Portemonnee mee? Check! Huissleutel mee? Check! Goed, tijd om boodschappen te gaan doen. Over de stoep lopend probeer je rekening te houden met de mede mens, denkend aan de 1,5 meter. Je lijkt wel de enige die er rekening mee houdt, want de vrouw die net bijna tegen je aanliep en dat oudere mannetje met de rollator houden zich blijkbaar niet aan die regel. Zuchtend loop je door om na 200 meter je te bedenken of je de deur wel op slot hebt gedaan. Toch maar weer terug door het doolhof van mensen naar huis om de voordeur te checken.
Eenmaal de supermarkt in het zicht komt de stress binnen. Je ziet mensen met een mondkapje en denkt: “Moest ik nou wel een mondkapje op in de supermarkt?” Je loopt voorzichtig door, je ziet steeds meer mensen met een mondkapje op in en uit de supermarkt lopen. De spanning stijgt: “Straks moet ik weer he-le-ma-al teruglopen omdat ik een mondkapje op moet in de supermarkt.”
Je pakt een winkelwagentje, want daarvan ben je zeker dat het wél moet. Schuifelt naar de ingang van de supermarkt. Eindelijk, een “opluchting”; mensen die naar buiten komen zonder mondkapje. Ik kan eindelijk weer normaal ademhalen en mijn boodschappen gaan doen.
Ben jij even blij dat je dat stuk niet terug hoeft te lopen, langs mensen die geen rekening met jou houden, voor een mondkapje. Wat misschien de volgende keer ook handig is, een boodschappentas. Zo hoef je niet alles in je handen vast te houden. Ik denk als je beide meeneemt, het een hele hoop stress bespaard.