind ik het belangrijk om mee te doen. Dat hoort er natuurlijk wel een beetje bij.’ En ook Wesley kan dat beamen, ondanks het rustige vak waar hij zit: ‘Dat massale is wel heel erg gaaf. Als ze het lukt om het hele stadion mee te krijgen, dan ziet dat er echt indrukwekkend uit.’
Na het laatste fluitsignaal gaat de muziek niet gelijk aan. Wesley: ‘Wij blijven altijd wel even wachten tot de ereronde voordat we het stadion verlaten. De spelers even toezingen én je komt toch je vak nog niet uit. Het is dan veel te druk.’ Als even later dan toch de muziek aangaat is dat vaak een lekkere meezinger. ‘Ja, het liefst hoor ik dan ‘Dit is mijn Club‘ of iets van Hazes. Dan gaan we neuriënd en soms als de sfeer er is zingend het vak uit.
Het laatste nummer van de avond wordt aangezet. ‘We doen alleen Claude nog even, dan is het wel tijd voor de derde helft toch?’ De groep komt nu echt los. Dit is er duidelijk eentje die vaker is gezongen. Er wordt gelachen, heen en weer gewiegd en vooral heel hard gezongen. Nog even alle stress eruit.
Het applaus klinkt, de laatste mededelingen worden nog rondgeschreeuwd terwijl langzaamaan iedereen de zaal verlaat. ‘Je gaat toch ook mee Ruut?’, vraagt een van de koorleden. Maar Ruut moet deze week helaas afslaan. ‘Volgende keer, dan ben ik er zeker!’
Op het grote scherm in het stadion is een klok te zien. Hij telt op richting minuut negentig, het einde van de wedstrijd. Als die klok, minuut achtentachtig slaat, draait iedereen zich langzaamaan om. De pogo begint. Schouder aan schouder springt iedereen op het ritme van de trommel. Er wordt gezongen. ‘90 MINUTEN LANG, VOOR ONZE CLUB UIT AMSTERDAM‘. De menigte draait zich langzaam weer om, er wordt geklapt, gejuicht en het besef dat dit een gewonnen wedstrijd is, begint in te dalen.
Video: Wesley Bouwmeester
Het laatste fluitsignaal van die avond heeft geklonken. De spelers van de uitspelende ploeg druipen langzaam af richting de kleedkamer. Het is aan de supporters om de spelers toe te zingen. Het applaus klinkt. Een klassiekertje als ‘Dit is mijn club‘ wordt ingezet. Daarna klinkt het relatief nieuwe nummer ‘drie gouden sterren’ uit duizenden kelen. In afwachting van de spelers, die tijdens hun laatste rondje over het veld, de supporters willen bedanken voor hun bewezen diensten. Zij hebben met hun stem ook een bijdrage geleverd aan deze overwinning.
En het feest, dat gaat gewoon weer door. Maar dan op de omloop en buiten het stadion.
Hoe een persoon muziek ervaart, verschilt per individu. Dr. Waldie Hanser: Muziek kan op verschillende manieren emoties oproepen in luisteraars. Dat ligt bijvoorbeeld aan hoe de muziek klinkt, de inhoud van de teksten, maar ook aan wie er luistert en de situatie waarin de muziek wordt gehoord. Het is vaak een samenspel tussen persoon, muziek en omgeving. Muziek zorgt ook voor ontroering en verbinding tussen supporters onderling of met club/spelers op het veld.
Wanneer tienduizenden mensen uit volle borst meezingen, kan dat erg ontroerend zijn, met bijv. kippenvel of tranen tot gevolg. Wanneer tijdens een wedstrijd supporters hun spelers toezingen, tonen zij misschien wel nét wat meer inzet. Precies wat de fans willen.
Groepje voor groepje worden de ‘zalen’ steeds leger. De euforie gaat mee met de mensen, de een naar de kantine, de ander richting de parkeerplaats. Sommige zingend, anderen hossend en nog vol blijdschap. De avond is voorbij. De keeltjes zijn gebruikt, het goede gevoel overheerst. het kippenvel is weggetrokken, de energie is terug. Samen zingen, in welke setting dan ook, blijft iets moois.