Hoorn- Een wiskunde docent in opleiding en dan moeten leren lesgeven tijdens een
lockdown. Astrid Kok is 21 jaar oud en zit in haar vierde leerjaar van de opleiding tot
docent wiskunde. Als stagiaire moest zij vanuit huis leren lesgeven aan de onderbouw
van het Werenfridus in Hoorn.
[aesop_quote type=”block” background=”#f8f9fb” text=”#000000″ align=”center” size=”1″ quote=”"Het was niet de meest leerzame periode, ook niet als stagiaire!"
” parallax=”off” direction=”left” revealfx=”off”]
Vorig schooljaar startte de stageperiode van Astrid in Januari, twee maanden voor de
coronaomstandigheden in Nederland, op het ‘Oscar Romero’. De stageperiode liep
voorspoedig en vond zij prima, ondanks dat zij halverwege het jaar binnen stroomde. Op het
moment dat Astrid dacht: “Hee, nu weet ik wat ik aan het doen ben.” veranderde de situatie;
via een algemene email van de directie kreeg zij te horen dat de school dicht ging en zij
online les moest gaan geven.
Het persoonlijke gedeelte van lesgeven viel voor Astrid weg, ze had graag geleerd hoe de
groepsprocessen in de klas werken. In eerste instantie zag ze er niet tegen op om online les
te moeten gaan geven. Ze had mazzel met het feit dat zij veel kennis van technologie heeft,
hierdoor was de overstap van de fysieke lessen naar online lessen gemakkelijk. Echter was het
lesgeven zelf niet het meest gunstige, het hielp niet dat er weinig interactie vanuit de klas
kwam en er nauwelijks tot geen begeleiding was. Ook had zij, naast twee actieve leerlingen,
geen idee of leerlingen aanwezig waren in de les en of zij wat hadden geleerd van de lessen.
“Geen zak aan om les zo les te geven.” is Astrid van mening. Als Astrid terugblikt op deze
periode vertelt zij dat ze wel eens heeft gedacht; “Ik doe dit omdat hiervoor ben aangenomen
en omdat het moet.”
Zonder de coronaomstandigheden zou Astrid al meer gegroeid zijn als docent, denk ze. Naar
haar idee was het niet de meest leerzame periode van haar stage en kunnen de drie á vier
maanden vergeten worden. Ze geeft aan niks geleerd te hebben in deze periode wat zij nu
kan gebruiken voor haar fysieke lessen. Dit komt doordat ze weinig tot geen begeleiding had
tijdens de periode en het voornamelijk zelf moest uitzoeken wat voor haar lessen wel en niet
werkte. Wel heeft zij geleerd dat leerlingen weinig kunnen focussen tijdens de online lessen,
dat fysieke les écht haar voorkeur heeft en hoe je online meer interactie kunt voeren met
leerlingen. Ook heeft het haar een hele hoop motivatie voor het vak gegeven, want ze keek
er naar uit om weer fysiek les te kunnen gaan geven en zelf dingen bij te leren.
Als zij nu weer online les zou moeten gaan geven, zou ze er anders instaan dan destijds. “Nu
heb ik een veel betere band met mijn klassen en weet ik precies wie de leerlingen zijn die
moeite hebben bij het vak wiskunde.” Ze wil strikter zijn in het gebruik van de webcam en wilt
dat de leerlingen interactie moeten leveren. Daarnaast wil ze de tip mee geven aan collega’s
om opzoek te gaan naar apps die de leerling verplicht interactie te leveren.
Voor nu is ze er positief in gesteld; “Het fijn dat ik weer dat praatje kan maken met de
collega’s die ik tegen komt in de gang en dat ik de leerlingen op gepaste afstand kan helpen bij
de wiskunde.